In de zorg- en welzijnssector vinden veel veranderingen en innovaties plaats, onder andere door de hervormingen die de overheid doorvoert in de zorg en het sociale domein. De afgelopen jaren zijn gemeenten en organisaties druk bezig geweest met de vraag hoe zij zich tot de decentralisaties verhouden. De decentralisatie daagt zorgaanbieders uit om zorg en ondersteuning dichter bij cliënten te organiseren en de zorg meer op maat aan te bieden. Daarbij is niet het aanbod van de aanbieder leidend, maar de vraag van de inwoner die hulp nodig heeft. Deze beweging vraagt om heroriëntatie op zorg en ondersteuning.
Het is niet langer vanzelfsprekend dat mensen ondersteuning van een zorg- of welzijnsaanbieder krijgen, de hulp uit eigen netwerk krijgt een veel prominentere plaats. Mensen worden geacht eerst in eigen kring na te gaan welke informele hulp hun eigen netwerk kan bieden. Als deze hulp er niet of onvoldoende is, kunnen ze een beroep doen op vrijwilligers, ondersteuning van de gemeente of welzijns- en zorgorganisaties. Professionals zullen steeds meer en vaker het sociale netwerk – familie, naasten en de buurt – bij de zorg en ondersteuning betrekken. De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor de samenwerking met wijkteams en andere interdisciplinaire netwerken. Het is belangrijk om ook informele zorg erbij te betrekken en antwoord te geven op de vraag hoe we de samenwerking tussen formele en informele zorg kunnen optimaliseren.
Goed samenspel vraagt specifieke vaardigheden
Goed samenspel tussen professionals en bijvoorbeeld mantelzorgers biedt veel positieve energie aan beide kanten en kan ervoor zorgen dat mensen langer thuis kunnen wonen. Dat vraagt om specifieke vaardigheden van sociaal werkers en zorgprofessionals. Het gaat niet alleen om zorg en ondersteuning geven, ze moeten ook zorgdragen voor het welbevinden van cliënten en hun sociale netwerk.
Wat is nodig om dat samenspel goed te kunnen vormgeven? Professionals zullen meer moeten faciliteren, ondersteunen, en samenwerken met mantelzorgers, de buurt en vrijwilligers. En professionals moeten zich kunnen verplaatsen in de gevoelens, keuzes, afwegingen, twijfels en gedachten van cliënten en de mensen in hun sociale netwerk. Professionals die dit goed vorm kunnen geven, kunnen hiermee bouwen aan een goed samenspel tussen formele en informele zorg. Belangrijk dus om hier in het curriculum aandacht voor te hebben, de studenten zijn het tenslotte die de zorg en ondersteuning in de toekomst vormgeven.
Op de agenda van de opleiding
Hogescholen gaan hier verschillend mee om, zo blijkt uit een project dat wij vanuit Movisie en Vilans uitvoeren. Op sommige scholen is informele zorg ingebed in het curriculum of in stages, op andere scholen komt het onderwerp nauwelijks aan de orde. En als het aan de orde komt, gaat het over de brede scope van informele zorg: van zorgcoöperaties tot vrijwilligerswerk en familiezorg. Het is belangrijk om studenten vanaf het eerste leerjaar van de opleiding bewust te maken van dit wezenlijke onderdeel van onze participatiesamenleving, zodat zij als professional in spe de waarde van informele zorg(ers) zien en dit later ook kunnen inzetten in hun werk.
Om informele zorg op de agenda van een onderwijsinstelling te krijgen, is het nodig dat naast docenten en studenten ook naasten en vrijwilligers worden betrokken. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want hoe krijg je een mantelzorger in de klas? Door het onderwerp goed te framen ontdek je veel mantelzorgers in de school. Informele zorg bieden we allemaal. Iedereen heeft een netwerk en iedereen zorgt op enig moment in zijn of haar leven voor iemand anders.
Studerende en docerende mantelzorgers
Ook onderwijsinstellingen hebben met mantelzorg te maken, ongeacht hoeveel aandacht er in het curriculum aan wordt geschonken. Mantelzorg is in elke school actueel en aan de orde van de dag. Zo zijn er studerende mantelzorgers (8% van de 4 miljoen mantelzorgers is tussen de 18 en 24 jaar). Meestal zorgen zij voor ouders, een broer of zus. Over het algemeen vervullen zij niet de primaire zorgtaak, maar de zorg loopt wel uiteen van intensieve zorg tot lichte hulp. In gezinnen waarin sprake is van een broer of zus met beperkingen gaat veel zorg en aandacht naar het zorgbehoevende kind uit. Hierdoor krijgen de andere kinderen in het gezin mogelijk minder aandacht dan gebruikelijk. Het combineren van zorg en studie kan problematisch zijn. Het is belangrijk om oog te hebben voor een student die voor een naaste zorgt. Sommige jongeren hebben misschien niet de dagelijkse, praktische zorg voor een naaste, maar wel de dagelijkse zorg in hun hoofd en hart. Flexibel zijn en inspelen op behoeften is belangrijk om studerende mantelzorgers te helpen hun studie met goed gevolg af te ronden.
