Lees verder
Zolang je wilsbekwaam bent, mag je met je geld doen wat je wil. Toch kun je je maar beter op tijd voorbereiden op de dag dat je daar misschien niet meer zelf over kunt beslissen. Wie mag je centen dan beheren? En vooral: wat mag diegene ermee doen?

Onder bewindvoering

Een casus

B. (79 jaar) heeft het met de kinderen nooit over haar oude dag willen hebben. Toen ze drie jaar geleden een beroerte kreeg, hadden haar zoon en dochter dan ook geen idee wat ze moesten doen. Dat hun moeder niet meer alleen thuis kon blijven wonen, stond buiten kijf. Maar had ze ooit over een woonzorgcentrum nagedacht? Zou ze haar huis willen verkopen om met de opbrengst de best mogelijke zorg te bekostigen? Waren er omstandigheden waarin ze niet meer gereanimeerd wou worden? Zelfs toen B. na maanden revalidatie weer een beetje uit haar woorden kwam, kregen ze geen antwoorden. Hun moeder was neerslachtig, sliep heel veel en kon zich amper op een gesprek concentreren.

Na haar ontslag uit het revalidatiecentrum besloot haar dochter om haar in huis te nemen. Dat leek haar moeder goed te bevallen. Ze werd rustiger en na verloop van tijd ook wat opgewekter. Alleen haar zoon was niet zo blij met die regeling. Hij ergerde zich aan de piepkleine slaapkamer die voor zijn moeder was ingericht en hij vond het ook niet kunnen dat ze een paar keer per week een afhaalmaaltijd voorgezet kreeg. Toen hij ontdekte dat ze meebetaalde aan de energiefactuur, de internetaansluiting en het krantenabonnement van het gezin, was de maat voor hem vol.

Tussenkomst van de vrederechter met bewindvoering tot gevolg

Het conflict tussen de kinderen escaleerde, zodat een vrederechter zich uiteindelijk over de zaak moest uitspreken. De man luisterde geduldig naar de standpunten van B.’s zoon en dochter, en richtte zich toen tot haar. Maar B., die zich in die grote rechtszaal heel klein voelde, klampte zich aan haar rolstoel vast en durfde de rechter amper aan te kijken. Natuurlijk dacht ze er het hare van, maar nooit zou ze in het openbaar een van haar kinderen afvallen. Daaruit concludeerde de rechter dat ze niet langer in staat was om zelf belangrijke beslissingen te nemen. Voor ze het goed en wel besefte, stond ze onder bewindvoering. Eén keer sprak ze de advocaat die als bewindvoerder werd aangesteld. Dat was toen hij haar vertelde dat ze beter kon verhuizen naar een woonzorgcentrum in de stad. Daar woont ze ondertussen al meer dan een jaar.

Het verhaal van B. is geen uitzondering. Meer dan 150.000 Belgen staan vandaag onder bewindvoering. Onder hen ook heel wat ouderen. Soms is het de betrokkene zelf die bewindvoering aanvraagt, maar veel vaker neemt de familie, de huisarts, een zorgverlener of de directie van het woonzorgcentrum het initiatief. Wanneer de vrederechter op zo’n verzoek ingaat, wordt iemand aangesteld die zich over de financiën van de beschermde persoon ontfermt en soms ook beslissingen over persoonlijke kwesties neemt. Is er geen familielid dat zich daarmee kan bezighouden of raken de kinderen het niet eens, dan wordt een advocaat aangesteld.

Over het waarom van bewindvoering: financieel misbruik, oplichting?

Niet alleen familieruzies liggen geregeld aan de basis van de beslissing om ouderen onder bewindvoering te plaatsen. Ook financieel misbruik kan de aanleiding zijn. Jaarlijks worden in België duizenden oudere mensen door familieleden, kennissen, buren of vreemden onder druk gezet om geld af te staan, hun testament aan te passen of dure cadeaus te bekostigen. Liefst 6 tot 10% van de 80-plussers zou met financieel misbruik te maken krijgen. Dat is wellicht nog een onderschatting, want de meeste mensen geven niet graag toe dat ze zijn bestolen.

Het risico op financieel misbruik neemt opvallend toe vanaf de leeftijd van 80 jaar. Doordat veel mensen hun partner dan al zijn verloren en ook niet zoveel vrienden meer hebben, kunnen ze gemakkelijker worden opgelicht, afgeperst of bestolen. Zoals de dame die tot drie keer toe op dezelfde manier geld afhandig werd gemaakt. Zogenaamde loodgieters sloten stiekem haar watertoevoer af, beweerden vervolgens dat er iets mis was met de leidingen in haar flat en rekenden zo’n 1.000 euro voor de herstellingswerken. In overleg met het parket, de huisarts en de bankdirecteur van de vrouw werd uiteindelijk bewindvoering aangevraagd.

