207 Weergaven
51 Downloads
Lees verder
COVID-19 toonde hoe ook oudere volwassenen in Vlaanderen en Nederland zwaar leden onder de gevolgen van de coronacrisis. Nu de crisis onder controle lijkt, komen mensen en welzijnsorganisaties weer op adem. Nochtans is het nu het ogenblik om ons voor te bereiden op de volgende zorgen van morgen. En dat is niet enkel een taak van de overheid. Het is een gezamenlijk verhaal dat we dienen te schrijven. U, ik, organisaties en de overheden. Na een stimulans tot ‘omdenken’ richten we ons in dit artikel vooral op wat de faciliterende rol van overheid en organisaties is om mensen in hun kracht te zetten om architect te worden en te blijven van hun latere leven.

Stappen durven zetten en kritisch durven nadenken

Of iemand zorgbehoevend is of ondersteuning nodig heeft, is sterk afhankelijk van de context. Het kan best zijn dat twee mensen met een identieke fysieke of cognitieve kwetsbaarheid, verschillende ondersteuning nodig hebben. Naarmate men ouder wordt is de kans groter dat men meer ondersteuning nodig heeft, toch wil dit niet zeggen dat iedereen op latere leeftijd maximale ondersteuning nodig heeft in het verpleeghuis. Slechts één twintigste van de Vlaamse 65-plussers verblijft in een woonzorgcentrum (verpleeghuis). Het grootste deel van de oudere volwassenen woont nog zelfstandig in hun woning, en denkt niet echt na over ouder worden met eventueel een zorgbehoefte erbij. Maar door een ongeval, of bijvoorbeeld het plots overlijden van de partner, kan alles vlug wijzigen. Ondanks dat iedereen weet dat een ongeval alle zekerheden op lossen schroeven kan zetten, schuiven veel mensen het nadenken over later voor zich uit. Men gaat ervan uit dat er wel een oplossing uit de bus zal komen als de nood het hoogst is. Maar wat als de enige oplossing op dat moment niet hetgeen is dat u steeds voor ogen had of wat als u uw wens niet meer kan uitdrukken? Daarom is nu het ogenblik om de juiste stappen te zetten zodat u architect van uw latere leven wordt en ook blijft!

In zorg- en welzijnsorganisaties werd na de coronacrisis opnieuw de balans opgemaakt van het voorbije jaar. Vele organisaties konden met een grote cliënttevredenheid en mooie kwartaalcijfers aantonen dat ze op de goede weg zijn. Anderen zijn nog niet zover. Het personeelstekort drukt op voorzieningen en dat heeft zijn gevolg op de kwaliteit van de zorg, wat op zijn beurt weer een rol speelt op de levenskwaliteit van zorggebruikers. Denken we als organisatie ook aan later? Want de arbeidsmarkt blijft onberekenbaar en zorggebruikers gaan als cliënt nieuwe noden en vragen hebben.

De Vlaamse overheid communiceert zeer duidelijk. Er worden investeringen in de zorg gedaan, maar om alles budgettair onder controle te houden was en is er geen ruimte voor nieuwe initiatieven. Een gemiste kans, want nieuwe initiatieven kunnen op langere termijn er net voor zorgen dat de levenskwaliteit van meer oudere mensen stijgt en de kosten voor het gezondheidszorgsysteem beheersbaar blijven. In hoeverre denkt de overheid er over na om, binnen het krappe budget, de toekomstige behoeften van oudere personen het hoofd te bieden? We stellen vast dat de Vlaamse overheid nog steeds met dezelfde logica en financieringsmechanismen werkt als vroeger de Federale overheid. Wat we zelf doen, doen we beter?

Actor 1: bewuste mensen die nadenken over later

Het goede nieuws is dat ouder worden geen synoniem is van zorgbehoevend zijn. De kans dat u zorgbehoevend wordt is groter op oudere leeftijd dan op jongere leeftijd, maar we leven langer dan ooit. Nooit eerder in de geschiedenis was wereldwijd de gemiddelde levensverwachting zo hoog. Deze extra jaren zorgen voor tal van mogelijkheden, zeker als we ze in relatief goede gezondheid kunnen doormaken. Maar ook als u kwetsbaarder bent, kunt u nog heel wat levenskwaliteit hebben. Toch kijkt de maatschappij vaak met een negatieve bril naar ouder worden en de ouderen als groep. “Als ik zo word dan hoeft het voor mij niet meer.” De vergrijzing wordt dan louter als een probleem gezien. Nochtans leven oudere volwassenen vandaag in een betere gezondheid dan de vorige generaties. De levenskwaliteit van ouderen stijgt generatie na generatie en kan nog verder stijgen. Net hier moeten we nog veel meer op inzetten. En met “we” bedoelen we u, ik, organisaties en overheden. Het wordt hoog tijd dat we hier samen over nadenken en samen aan werken. 

