2833 Weergaven
60 Downloads
Lees verder
Hoewel de vergrijzing een globale demografische evolutie is, maakt de invloed van intermenselijke, culturele en geografische variabelen het vooral een gekleurd én lokaal verhaal. Dit artikel gaat op zoek naar een match tussen de specifieke Vlaamse lokale vergrijzende context en het algemene raamwerk van leeftijdsvriendelijke steden en gemeenten.

De invloed van de vergrijzing zal komende legislatuur overal (sterker) voelbaar zijn. Elk lokaal bestuur staat voor de uitdaging om adequaat beleid te voeren voor àlle inwoners. Als bestuursniveau dat het dichtst bij de burger staat heeft een lokaal bestuur een bevoorrechte positie om hier constructief mee aan de slag te gaan. Niet zonder meer, maar vanuit haar specifieke lokale context. Want hoewel de vergrijzing een globale demografische evolutie is, maakt de invloed van intermenselijke, culturele en geografische variabelen het vooral een gekleurd én lokaal verhaal (Belgian Ageing Studies, 2016). Dit artikel maakt concreet hoe de vergrijzing zich in de Vlaamse lokale context manifesteert en verkent hoe het raamwerk van leeftijdsvriendelijke steden en gemeenten daar ingepast kan worden. De lokale vertaalslag van en de samenhang tussen beide concepten wordt geïllustreerd aan de hand van een aantal goede Vlaamse lokale praktijken.

De vergrijzing is een lokaal verhaal

De grote diversiteit in het aandeel 65-plussers in Vlaamse gemeenten is een eerste indicatie van hoe contextafhankelijk de vergrijzing is. In Gistel bijvoorbeeld bedraagt het aandeel 65-plussers 19.4%. In Koksijde is dat 36.3% (Statistiek Vlaanderen, 2016). Ook de geografische context; ruraal versus stedelijk, elk met eigen uitdagingen en opportuniteiten, bepaalt hoe de vergrijzing zich manifesteert. Een onderzoek van de Vlaamse Landmaatschappij, de Katholieke universiteit van Leuven en architectenbureau Atelier Romain bracht aan het licht dat ouderen in een rurale context significant vaker eenzaam en/of sociaal geïsoleerd zijn (De Decker e.a., 2018). In sterk multiculturele steden en gemeenten leeft dan weer de bezorgdheid dat ouderen met een migratieachtergrond, desondanks hun zorg- en ondersteuningsnoden, onvoldoende bereikt worden. Praten over ‘de vergrijzing’ als eenzijdig globaal fenomeen is dus ontoereikend om haar complexiteit te vatten. Iedere gemeente heeft een sterk lokaal-gevoelig plan nodig dat, in de nabijheid van burgers en over beleidsdomeinen heen, aan de slag gaat met de uitdagingen en kansen van de vergrijzing.

Om een krachtdadig antwoord te bieden op de wereldwijde vergrijzing stelde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 2005 het raamwerk van leeftijdsvriendelijke gemeenten voor. De transfer naar steden en gemeenten over de hele wereld liep vlot en veertien jaar later engageren al meer dan 847 steden en gemeenten uit 41 verschillende landen zich om actief met leeftijdsvriendelijk beleid aan de slag te gaan. Waarden zoals respect, empowerment en gelijkwaardigheid staan voorop. Actief, gezond én betrokken ouder worden het resultaat. Verenigd in het Global Network of Age-friendly Cities and Communities (GNAFCC), zijn ze het wereldwijde uithangbord van krachtig leeftijdsvriendelijk beleid.