Toch zijn het doorgaans geen professionele oplichters of afpersers die er met het geld van ouderen vandoor gaan. In meer dan 80% van de gevallen behoort de dader tot de directe familie. Zo ken ik een 87-jarige vrouw die jarenlang systematisch door haar zoon werd bestolen. Hoewel het om grote bedragen ging, weigerde ze om zijn volmacht op haar rekeningen in te trekken. Laat staan dat ze een klacht tegen hem wilde indienen. ‘Het blijft mijn zoon en ik zie hem graag’, zei ze. Het aantal sociale contacten van sommige ouderen is beperkt waardoor ze vaak zaken tolereren van de mensen die hen wel nog bezoeken. Zo krijgt de buurvrouw hun bankkaart om boodschappen te doen en zien ze door de vingers dat die daar ook haar eigen aankopen mee betaalt, of ze financieren de peperdure auto van die ene kleinzoon die elke zaterdag op de koffie komt.

Bang voor de erfenis

Zolang een mens nog handelingsbekwaam is, mag hij helemaal zelf beslissen wat hij met zijn geld doet. Hij mag het dus ook in de diepvries bewaren, over de balk gooien of uitdelen. Als hij zich maar bewust is van de consequenties. Staat een 80-plusser zijn dochter toe om elke week 200 euro van zijn rekening te halen om te gaan shoppen, dan zal hij zich misschien geen poetshulp meer kunnen veroorloven. Toch blijft dat zijn eigen beslissing. Hetzelfde geldt voor ouderen die zelf graag veel geld uitgeven. Zoals de grijze heer die zijn nieuwe geliefde een paar keer per jaar op een luxecruise trakteert of de vrouw van 78 die elke maand met haar beste vriendin in een sterrenrestaurant gaat eten.

Soms proberen familieleden kwistige ouderen ertoe te bewegen om spaarzamer te leven. Sommigen vragen zelfs aan een rechter om hun vader of moeder een beschermingsmaatregel of bewindvoering op te leggen. Dat overkwam ook een welgestelde dame van 90 jaar die zich elke maand met een taxi naar een kledingboetiek aan de Brusselse Louisalaan liet brengen om er voor honderden euro’s kleren te kopen. Zelf genoot ze daar telkens weer met volle teugen van, maar haar kinderen vonden moeders uitdijende garderobe een stuk minder vermakelijk. Maand na maand zagen zij hun erfenis slinken. Zo blijken opvallend veel Vlamingen erover te denken. De bankrekeningen en bezittingen van hun ouders beschouwen ze als hún erfenis. Ook al zijn die vader en moeder nog helemaal niet dood.

Een beetje zakgeld

Niet meer zelf kunnen beslissen wat je met je geld doet, is hoe dan ook heel ingrijpend. Veel ouderen vinden dat zelfs ronduit vernederend. Het is bijvoorbeeld geen uitzondering dat rusthuisbewoners die onder bewindvoering staan amper 50 euro per maand vrij kunnen besteden. Volgens de Gezinsbond (een organisatie die de belangen van gezinnen verdedigt in Vlaanderen en Brussel) komt dat overeen met het gemiddelde zakgeld van twaalfjarigen. Net zoals een tiener bij ma en pa moet aankloppen als hij meer geld wil, zijn oudere mensen op de goede wil van hun bewindvoerder aangewezen. Dat die niet altijd zo meegaand is, merkten personeelsleden van een Gents woonzorgcentrum toen ze voor een van hun bewoonsters wat extra geld gingen vragen. De juwelen van de vrouw, die zich nog elke dag opdirkte en veel belang hechtte aan haar uiterlijk, waren kort tevoren gestolen. Omdat ze merkten dat ze daar echt het hart van in was, hoopten de zorgkundigen een bescheiden ketting en armband voor haar te kunnen kopen. Maar de bewindvoerder vond de aankoop van juwelen een overbodige luxe en dus ging het plan niet door.