Wat kwaliteitsvol ouder worden betekent, is zeer individueel bepaald maar situeert zich voor de meeste mensen vooral op het vlak van gezondheid. Wanneer we er de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie bij halen, zien we dat gezondheid een toestand is van een goed fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet van louter het ontbreken van ziekte. Ouder worden wordt nog te vaak als een puur biologisch proces bekeken. Maar naast dat biologische proces is het heel sterk sociaal geconstrueerd. Onze samenleving is doordrongen van opvattingen wat bij het ouder worden zou moeten horen. Leeftijd is een identiteitsmarkeerder, maar weinig mensen op hogere leeftijd identificeren zich daarmee. Bij nieuwjaar wensen we jongere mensen een goed lief en een bevredigende job, bij oudere mensen een goede gezondheid. Onze maatschappij is eveneens doordrongen van de individuele verantwoordelijkheid om gezond te blijven. Een gezonde ziel zit in een gezond lichaam. Maar kunnen we dit nog volhouden? Door frameworks als actief en gezond ouder worden en initiatieven als leeftijdsvriendelijke steden en gemeenschappen kunnen we evolueren naar Mens sana in contextu sana: Een gezonde ziel in een gezonde context.

Bij het ouder worden hebben we een hoger risico op fysieke problemen, door het verlies van dierbaren vermindert de emotionele veerkracht, sommige mensen krijgen cognitieve problemen en het is geen geheim dat vele woningen niet voldoen aan de fysieke noden van ouderen. Er is echter niemand die deze problemen in zijn eentje kan aanpakken. “It takes a village to raise a child”, zegt een Afrikaans spreekwoord. Je hebt een gemeenschap nodig om in op te groeien. Jonge ouders zijn maar wat blij als iemand hun een handje komt helpen. Maar dit hoeft niet te stoppen vanaf het moment dat het kind geen kind meer is. Want gaat het eigenlijk over opgroeien of over groeien? Als we daar nu eens het volgende van maken: “It takes a village to grow old”. Je hebt een gemeenschap nodig om ouder te kunnen worden. De gemeenschap als buffer voor de bovenvermelde risico’s.

Actor 2: De preventieve rol van welzijnsorganisaties

Mensen in hun laatste levensfase worden dikwijls vanuit een crisissituatie gedwongen om woon- en leefkeuzes te maken die hun levenskwaliteit sterk kunnen beïnvloeden. Een ongeval, geheugenproblemen of het plots wegvallen van een partner kunnen ervoor zorgen dat er hals-over-kop woon- en leefkeuzes gemaakt moeten worden. Hoe dikwijls gebeurt het niet dat mensen veel te lang in hun onaangepaste woning blijven wonen en na een ziekenhuisopname ten gevolge van een val vaststellen dat ze niet opnieuw naar hun woning kunnen? Tijdig nadenken hoe u hierop kan anticiperen door bijvoorbeeld te verhuizen naar een alternatieve woonvorm in uw eigen omgeving kan ervoor zorgen dat u de gewenste levenskwaliteit kan blijven behouden. Door hierover tijdig na te denken, houdt u de touwtjes in handen houden en kan u zelf meer de richting van uw eigen leven bepalen. Proactief aan de slag zodat de eigen wensen gerespecteerd worden is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar met de juiste visie, inzichten en hulp kunnen welzijnsorganisaties hier een belangrijke ondersteunende rol in spelen.

Maar durven organisaties hun huidige visie in vraag te stellen? En is er überhaupt een toekomstbestendige visie? Is uw organisatie bereid om een visie te ontwikkelen die vertrekt vanuit de bekommernissen en noden van de oudere mensen uit uw buurt? Het spreekt voor zich dat een zorgonderneming, om ook op lange termijn zijn opdracht te kunnen opnemen en de nodige investeringen te kunnen doen, financieel gezond dient te zijn. Maar het kan toch niet de bedoeling zijn dat een maximale capaciteitsbezetting en een perfect uitgekiend kostenbeheersingssysteem de enige sleutels tot succes zijn van een zorg- of welzijnsorganisatie?    

Naast het waarborgen van de zorgkwaliteit dienen organisaties ook hun rol op te pakken in de buurten waar ze gelegen zijn. Ze dienen in te zetten in de creatie van een buurtnetwerk. En in dat netwerk maken zij als organisatie deel uit van een buurt die ervoor zorgt dat kwetsbare oudere buurtbewoners zoveel mogelijk kwaliteit van leven kunnen ervaren. Organisaties dienen zichzelf de vraag te stellen of ze aan de slag gaan met de hulpvraag waar iemand zich voor aanmeldt of dat ze zelf op zoek gaan naar personen in hun buurt die een zorgbehoefte hebben. Help je als organisatie enkel die persoon met zijn specifieke behoefte? Of ga je ook op zoek naar welke talenten en dromen die persoon nog heeft? En heel dikwijls is dat de behoefte om zelf nog betekenisvol of zinvol te zijn. Ook als je zelf zorg nodig hebt blijft die behoefte bestaan. Als we iemand echt willen helpen, dan zullen we al die behoeften in kaart moeten brengen. Ervaart een buurtbewoner met een zorgbehoefte nog dat hij voldoende controle over zijn leven heeft? Werd er al besproken wie moet optreden als hij niet meer zelf zijn wensen kenbaar kan maken? En wat zijn dan die wensen?

