Ontstaan van Thematisch Netwerk
Met de verdergaande vergrijzing in Europa groeit ook de behoefte aan geschikte woningen en zorg thuis. Aanleiding voor woning- en zorgaanbieders, burgers, overheden van alle geografische levels om initiatieven hiertoe te nemen of te ondersteunen. Hierdoor is een rijk gemêleerd overzicht aan praktijkvoorbeelden, pilots, initiatieven en beleidsmaatregelen ontstaan (WHO, 2019; EIP AHA, 2018). Anderzijds valt op dat ondanks het uitwisselen van kennis en voorbeelden, veel initiatieven toch telkens opnieuw van de grond af ontwikkeld worden en dat opschaling uitblijft (Europese Commissie 2018a; Arentshorst & Peine 2018). Dit wordt vermoedelijk deels veroorzaakt doordat grondige samenwerking tussen constructie- en huizenindustrie en ICT ontbreekt, alsmede dat beide sectoren te weinig oog hebben voor de echte behoeften van gebruikers (burgers, zorgverleners) aan ICT en de fysieke leefomgeving binnen- en buitenshuis. Dit was voor sociale zorgverlener Cáritas Diocesana de Coimbra uit Portugal en het Nederlandse onderzoeks- en adviesbureau AFEdemy de aanleiding om met negen partners voor het Health Policy Platform van de Europese Commissie een voorstel voor een thematisch netwerk omtrent Smart Healthy Age-Friendly Environments (SHAFE) in te dienen. Tot de aanvankelijk negen partners behoort ook het European Construction and Technology Platform (ECTP) waar Universiteit Utrecht het Active Ageing & Design Committee voorzit en aldus plaatsneemt in het Presidium. Van de tien ingediende voorstellen werd SHAFE het meest gekozen en kon SHAFE vanaf april 2018 daadwerkelijk van start.
Een Joint Statement
SHAFE had in 2018 tot doel om een Joint Statement van partners voor de Europese Commissie in te dienen. Het Joint Statement bestaat uit drie onderdelen: een weergave van de huidige stand van zaken van smart healthy age-friendly environments in Europa, een overzicht van de gezamenlijke behoeften en de inzet van betrokken partners en tenslotte aanbevelingen voor de Europese Commissie. Om tot het Joint Statement te komen zetten de netwerkcoördinatoren enerzijds in op het verwerven van een breed draagvlak onder burgers, overheden, bedrijven en onderzoekers en anderzijds het in kaart brengen van de huidige stand van zaken door middel van eigen onderzoek.
Gevonden ervaringen en aanbevelingen
Met behulp van literatuuronderzoek, een online vragenlijst en interviews met 37 relevante stakeholders (Dantas e.a., 2018a) is getracht te achterhalen hoe mensen en locaties het beste toegerust kunnen worden om eHealth en age-friendly environments te realiseren. Uit de onderzoeken kwam als eerste naar voren dat om mensen daadwerkelijk in staat te stellen eHealth te gebruiken, het noodzakelijk is de nog steeds bestaande digitale kloof te overbruggen. Levenslang leren en co-creatie zijn waardevolle manieren hiertoe. Daarnaast kunnen te onoverzichtelijke en te kleine ruimten het gebruik van ICT hinderen. Daarom is het noodzakelijk dat constructiebedrijven reeds bij de planning van bouw of herstructurering van huizen en gebouwen in contact treden met de ICT-sector om samen te werken. Bovendien blijft een goede aansluiting van eHealth op de 3G, 4G of 5G infrastructuur nog steeds een issue. Ten tweede blijkt dat ervaringen, resultaten en gerichte aanbevelingen voor het realiseren van ondersteuning door middel van eHealth voor mensen met chronische ziekten of aandoeningen thuis amper te achterhalen zijn uit de Europese databases. Om brede implementatie beter mogelijk te maken, is het noodzakelijk goede voorbeelden en resultaten uit te wisselen. Nog te verzamelen en reeds verzamelde data zou beter gedeeld moeten worden ten behoeve van (toekomstig) onderzoek en beleid. Vervolgens kwam naar voren dat cross-sectorale samenwerking tussen constructie, ICT en de zorg essentieel is om smart healthy age-friendly environments te realiseren. Om deze samenwerking te bereiken is het nodig allianties op lokaal en regionaal niveau te stimuleren en aan te sturen op kennisuitwisseling, bijvoorbeeld in de vorm van gezamenlijke richtlijnen en standaarden. Tenslotte: eindgebruikers, zoals ouderen, patiënten en zorgverleners, moeten vanaf het begin bij de technologische ontwikkeling betrokken worden. Dit is de enige manier waarop ingespeeld kan worden op de echte vragen en behoeften van eindgebruikers.