Ook zijn er docenten die naast hun baan mantelzorg verlenen. Voor mantelzorgende docenten en studenten geldt in de eerste plaats dat er een setting moet zijn waarin zij zich veilig voelen om hun verhaal te delen. Begrip, bewustwording en belangstelling dus. En zoals bij veel onderwerpen is het nuttig om een paar enthousiaste voorlopers te hebben die affiniteit met het onderwerp hebben en het breed in de opleiding en school aan de orde stellen.
Tips versterken informele zorg en onderwijs
Op basis van bovengenoemde kennis, geven we een aantal tips om informele zorg en onderwijs elkaar te laten versterken:
- Geef informele zorg niet alleen in het eerste leerjaar van de opleiding een plek, maar ook in de andere leerjaren én in de stages. Ontwikkel met de docenten een systemische aanpak waarin werkveld, studenten en ervaringsdeskundigen worden meegenomen.
- Ondersteun studerende mantelzorgers en docenten met mantelzorgtaken. Tref regelingen om studievertraging te voorkomen en ondersteun in het nakomen van verplichtingen. Zo kan je bijvoorbeeld afspreken dat een student langer de tijd krijgt voor een opdracht.
- Creëer ervaringsmomenten. Veel mensen leren door iets te ervaren. Laat studenten of docenten zelf iets vertellen over hun mantelzorgsituatie, of nodig een mantelzorger uit. Geef het onderwerp een gezicht: maak het persoonlijk, zet (student- of docent)ambassadeurs in, nodig mensen uit om hun verhaal te delen in de school.
- Stimuleer het doen van vrijwilligerswerk. Als studenten zich graag inzetten voor hun naasten, stimuleer hen dan in het sociale domein, specifiek in de informele zorg, actief te zijn.
- Let er bij afstudeerprojecten op dat informele zorg integraal onderdeel is, sluit aan op de praktijk en neem de leefwereld van de mantelzorger en diens naaste als uitgangspunt.
Fontys Hogeschool: Sanne en Saskia
Op de Fontys Hogeschool voor Mens en Gezondheid (FHMG) voerden Sanne en Saskia een project uit om het thema informele zorg meer aandacht te geven in de opleiding. Verpleegkundige Sanne van Kessel is voltijdstudent Toegepaste Gerontologie, Saskia van Zijl deeltijdstudent. Hun docent Eric Schoenmakers kwam in contact met Movisie en Vilans om informele zorg nadrukkelijker op de kaart te zetten in het onderwijs. Doelstelling van het project was werken aan een stevige positie van informele zorg binnen de opleiding Verpleegkunde.
Uit de inventarisatie van de studenten naar de aandacht voor het thema Informele zorg in het curriculum blijkt dat het niet vanzelfsprekend is dat informele zorg een duidelijke plek heeft in het onderwijs. Saskia: “Informele zorg past heel goed bij de kaders van de opleiding Verpleegkunde. Mantelzorg wordt breed herkend en mensen kunnen erover meepraten. Maar toch is het onderwerp informele zorg, gek genoeg, niet breed ingeburgerd. Ook komt het voor dat studenten in de praktijk tegen iets anders aanlopen dan waar de docent het in de les over heeft gehad.”
Ludieke actie
Sanne en Saskia voerden met docenten het gesprek over het belang van het onderwerp. Meerdere niveaus moeten aangesproken worden om de onderwijsinhoud door te ontwikkelen. Sanne en Saskia zagen dat docenten de urgentie wel voelen, maar dat zij soms nog niet goed weten hoe het in te brengen in het onderwijs. Soms helpt het een andere bril op te zetten. Sanne en Saskia organiseerden een ludieke actie in de week van de mantelzorger. Zij posteerden zich op een middag midden op de gang in de Eindhovense onderwijsinstelling. Jas aan het plafond gehangen, Sanne in een rolstoel, Saskia de mantelzorger.
Sanne: “Dat riep reacties op! Docenten die langsliepen en vroegen: wat is dit? Gaat dit over informele zorg? En dan kwam er een verhaal dat zij ook met zo’n situatie te maken hebben. Het gaat om de connectie, om de persoonlijke verhalen. Dat raakt mensen. Mailtjes hebben geen impact, persoonlijke verhalen wel!”
Saskia: “Vervolgens zagen we dat het effect heeft. Tijdens een vergadering van het kernteam werd er een uur voor het onderwerp ingeruimd. Sanne en ik zijn samen met de aanwezigen aan de slag gegaan met het thema. De aanwezigen vonden het leuk dat dit vanuit het perspectief van studenten werd aangevlogen. En voor ons een unieke mogelijkheid om het over het belang van het onderwerp te hebben!” Tijdens en na de vergadering hebben docenten enthousiast en actief meegedacht over mogelijkheden om het thema een duidelijkere plek in het onderwijs te geven, een mooie opbrengst van de actie!
Meer informatie
Voor mbo en hbo hebben Movisie en Vilans een kennisbundel ontwikkeld. Deze is te raadplegen op de website van Movisie in het dossier Informele Zorg. Zie: www.movisie.nl