Het aantal oudere volwassenen in onze samenleving stijgt. Het betreft een diverse groep van 65-jarigen tot 100-plussers, variërend in zorg- en ondersteuningsbehoeften van volledig zelfstandig tot zorgafhankelijk, van cognitief gezond tot vergevorderd dement.
Om tegemoet te komen aan de behoeften op het gebied van welzijn, huisvesting en zorg voor de meest zorgbehoevende subgroep van oudere volwassenen, speelt het woonzorgcentrum een cruciale rol in het zorgcontinuüm. Een woonzorgcentrum is te omschrijven als een verpleeghuis én een verzorgingshuis zoals dat vroeger in Nederland bestond. Binnen een doordacht beleid voor ouderen maakt het woonzorgcentrum deel uit van een woonzorgzone waar actief en gezond ouder worden centraal staat. Elke oudere volwassene, ongeacht diens achtergrond, heeft hier recht op, volgens de Verenigde Naties.
De Wereldgezondheidsorganisatie heeft een actieplan opgesteld dat bekend staat als “Verouderingsbeleid in de 21e eeuw”. Dit plan benadrukt vier aspecten om actief en gezond ouder worden te bevorderen. Ten eerste moet er aandacht zijn voor realistische en positieve beeldvorming over veroudering om ageisme tegen te gaan. Ageisme staat voor stereotypering, discriminatie en vooroordelen van mensen op basis van hun leeftijd. Ten tweede moeten leeftijdsvriendelijke omgevingen gecreëerd worden. Ten derde moet het gezondheidssysteem afgestemd zijn op de behoeften van oudere volwassenen. Tot slot is het belangrijk om te zorgen voor zorgcontinuïteit over verschillende sectoren en organisaties heen.
Ageisme
Een grote uitdaging betreft het omgaan met ageisme. In eerder onderzoek stelden wij vast dat ageisme ook aanwezig is binnen de gezondheidszorg (cf. Brys & Geerts, 2022). Deze bevinding vormt de aanleiding voor verder onderzoek. Het concept ‘ageisme in woonzorgcentra’ werd onderzocht in maart 2023 bij 50 medewerkers uit Vlaamse woonzorgcentra aan de hand van een brainstormsessie. De deelnemers zijn verpleegkundigen, ergotherapeuten, psychologen, zorgkundigen en woon- en leefbegeleiders. Deze beantwoordden de vraag ‘Welke uitdagingen zijn er aanwezig op vlak van negatieve perceptie van veroudering in een woonzorgcentrum bij (1) medewerkers, (2) bewoners, (3) stagiaires en (4) in de samenleving?’ Daarnaast formuleerden zij voorstellen om de uitdagingen aan te pakken. De resultaten worden hier besproken.
Interne uitdagingen en mogelijkheden
Bij medewerkers
Als valkuilen voor een positieve en realistische kijk op ouder worden bij woonzorgmedewerkers worden volgende zaken aangegeven: onvoldoende aandacht voor de mogelijkheden van bewoners, gebrek aan geloof in veerkracht van oudere volwassenen, betuttelen van bewoners, de persoon achter de zorgvraag niet leren kennen en routinematig uitvoeren van werkzaamheden. Deze valkuilen worden toegeschreven aan een hoge werkdruk met onvoldoende tijd als gevolg, gebrek aan kennis over geriatrische profielen, weinig collegialiteit en een beperkt empathisch vermogen of zelfreflectie bij medewerkers.
Om deze uitdagingen aan te pakken kunnen volgens hen verschillende oplossingen worden geïmplementeerd. Dit omvat op organisatorisch niveau het bespreekbaar maken van de missie, visie en waarden van het woonzorgcentrum bij alle medewerkers, het inzetten van de talenten van medewerkers op een breder scala van taken en het bevorderen van samenwerking tussen disciplines. Daarnaast kan er worden gedacht aan het om het vergroten van empathie en aandachtsgerichte zorg, zoals het organiseren van inleefdagen voor medewerkers, het verspreiden van gespreksstarters gebaseerd op het levensverhaal van bewoners en het actief bevragen van bewoners over hun wensen. Dit komt overeen met doelgerichte (empowerende) zorg, waarop de zorgsector vanuit het Vlaamse beleid dient op in te zetten.
Bij bewoners
De deelnemers erkennen dat er ook bij woonzorgbewoners valkuilen aanwezig zijn met betrekking tot de perceptie van veroudering, zoals het hanteren van vooroordelen over zichzelf en zich daarnaar gedragen. Sommigen bewoners vinden zich te oud om nog iets te leren of om nieuwe contacten aan te gaan en beschouwen zichzelf als minderwaardig. Dit kan leiden tot een passieve houding en weinig eigen inbreng. Geconfronteerd worden met negatieve aspecten van ouder worden kan een uitdaging zijn voor bewoners, evenals het vinden van een balans tussen autonomie en het respecteren van regels binnen het woonzorgcentrum.
Om deze valkuilen aan te pakken, is het belangrijk om de inspraak van bewoners te vergroten in zowel de zorgplanning als in de besluitvorming rondom zorg, bijvoorbeeld bij de keuze om in bad te gaan of bij het inrichten van de kamer. Op deze manier wordt de mens als individu gezien en niet slechts als een object van zorg. Levensverhalen dienen als basis voor vrije tijdsbestedingen en empowerment. Initiatieven zoals samen een ‘bewonersparlement’ organiseren binnen de voorziening en multidisciplinair overleg met zowel de familie als de bewoner dragen ook bij aan een grotere mate van inspraak van de bewoner.