Als we nog even terugkeren naar de eerder beschreven gemeenschap die we nodig hebben om ouder te kunnen worden, zou het niet mooi zijn om in het centrum van die gemeenschap een fysieke ontmoetingsruimte te hebben waar een antwoord wordt geboden op alle bovenstaande vragen?

Actor 3: een vooruitziende overheid

De laatste jaren zijn er op het Vlaamse beleidsniveau enkele stappen in de goede richting gezet, maar alsnog moet de overheid een versnelling hoger schakelen. Er is nog veel meer nodig om te evolueren naar een toekomstgericht model. En dit betekent niet per se meer middelen. Iedere buurt is anders geconstrueerd, heeft zijn eigen noden en behoeften en zijn eigen krachten. Is het daarom niet aangewezen dat iedere buurt meer de organisatorische en financiële mogelijkheid krijgt om zijn eigen accenten te leggen? We begrijpen dat een overheid wenst dat de overheidsmiddelen die ze verstrekt optimaal worden gebruikt. Maar dat mag niet resulteren in een inflatie aan administratieve verplichtingen en een te rigide regelgevend kader dat geen ruimte geeft aan innoverende initiatieven.

Een tweede groot aandachtspunt is preventie. We kunnen nog heel veel winnen in het voorkomen van zowel de fysieke, psychische, cognitieve als contextuele kwetsbaarheid. Hier hebben we nood aan duidelijke doelstellingen, een organisatorisch kader en bijhorende investeringsinspanningen. Deze investeringen zullen op termijn renderen in een hogere levenskwaliteit en lagere kosten.

Tenslotte adviseren we om niet over maar mét de oudere kwetsbare mensen en met de organisaties te praten. Het zal samen of het zal niet zijn. Overheid, (vertegenwoordigers van) cliënten en zorgorganisaties binnen de eerstelijnszorg dienen op zoek te gaan naar financierings- en organisatiemodellen die kwaliteit van leven in alternatieve woon-leefconcepten mogelijk maken. We dienen stapsgewijs te evolueren naar nieuwe woon-en-leefconcepten die gecombineerd kunnen worden met zorg- of welzijnspakketten, op maat van een bewoner of een groep van bewoners. In het huidige Vlaamse residentiële aanbod is het wonen altijd gekoppeld aan een vrij strikt georganiseerd zorgaanbod. Iedere afwijking hiervan zorgt voor organisatorische problemen. Omdat de Vlaamse woonzorgsector voor hulpbehoevende oudere personen ontstaan is vanuit de ziekenhuizen, is de basislogica van een ziekenhuis, namelijk doelgroepgericht denken met een uitsluitend medische insteek, nu nog veel te sterk aanwezig in de Vlaamse woonzorg. Dit zien we zowel in de door de overheid opgelegde normeringen als in de organisatiemodellen. Preventie, meer de eigen regie in handen (laten) nemen en een sterker holistisch en buurtgericht denken dienen de speerpunten te worden in de woonzorgsector. Telkens opnieuw dient de oefening gemaakt te worden bij een verhoogde vorm van kwetsbaarheid, waarbij twee vragen centraal staan. Ten eerste, wat is het woon-leefconcept waar ik maximaal kwaliteit van leven kan ervaren? En ten tweede, hoe kan dat wonen en leven, binnen budgettaire en organisatorische grenzen, op de minst invasieve wijze voor bepaalde facetten worden ondersteund door een (professioneel) netwerk?

Elke actor is een poot die nodig is, of de kruk valt om

Tal van (onderzoeks)projecten bekijken hoe we mensen bewuster kunnen laten worden om na te gaan denken over hun latere leven. Organisaties zetten zich elke dag in voor mensen in een kwetsbare positie, en aan de tekentafel van de overheid worden de plannen voortdurend bijgewerkt. Er staan ons nog heel wat uitdagingen te wachten, maar er komen steeds nieuwe inzichten die helpen om de levenskwaliteit verder te verbeteren.

We mogen niet enkel naar de verantwoordelijkheid van het individu kijken, of naar de rol van organisaties of de verantwoordelijkheid van de overheid. Elk van de drie op zich én een blijvende afstemming tussen de drie zijn noodzakelijk om een goede, kwaliteitsvolle zorg voor morgen te kunnen garanderen.

Zie ook:
Zorgen voor morgen – word en blijf architect van je eigen leven
ISBN 978 94 6434 2147