Validatie en opzet Joint Statement
De uitkomsten van bovenvermelde onderzoeken zijn vervolgens gevalideerd in verschillende sessies met het tot inmiddels 142 partnerorganisaties gegroeide netwerk en overige belanghebbenden. Twee webinars vonden plaats en de uitkomsten waren onderwerp van discussie tijdens diverse netwerkbijeenkomsten en online consultering.
Het uiteindelijke Joint Statement (Dantas e.a., 2018b) hield het volgende in. Partners ondersteunen het door de Europese Commissie ontwikkelde beleid omtrent de digitalisering van zorg en welzijn in Europa (Europese Commissie, 2018b). Ten tweede willen partners met de Europese Commissie en nationale overheden komen tot een gezamenlijke visie op smart healthy age-friendly environments voor de langere termijn. Vervolgens bieden partners aan om het Europese beleid breed te communiceren en te helpen bij het stroomlijnen van de financieringsprogramma’s op de verschillende geografische levels. Ook roepen partners op tot meer aandacht voor implementatie en focus op onderzoeken met daadwerkelijke sociale en economische impact. Tenslotte stelt het Joint Statement voor dat bedrijven, onderzoek en overheden burgers beter ondersteunen bij het realiseren van gezonde digitale leefomgevingen.
Reactie Europese Commissie
Op 12 november 2018 presenteerden de coördinatoren het Joint Statement en plannen voor een toekomstig White Paper aan de Europese Commissie tijdens het Health Policy Platform congres. Het Joint Statement is door de Europese Commissie goed ontvangen. Zo ziet zij goede mogelijkheden tot samenwerking bij de totstandkoming van het White Paper. Ook is de Commissie positief over de aandacht voor implementatie en evidence-based geleverde zorg door eHealth. Bovendien denkt de Commissie aan verbinding met andere sectoren zoals transport, IT-telecom infrastructuur en dataverzameling. Ook geeft de Commissie aan dat in de nabije toekomst van de Europese partnerschappen SHAFE zeker een rol zal spelen.
Volgende stappen
Begin 2019 is het Thematisch Netwerk door de Europese Commissie omgezet in een Stakeholders Netwerk. De coördinatoren van SHAFE zullen de huidige 142 partners benaderen met de vraag of zij gezamenlijk mee willen blijven werken aan de totstandkoming van het White Paper in 2020. Het White Paper zal zich voornamelijk richten op het verbeteren van de implementatie van smart healthy age-friendly environments in Europa en voorziet daartoe de volgende stappen. Allereerst wordt het gesprek aangegaan met beleidsmakers op nationaal or regionaal niveau omtrent de financiële of faciliterende maatregelen die mogelijk zijn. Hierop volgt overleg met zorgverzekeraars en National health services over welke pakketten mogelijk zijn. Ook wordt nagegaan hoe gezondheid- en welzijnsorganisaties SHAFE kunnen realiseren. Vervolgens wordt met onderzoekers overlegd hoe zij levenslang leren, digitale competenties en preventie mogelijk kunnen maken. Tenslotte wordt met burgers nagegaan wat zij zelf kunnen realiseren, en hoe.
Rol van Nederland
Nederlandse partijen kunnen heel goed de Europese agenda beïnvloeden, zo blijkt. Het SHAFE netwerk leidt voor de coördinatoren en partners telkens weer tot nieuwe gesprekspartners en meerdere verzoeken om het netwerk te presenteren, zelfs tot op een APEC conferentie in Taipei (Taiwan, april 2019).
Betere implementatie en opschaling van eHealth was ook voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aanleiding om de stimuleringsregeling voor eHealth Thuis te lanceren. De vormgeving en het resultaat van deze regeling is een belangrijke input voor de White Paper en zou model kunnen staan voor maatregelen in andere Europese landen. Wordt vervolgd.