Externe uitdagingen en mogelijkheden
Bij stagiaires
Deelnemers stellen dat ook studenten in (zorg)opleidingen uitdagingen ervaren met betrekking tot het werken in een woonzorgcentrum, vaak als gevolg van onbekendheid met de diversiteit van taken in zo’n setting en een te beperkte focus en beeldvorming op eenvoudige taken zoals steunkousen aantrekken of persoonlijke verzorging. Daarnaast is het van groot belang dat er ook aandacht gaat naar het psychosociale welzijn van bewoners en de communicatie met familieleden en andere betrokkenen. Binnen de opleiding zou hier meer aandacht aan mogen worden besteed. Daarnaast zijn stage-afspraken niet altijd even duidelijk, waardoor studenten soms aan hun lot worden overgelaten.
Om deze uitdagingen aan te gaan, zouden opleidingen een positievere beeldvorming van werken in een woonzorgcentrum moeten bevorderen door de complexiteit en variëteit van het werken in woonzorgcentra naar voren te brengen. Studenten dienen een goed beeld te krijgen over ‘het leven in een woonzorgcentrum’, waarbij zij kennismaken met verschillende disciplines en oudere volwassenen, het zogenaamde ‘insiders perspectief’. Ook zou er meer aandacht besteed kunnen worden aan ‘ageisme’ om vooroordelen te verminderen. Woonzorgcentra dienen tevens in contact te treden met scholen, waarbij ze bewoners inzetten als sprekers en inspiratiebronnen. Verder zouden duidelijkere stage-afspraken de stagiaires ondersteunen.
In de samenleving
Een negatieve kijk op wonen in woonzorgcentra wordt vaak beïnvloed door negatieve percepties over ouderenzorg en berichtgeving in de media. Er is een veronderstelling dat oudere volwassenen in een woonzorgcentrum hun zelfbeschikkingsrecht verliezen en daar wegkwijnen. Het woonzorgcentrum wordt dan gezien als een plaats waar men liever niet terechtkomt. Om deze negatieve kijk tegen te gaan, zou meer positieve berichtgeving in de media wenseljk zijn. Dit soort bercihten zijn er wel, maar komen te weinig naar buiten. Bijvoorbeeld televisieprogramma’s met bekende Vlamingen (BV’s) die meedraaien in een woonzorgcentrum zouden kunnen bijdragen aan een positieve en realistische beeldvorming. Negatieve berichtgeving in de media, met name tijdens de corona-periode, doen het imago van woonzorgcentra geen goed. Deze bevindingen komen overeen met een studie die in 2020, in volle corona-periode, werd uitgevoerd met betrekking tot mediaberichten over ouderenzorg. In totaal verschenen er 407 artikels in Vlaamse kranten en weekbladen, dewelke vrijwel altijd over het woonzorgcentrum gingen. Op zeer negatieve wijze en met straffe woorden werd er gecommuniceerd: ‘ophokplicht, goedbedoelde gevangenis, sterfhuizen, de schande van het spuitje’, et cetera. Het gehanteerde taalgebruik is vernietigend.
In directe nabijheid zou de betrokkenheid van de buurt moeten worden gestimuleerd. Een voorbeeld van een project is ‘De Soepbabbel’, waarbij mensen elkaar leren kennen tijdens een informeel moment. Daarnaast dient het leven in een woonzorgcentrum opener te worden gedeeld via sociale media en andere kanalen, om zo een realistischer, diverser en positiever beeld te geven waardoor het imago kan verbeteren.
Ageisme is een sluipend gif
Internationale studies bevestigen de verzamelde resultaten. Ze tonen aan dat ageisme diepgeworteld zit in onze samenleving en zich op alle niveaus manifesteert. Laten we streven naar een gebalanceerde kijk, die niet alleen oog heeft voor beperkingen, maar zeker ook voor mogelijkheden. Veroudering wordt nog steeds sterk geassocieerd met verlies, achteruitgang en eindigheid in onze cultuur. Hoewel deze aspecten zeker deel uitmaken van het ouder worden, is er meer. We moeten ook aandacht besteden aan wat nog wel mogelijk is en mensen hierin erkennen en aanmoedigen. De manier waarop je naar anderen en jezelf kijkt, beïnvloedt hoe je je gedraagt.
Zet beleidsmatig in op het tegengaan van ageisme
Woonzorgcentra staan vandaag voor tal van uitdagingen. Het inzetten op positieve en realistische beeldvorming van ouder worden in het woonzorgcentrum is daar één van. Een positieve en realistische kijk op ouder worden komt iedereen ten goede. Generaties kunnen van elkaar leren én er voor elkaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan een illustratie van afgelopen zomer. Truike (92 jaar) uit Lanaken woont in een woonzorgcentrum en gaat al 50 jaar mee op kamp als kookmoeder.
Een degelijke missie en visie, die ageisme tegengaat en gedragen wordt door alle medewerkers, bewoners en familieleden, vormt de basis voor een succesvolle aanpak. Tal van mogelijkheden om theorie naar praktijk om te zetten zijn inmiddels bekend en worden in de praktijk ook actief toegepast. Dit vormt een solide basis om op voort te bouwen, met de nadruk op een empowerende, interdisciplinaire en empathische benadering van ouder wordende indiviuen.
De anti-ageisme visie dient niet beperkt te blijven tot de context van het woonzorgcentrum. Het is niet alleen de verantwoordelijkheid van mensen die in de ouderenzorg wonen en werken om een anti-ageisme perspectief te omarmen. De gehele samenleving zou hiervan moeten profiteren, met de nadruk op het bevorderen van actief en gezond verouderen. Interactie met de lokale (zorgzame) buurt is de toekomst, waarbij we streven naar intergenerationeel contact, integratie van formele en informele zorg en een sterke intersectorale samenwerking. Een goede buur(t) is immers beter dan een verre vriend!