Thuis blijven wonen met behulp van thuiszorg
Door de vergrijzing en de stijgende levensverwachting zijn er steeds meer ouderen die te maken krijgen met ziektes en beperkingen. Dit zorgt voor een grote druk op ons zorgsysteem. De vraag naar thuiszorg neemt in het bijzonder toe, mede door de huidige koers van de overheid en de wens van ouderen zelf om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. De laatste jaren krijgt het bevorderen van eigen kracht en zelfredzaamheid in de thuiszorg steeds meer aandacht. Echter, dit omdenken neemt tijd in beslag en de praktijk ziet er nog weleens anders uit. Thuiszorgmedewerkers voelen vaak goed bedoeld de verantwoordelijkheid voor het volledige zorgproces, en nemen daarbij ook activiteiten over die cliënten zelf of met inzet van hun sociaal netwerk zouden kunnen uitvoeren. Daarnaast denken ook cliënten en familie nog weleens in termen van ‘recht op zorg’. De cliënt wordt hierdoor (vaak onbewust en onbedoeld) minder actief en loopt het risico op den duur steeds verder achteruit te gaan qua gezondheid, mobiliteit en zelfredzaamheid.
Het zorgconcept ‘Reablement’
Reablement – oftewel cliënten helpen voor zichzelf te zorgen – is een innovatief zorgconcept dat de laatste twee decennia internationaal steeds meer aandacht heeft gekregen (Aspinal e.a., 2016). Vanuit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, via Nieuw-Zeeland en Australië, heeft het de laatste jaren ook in Scandinavië en Nederland zijn intrede gedaan. Volgens dit concept worden cliënten door een team van zorgverleners ondersteund in het bereiken van hun persoonlijke doelen. Bij het leveren van zorg wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de mogelijkheden die cliënten hebben om dagelijkse en betekenisvolle activiteiten zélf of samen met hun sociaal netwerk uit te voeren op een manier die past bij wat ze kunnen en willen, in plaats van deze uit handen te nemen. Hiermee wordt gestimuleerd dat cliënten de regie behouden over hun leven en dat zij tegelijkertijd een beroep doen op hun resterende capaciteiten, waardoor getracht wordt de zelfredzaamheid op peil te houden en onnodig zorggebruik te verminderen of te voorkomen.
Blijf Actief Thuis
‘Blijf Actief Thuis’ is een scholingsprogramma voor thuiszorgmedewerkers (verpleging, verzorging, thuishulpen) dat handvatten biedt om reablement toe te passen en de bestaande cultuur in de zorgverlening te veranderen naar een cultuur waarin het bevorderen van eigen regie en zelfredzaamheid centraal staat (Metzelthin e.a., 2017). De scholing bestaat uit een startbijeenkomst en een aantal intervisiebijeenkomsten over een periode van 9 maanden. Naast educatie over het belang van zelfredzaamheid en de consequenties van het overnemen van activiteiten, staat het aanleren en in de praktijk toepassen van nieuwe vaardigheden centraal. Zo wordt er aandacht besteed aan het in kaart brengen van het niveau van functioneren van de cliënt, het werken met motivatietechnieken, doelen en actieplannen, en het betrekken van het sociaal netwerk. Daarnaast zorgen wekelijkse nieuwsbrieven, praktijkopdrachten en een ‘opfrisbijeenkomst’ aan het einde van het scholingsprogramma ervoor dat de nieuwe werkwijze onder de aandacht blijft van thuiszorgmedewerkers (Metzelthin e.a., 2017).
Onderzoek
De Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg (zie kader) doet bij MeanderGroep Zuid-Limburg onderzoek naar het scholingsprogramma. In een grootschalige gerandomiseerde studie wordt geëvalueerd of ‘Blijf Actief Thuis’ een positieve invloed heeft op de gezondheid, het welzijn en het zorggebruik van cliënten (Metzelthin e.a., 2018). In totaal doen tien wijkteams mee én een selectie van de thuishulpen die werkzaam zijn in deze gebieden. De teams zijn door loting toegewezen aan de interventiegroep (‘Blijf Actief Thuis’ scholing) of de controlegroep (geen scholing, reguliere zorg). Deze thuiszorgmedewerkers en een selectie van hun cliënten worden gevolgd over een periode van 12 maanden. In totaal doen 265 cliënten en rond 300 thuiszorgmedewerkers mee. Aan het begin en aan het eind van de onderzoeksperiode worden beide groepen cliënten met elkaar vergeleken om te achterhalen of zij door het scholingsprogramma een actiever leven zijn gaan leiden en of er veranderingen zijn opgetreden in de gezondheid (fysiek, mentaal, en dagelijks functioneren), het welzijn (kwaliteit van leven) en het zorggebruik. Dit wordt in kaart gebracht door middel van vragenlijsten, fysieke metingen en een beweegmeter. Verder wordt bij thuiszorgmedewerkers vastgesteld of hun competenties om zelfredzaamheid bij cliënten te bevorderen, zijn verbeterd.