Het nut van bewindvoering

Dat er in sommige gevallen geen andere mogelijkheid is dan een oudere onder bewindvoering te plaatsen, staat buiten kijf. Er zijn nu eenmaal mensen die, doordat ze bijvoorbeeld dementie hebben, niet meer in staat zijn om hun geld te beheren of andere belangrijke beslissingen te nemen. Ook als ouderen zoveel geld uitgeven dat er niet meer genoeg overblijft voor de huur, de energiefactuur of het dagverzorgingscentrum, kan het nodig zijn om hen tegen zichzelf (of anderen) te beschermen. Alleen lijkt dat in ons land opvallend vaak te gebeuren en gaan de opgelegde maatregelen soms wel erg ver. Net daarom is de wet een paar jaar geleden aangepast. Sindsdien kan bewindvoering alleen nog als er echt geen andere optie is en ligt de nadruk op wat mensen wél kunnen blijven doen. Waarover kunnen ze nog zelf beslissen? Waar hebben ze hulp bij nodig? Wat kan hen beter uit handen worden genomen? Op basis van die vragen moet een beschermingsmaatregel op maat worden gemaakt, die zo weinig mogelijk ingrijpt in het leven van de betrokkene. Op papier toch. In de praktijk is dat nog lang niet altijd het geval. Dat komt vooral doordat veel vrederechters bang zijn voor de gevolgen als ze beslissen een oudere niet onder bewindvoering te plaatsen. Wat als zo iemand dan zijn hele vermogen afhandig wordt gemaakt?

De zorgvolmacht als instrument

Kun je zelf niet meer beslissen over je uitgaven, de plek waar je woont of de medische behandelingen die je krijgt, dan is het ontzettend belangrijk dat degene die dat voor jou doet heel goed weet wat je belangrijk vindt. Daarom is het aan te raden om op tijd een zorgvolmacht op te stellen. Wanneer je om de een of andere reden zelf niet meer kunt aangeven wat je wil, zal dat document worden bovengehaald. Ook een rechter zal er prioriteit aan geven wanneer hij iemand moet aanstellen om je belangen te behartigen.

Wat houdt de zorgvolmacht in?

In zo’n document wordt vastgelegd wie je persoonlijke en financiële belangen moet behartigen als je dat zelf niet meer kunt. Dat kan je partner of een van je kinderen zijn, maar evengoed een nicht of een goede vriendin. Verder staat in zo’n zorgvolmacht meestal wat er met je bezittingen moet gebeuren eens je dat zelf niet meer kan bepalen. Zo kun je vastleggen dat je pensioeninkomsten of beleggingen mogen worden gebruikt om de huur te betalen of dat je huis moet worden verhuurd wanneer je zelf naar een woonzorgcentrum verhuist. Ook persoonlijke wensen kunnen erin worden geregeld. Is er een ziekenhuis dat je verkiest? In welk woonzorgcentrum wil je nooit terechtkomen? Zou je het zien zitten om bij je zoon en schoondochter in te trekken?

Hoewel ondertussen al meer dan 300.000 Belgen een zorgvolmacht hebben opgesteld, bestaan er nog altijd veel misvattingen over. Zo denken veel mensen dat het opmaken van zo’n document honderden euro’s kost omdat je ervoor bij een notaris langs moet gaan. Dat klopt nochtans niet. Alleen als je er schenkingen of vastgoedtransacties in wil vastleggen, heb je een notaris nodig. In alle andere gevallen kun je de zorgvolmacht ook zelf opstellen en vervolgens laten registreren bij het vredegerecht van je woonplaats. Meer dan achttien euro kost dat niet.

Een nuttig document

Had B. uit bovenstaand voorbeeld een zorgvolmacht opgesteld voor ze een beroerte kreeg, dan zouden haar kinderen perfect hebben geweten dat hun moeder zich eigenlijk door haar jongste zus wou laten vertegenwoordigen. Het zou ook voor iedereen duidelijk zijn geweest dat ze nooit opgenomen wilde worden in het revalidatiecentrum waar haar eigen vader destijds zo betuttelend was behandeld. Ze zou ook niet bij haar dochter zijn ingetrokken, want in haar zorgvolmacht zou hebben gestaan dat ze naar dat mooie witte woonzorgcentrum in haar geboortedorp wou verhuizen. Wellicht was B. dan zelfs niet onder bewindvoering gesteld. En al helemaal niet met een vreemde advocaat als bewindvoerder.

Literatuurlijst

  1. Nolf, J. (2019). Praktijkgids voor kwetsbaren in het recht. Heule: INNI Publishers.
  2. Pironet, E., & Van Droogenbroeck, M. (2022) Investeren in de derde helft van je leven. Tielt: Uitgeverij Lannoo.