In 2013 zorgde de Dublin Declaration on age friendly cities and communities voor een specifiek Europees bondgenootschap. Heel wat Europese steden, gemeenten en (ouderen)verengingen schaarden zich achter deze oproep; op weg naar een leeftijdsvriendelijk Europa. Maar naast Brussel stad, Turnhout en Aalst tekende geen enkele Vlaamse gemeente in. Dat staat in schril contrast met de ambities van het Vlaams Ouderenbeleidsplan 2015 – 2020. Daar is respect en solidariteit tussen generaties met maximale inzet op leeftijds- en dementievriendelijke gemeenten één van de speerpunten. Het feit dat er zo weinig draagvlak is bij Vlaamse besturen om leeftijdsvriendelijk engagement op te nemen is een duidelijk signaal dat 1) de sense of urgency ontbreekt en 2) dat er nog weinig kennis is over wat ‘leeftijdsvriendelijk’ betekent (Meersschaert, 2016). Als relevante partnerorganisatie in de uitbouw van lokaal inclusief ouderenbeleid, leeftijds- en dementievriendelijke gemeenten incluis, is er voor de Vereniging van Vlaamse Steden en gemeenten (VVSG) nog werk aan de winkel.

Leeftijdsvriendelijkheid in de Vlaamse lokale context

De invulling en uitwerking van een leeftijdsvriendelijke gemeente is zeer contextgevoelig. Er zijn in Vlaanderen een aantal trends, overtuigingen en bewegingen die maken dat het leeftijdsvriendelijk gedachtegoed wel/niet van de grond gaat. De volgende alinea’s maken concreet wat dit precies inhoudt.

Oud is out?

Oud is in Vlaanderen nog vaak ‘out’ en discriminatie op basis van leeftijd ‘te verantwoorden’. Discussies over vergrijzing raken snel verst(r)ikt in een kluwen aan morele en ethische vragen. “Pensioenbom onder het lokaal beleid”, “Zelfs klein incident kan demente doen flippen”, “Kinderen laten betalen voor het woonzorgcentrum van ouderen?”, zijn oneliners die bijna dagelijks de media halen en perfect illustreren hoe beladen het samengaan van generaties is. Maar als we van onze stijgende levensverwachting een succesverhaal willen maken, is een maximale inzet op actief, gezond én weerbaar ouder worden nodig.

Schrappen gemeentelijke ouderenbeleidsplannen

Vlaamse steden en gemeenten zijn niet langer verplicht (of gesubsidieerd) om een ouderenbeleidsplan op te stellen (Decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen, 2012, artikel 4). Met de invoering van het systeem van de beleids- en beheerscyclus is de focus verschoven naar een gemeente-brede meerjarenplanning, met thematische doelstellingen (in plaats van categoriale beleidsplannen). Gemeenten kiezen geheel volgens eigen inzicht de strategische lijnen die zij zullen volgen en de budgetten die ze daaraan verbinden. Of dat de aandacht voor ouderen teloor doet gaan, is te kort door de bocht. Wel zien we dat het raamwerk van leeftijdsvriendelijke gemeenten zelden het vertrekpunt voor lokaal ouderenbeleid is. Lokale besturen vallen vaak terug op de input van hun ouderenraad en/of ouderen(behoefte)onderzoeken en ouderenbeleid blijft vaak hangen in de sfeer van zorg en welzijn (Meersschaert, 2016). Inzet op een leeftijdsvriendelijke gemeente kan ouderenbeleid als categoriaal domein overstijgen. Weliswaar vertrekkend vanuit een verbijzonderde aandacht vóór, maar met mensvriendelijkheid als insteek. Het is in die verwevenheid met andere beleidsdomeinen dat leeftijdsvriendelijk engagement haar beslag en legitimiteit krijgt.

Andere trends en bewegingen

Vlaanderen zet sterk in op vermaatschappelijking van de zorg; een beweging die inzet op deïnstitutionalisering en ook kwetsbare mensen een zinvolle en betekenisvolle plek in de samenleving wil geven. Het vraagt in alle beleidsdomeinen aandacht voor hun talenten en mogelijkheden, zet in op sociaal gewaardeerde rollen en zorgt ervoor dat ze hun eigen plek kunnen en mogen hebben in de samenleving. Door de zichtbaarheid én acceptatie van kwetsbare mensen in het leven van alledag, zou de ontvankelijkheid van de samenleving hiervoor toenemen (Dewulf & Verlinden, 2019). Vermaatschappelijking van de zorg wil de kwaliteit van de samenleving verhogen en borgen door de kracht en rijkdom van de diversiteit in haar bevolking maximaal te benutten (Dewulf & Verlinden, 2019). Vlaanderen zet volop in op de doorontwikkeling van dit gedachtegoed. Heel wat lokale besturen zijn hier, mede door de inspanningen van collega’s in VVSG, actief mee bezig. En hoewel de link met leeftijdsvriendelijke gemeenten niet ver zoek is, komt het erop aan om te kijken hoe beide concepten elkaar kunnen versterken in plaats van beconcurreren.