Blijf Actief Thuis in de praktijk
Teuni Rooijackers is als trainer en onderzoeker werkzaam binnen het ‘Blijf Actief Thuis’ project. Ze herinnert zich een inspirerend voorbeeld van een thuishulp die de zelfredzaamheid van een van haar cliënten heeft gestimuleerd:
“De thuishulp vertelde over een cliënt, die last had van evenwichtsstoornissen en daardoor vaak op de bank zat wanneer zij kwam helpen. Dankzij de tips uit het programma heeft zij deze cliënt kunnen stimuleren om ook een steentje bij te dragen in het huishouden, zodat ze zoveel mogelijk haar zelfstandigheid kon behouden. Samen met de cliënt heeft de thuishulp gekeken welke activiteiten deze mevrouw zelf op kon pakken. Ze heeft haar zover gekregen om haar eigen keukenlades schoon te maken, al zittende op haar rollator. ‘Moet ik wel even mijn rollator op de rem zetten, hè’. Ook sorteert en vouwt ze voortaan haar eigen sokken. Het zijn kleine dingen die de thuishulp eerst zelf deed, en waar zij niet eens bij nadacht. Door het programma heeft ze beseft dat er veel activiteiten zijn die ze terug kan leggen bij de cliënt, zolang ze maar ‘de juiste snaar raakt en empathie toont.’ De cliënt liet weten het een zinvolle besteding te vinden, en het nut weer in te zien van het zelfstandig uitvoeren van bepaalde activiteiten.”
Maar ook verpleegkundigen en verzorgenden gingen dankzij het scholingsprogramma met het gedachtegoed van Reablement aan de slag, aldus Teuni:
“Een verpleegkundige gaf aan dat een cliënt uit haar wijk valangst had, en daardoor amper meer liep. De cliënt liet weten graag weer zelfstandig haar voordeur te willen openen, want ‘ik woon hier tenslotte, hè?’ Het wijkteam heeft samen met mevrouw stapsgewijs naar dit doel toegewerkt. Ze hebben mevrouw aangeleerd hoe ze zelfstandig uit bed kan komen, eerst door middel van fysieke ondersteuning, later vooral door verbale stimulatie. Vervolgens hebben ze mevrouw aangeleerd om haar ontbijtspullen zelfstandig naar de keuken te brengen op het moment dat een thuiszorgmedewerker in huis was. Deze aanwezigheid gaf mevrouw het vertrouwen om het te proberen en te blijven herhalen. Uiteindelijk is het haar gelukt om weer zelfstandig de voordeur te openen. Overigens, dit klinkt makkelijker dan dit in de praktijk is gedaan. Het wijkteam heeft hiervoor uitgebreid gecommuniceerd in het zorgplan om ‘alle neuzen dezelfde kant op’ te krijgen, maar het heeft ze geleerd dat het stellen van korte-termijn doelen stimulerend werkt voor zowel de cliënt als voor het team.”
Binnen het project wordt ook samengewerkt met twee onderzoekspartners van Burgerkracht Limburg om een goede match met de doelgroep te garanderen. Een van hen is Maria Wetzels, mantelzorgvertegenwoordiger. Zij deelt graag haar ervaringen met het programma:
“Verandering van werkwijze gaat niet van vandaag op morgen. Het met elkaar afstemmen binnen een team is hiervoor belangrijk, al is dit soms ook ingewikkeld. Medewerkers werken immers vaak solistisch, en als één medewerker blijft overnemen, maakt deze het voor collega’s moeilijker om de zelfredzaamheid van cliënten te stimuleren. De cliënt, aan de andere kant, vindt het misschien juist wel fijn als activiteiten worden overgenomen. Dit zet medewerkers voor een grote uitdaging. Het is de kracht van MeanderGroep Zuid-Limburg dat zij door intensieve training de medewerkers blijft toerusten. De rollenspellen met acteurs en de vele praktische handvaten en tips die de trainers als onderdeel van het programma verspreidden, hielpen om theorie en praktijk bij elkaar te brengen. En dat werd gewaardeerd! Het enthousiasme over het activeren van de eigen kracht van de cliënt groeide (weer), en het denken in termen van ‘zorgen dat…’ werd soms al opgenomen in de dagelijkse routine. Wijkverpleegkundigen namen een regierol en hielpen collega’s waar nodig. Mooie voorbeelden genoeg! In sommige teams was er veel complexe, psychiatrische problematiek en wanneer al langere tijd zorg bij een cliënt werd geleverd, bleek activeren soms lastig. Het is daarom van belang dat zorgverleners blijvend aandacht schenken aan deze thematiek, zodat ze zich de nieuwe werkwijze ‘eigen maken’, en deze kan worden gewaarborgd in het team en tijdens de zorg bij de cliënt thuis.”
Huidige stand van zaken
Het onderzoek ‘Blijf Actief Thuis’ loopt van september 2017 tot en met augustus 2021. De dataverzameling is onlangs afgerond (augustus 2019) en de eerste resultaten worden begin 2020 verwacht.