Om het raamwerk van leeftijdsvriendelijke gemeenten meer ruchtbaarheid te geven, moet het flexibel inpasbaar zijn in de Vlaamse lokale context. Er is nood aan duidelijke linken en parallellen met wat in de Vlaamse lokale context relevant en actueel is. In het bijzonder om de verzuchting dat het ‘het zoveelste kader’ is te doorbreken. De volgende alinea’s maken concreet hoe de VVSG dit probeert waar te maken.

Lerend netwerk leeftijdsvriendelijke gemeenten

“Dit is precies wat nog ontbrak.” (deelnemer lerend netwerk)

Omdat werken aan een leeftijds- en dementievriendelijke gemeente hand in hand gaat, legde VVSG verbanden met de rijke traditie aan dementievriendelijke projecten in Vlaanderen. Concreet kregen 25 trekkersgemeenten de vraag of ze bekend/vertrouwd waren met het gedachtegoed van leeftijdsvriendelijke gemeenten. Dat vormde het vertrekpunt voor een behoefteonderzoek dat VVSG uitstuurde. Per beleidsdomein (zie figuur 1) gaven deelnemers aan wat hun ondersteuningsnoden/vragen zijn. Op basis daarvan kreeg het lerend netwerk vorm.

De keuze voor trekkersgemeenten en een behoefteonderzoek was beredeneerd. Enerzijds omdat gemeenten die al dementievriendelijk werken hun inzet relatief snel kunnen verbreden naar een leeftijdsvriendelijke gemeente. Anderzijds omdat de trekkersgroep een Vlaams uithangbord van leeftijdsvriendelijke gemeenten kan zijn. Een vraaggestuurde aanpak geeft het ondersteuningsaanbod daarenboven meer slagkracht en legitimiteit. Het resultaat? Een lerend netwerk leeftijdsvriendelijke gemeenten met 23 lokale besturen die driejaarlijks samenkomen. De bedoeling? Het raamwerk van leeftijdsvriendelijke gemeenten tot leven brengen. Niet als dogma of wondermiddel, maar als toetssteen voor lokaal beleid in de breedste zin van het woord. Iedere samenkomst maakt concreet hoe lokale besturen met één van de thema’s uit het raamwerk aan de slag kunnen gaan. Uitwisseling, leren van en met elkaar en gebruikersgericht werken staan voorop.

”Een efficiëntie en effectiviteitscultuur zijn soms dooddoeners. Meten en registreren gaat mensen […] niet helpen om zich beter te voelen in de samenleving.” (deelnemer lerend netwerk)

Het raamwerk van leeftijdsvriendelijke gemeenten geeft deelnemers een rode draad om de veelheid aan projecten in hun lokaal bestuur te structureren, maar laat nog alle vrijheid om eigen accenten te leggen. Sommige deelnemers focussen op ‘dementievriendelijke gemeenten’, anderen zetten in op vermaatschappelijking of combineren leeftijdsvriendelijke inzet met de titel ‘kindvriendelijke stad’. Die veelheid aan projecten is een mooie illustratie van hoe het raamwerk haar lokale uitwerking krijgt. Het illustreert eveneens dat voeling met lokale trends en de lokale gemeenschap cruciaal is om succesvol aan een leeftijdsvriendelijke samenleving te bouwen. Daarnaast zijn ook eigenaarschap, medezeggenschap en actieve betrokkenheid van ervaringsdeskundigen randvoorwaarden voor succes. Het lerend netwerk leert deelnemers hoe ze gebruikers écht kunnen betrekken, hun eigen referentiekader kunnen overstijgen en door ‘een ander paar ogen’ naar hun eigen dienstverlening kunnen kijken. Ze krijgen de opdracht om personen met (jong)dementie, mantelzorgers, personen met een migratieachtergrond, beperking, et cetera te bevragen. Die input zorgt ervoor dat projecten voeten in de aarde hebben bij de mensen waarvoor ze bedoeld zijn. Werken vanuit een geïnformeerde en gedragen visie is cruciaal om daadwerkelijk richting een leeftijdsvriendelijke gemeente te bewegen.

Artikel de Mol figuur 1

Figuur 1. Raamwerk Leeftijdsvriendelijke gemeenten (World Health Organization,2017).

Discussie en conclusie

VVSG gebruikt het raamwerk van leeftijdsvriendelijke gemeenten als leidraad, niet als dwingend kader. Ook in het lerend netwerk is het een kapstok om theoretische inzichten op te hangen, geen dogma. Of dit haaks staat op de voorwaarden en richtlijnen die de WHO oplegt aan leeftijdsvriendelijke steden en gemeenten? Niet perse. Want VVSG is wel heel duidelijk in de randvoorwaarden voor sterk leeftijdsvriendelijk beleid; met gebruikersgericht werken als onbetwiste nummer één. Ouderen, personen met (jong)dementie, een beperking, et cetera kunnen het best articuleren wat hun noden zijn. In gesprek en overleg met hen krijgt een leeftijds- maar ook dementievriendelijke gemeente gestalte. Het ‘label’ an sich is minder belangrijk dan de inhoudelijke uitwerking ervan. Bovendien is een leeftijds- of dementievriendelijke gemeente een proces; geen bestemming of doel op zich. Beide verliezen hun relevantie als ze niet meegroeien met de noden van de mensen waarvoor ze bedoeld zijn. Want hoe waardevol is een label als burgers niet weten/merken dat hun lokaal bestuur het heeft?

Het is vanuit een scherp en geïnformeerd beeld van waar je naartoe wilt, dat je het raamwerk beredeneerd kan inpassen in een unieke lokale context. Uiteraard niet als dogmatisch wondermiddel, maar als leidraad en toetssteen. En dat kan bevrijdend werken.

Of we in Vlaanderen al zover zijn? Zeker niet. Uit de vele gesprekken met lokale besturen blijkt dat begeleiding en ondersteuning nodig blijft om het raamwerk van leeftijdsvriendelijke gemeenten 1) relevant te houden en 2) naar de Vlaamse lokale context te vertalen. Als relevante partnerorganisatie in de ondersteuning van lokaal inclusief ouderenbeleid hoopt VVSG daar ook in de komende legislatuur op in te zetten. Er mag dan nog werk aan de winkel zijn, de toekomst is leeftijdsvriendelijke gemeenten gunstig gezind.

Literatuurlijst

  1. Decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen (2012). Geraadpleegd via https://vlex.be/vid/inclusief-ouderenbeleid-beleidsparticipatie-415235726
  2. Dewulf D., &Verlinden, E. (2019). Aan de slag met buurtgerichte zorg. Brussel: Politeia.
  3. Witte, N. de, & Verté, D. (2015). Belgian Ageing Studies: 10 jaar onderzoek voor en door ouderen. Open University Press.
  4. Meerschaert, S. (2016). Lokale ouderenbeleidsplannen anno 2016: analyse naar inhoud en methodiek (masterthesis). Brussel: Vrije Universiteit Brussel.
  5. Vlaams Ouderenbeleidsplan. (2015). Geraadpleegd via https://www.vlaanderen.be/en/nbwa-news-message-document/document/09013557801b11b5
  6. World Health Organization. (2006). Global age friendly cities: a guide.
    Geraadpleegd via https://apps.who.int/iris/bitstream/handle/10665
  7. World Health Organization. (2017). Age friendly environments in Europe – a handbook of domains for policy action.
    Geraadpleegd via https://apps.who.int/iris/bitstream/handle/10665