Een kleinschalige woonvoorziening
De Paladijn is een kleinschalige woonvoorziening in Geldrop voor mensen met dementie. Het is onderdeel van Vitalis en een van de vele locaties van deze organisatie die met name in Eindhoven gevestigd zijn. Bij De Paladijn wonen momenteel 24 bewoners met indicatie Verpleging & Verzorging VV05, Zorgzwaarte-profiel ZZP5. Zij hebben allen een eigen appartement met een slaapkamer, badkamer en een kleine keuken. In principe wonen zij zelfstandig, maar er zijn 24/7 medewerkers aanwezig om waar nodig zorg te bieden.
Behoud van eigen regie en het stimuleren van zelfredzaamheid zijn twee belangrijke principes binnen het begrip active ageing en leidend in de zorg bij De Paladijn. Active aging omvat maatregelen en initiatieven die ouderen helpen om langer gezond en zelfstandig te blijven leven. Dit varieert van lichamelijke activiteit en gezonde voeding tot sociale participatie, geestelijke stimulatie en het bevorderen van zelfredzaamheid (WHO, 2002).
Er wordt binnen De Paladijn altijd als eerste gekeken naar wat de bewoner nog zelf kan en hoe de medewerkers hierbij kunnen ondersteunen. Medewerkers moedigen daarbij de bewoners aan om zo lang mogelijk de regie te behouden door zelf keuzes te maken. Zo kunnen bijvoorbeeld bewoners die in staat zijn zelfstandig te douchen, zelf kiezen wanneer ze dat doen. Er wordt daarbij wel regelmatig gecontroleerd of er voldoende aandacht is voor de persoonlijke hygiëne. Ook bij het aankleden ’s ochtends proberen bewoners zo veel mogelijk zelf te doen. Begeleiding door middel van instructies wordt enkel geboden wanneer dit nodig is. De zelfredzaamheid van de bewoners wordt hierdoor behouden of zelfs vergroot, ziet men in de praktijk.
De visie van De Paladijn blijft het uitgangspunt voor bejegening, los van de mate waarin de dementie van de bewoner gevorderd is. Dat vraagt van de zorg dat zij meebeweegt, meegroeit en blijft zoeken naar het optimum tussen vrijheid, gedrag en veiligheid. Wanneer passende zorg bij uitzondering niet meer geboden kan worden binnen de kaders van de visie, bijvoorbeeld bij toenemende gedragsproblematiek, zal gezocht worden naar een nieuwe woonomgeving voor de bewoner die hier beter op afgestemd is. Aangezien De Paladijn een relatief nieuwe locatie is (sinds 2023), is dit nog niet voorgekomen.
Vrijheid boven beperking
In tegenstelling tot veel zorginstellingen voor ouderen met dementie is De Paladijn geen gesloten woonvoorziening. De bewoners kunnen en mogen zelfstandig naar buiten. Dit stimuleert eigen regie en beweging. Een deel van de bewoners gaat zelfstandig wandelen wanneer daar behoefte aan is. Sommige bewoners gaan zelfs met de fiets of lopend naar de supermarkt om boodschappen te doen. De bewoners dragen op die momenten wel een tracker voor het geval ze verdwalen. Op deze manier houden de zorgmedewerkers enige vorm van controle.
Waar De Paladijn tegenaan loopt, is dat mantelzorgers nog moeite hebben met het toepassen van deze visie op zelfredzaamheid. Medewerkers zien dat mantelzorgers, doorgaans met goede bedoelingen, taken uit handen nemen van bewoners, terwijl de bewoners deze in veel gevallen nog zelf zouden kunnen uitvoeren. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij dagelijkse activiteiten zoals koffiezetten, de was doen, boodschappen doen en het aantrekken van steunkousen.
Het overnemen van deze taken leidt tot een toename van afhankelijkheid en een afname van zelfvertrouwen bij de bewoners, waardoor de zelfredzaamheid van de bewoner achteruitgaat. Het zorgt er tevens voor dat de bewoners verwachten dat de medewerkers dit de volgende keer ook zullen doen. Dit vermindert de motivatie van bewoners om zelf actief te blijven. Daarnaast wordt het (opnieuw) aanleren van een activiteit of handeling belemmerd, omdat de bewoner de juiste stappen vergeet of vertrouwen in de eigen capaciteit verliest.
In gesprek met mantelzorgers en andere betrokkenen
Om mantelzorgers meer op één lijn te brengen met de visie en aanpak van De Paladijn met betrekking tot zelfredzaamheid, is er een kwalitatief onderzoek gestart met als doel de medewerkers van De Paladijn te voorzien van een effectieve interventie.
Het onderzoek bestond uit 11 semigestructureerde interviews met mantelzorgers. Het richtte zich op het gedrag en de kijk van mantelzorgers op de visie van De Paladijn en hoe die in de praktijk vormgegeven wordt. De interviews boden inzicht in hoe mantelzorgers de visie ervaren, welke uitdagingen zij hierbij tegenkomen en op welke manier zij ondersteund kunnen of willen worden.
Daarnaast hebben er interviews plaatsgevonden met een expert op het gebied van active ageing, een verpleegkundige medewerker van De Paladijn met specialisatie active ageing en de locatiemanager. Verder is er een focusgroep-bijeenkomst georganiseerd met een verpleegkundige en twee woonzorgbegeleiders werkzaam bij De Paladijn. Als laatste is er een korte brainstormsessie geweest met drie medewerkers over mogelijke interventies.
De conclusie van het onderzoek was dat alle mantelzorgers die deelgenomen hebben aan het onderzoek de visie begrijpen en in eigen woorden kunnen uitleggen. Ze zien ook het belang ervan voor de bewoners. De meerderheid van de mantelzorgers gaf aan de visie actief toe te passen tijdens bezoeken, maar een aantal van hen ervaart moeilijkheden hierbij. Twee mantelzorgers vroegen zich bijvoorbeeld af of het stimuleren van zelfredzaamheid nog nut heeft, nu hun naaste zo snel achteruitgaat. Zij kiezen er doorgaans voor hun naaste niet extra te belasten.
Sommige bewoners tonen weerstand tegen (keuze)vrijheid, wat de uitvoering van de visie bemoeilijkt. Mantelzorgers benadrukken de behoefte aan extra ondersteuning, met name op het gebied van veiligheid en hygiëne. Daarnaast wordt het belang van een vaste dagindeling voor hun naasten benoemd.
De gesprekken met medewerkers en de expert geven aan dat gedragsverandering bij mantelzorgers een uitdaging is, zeker omdat de meesten lange tijd overbelast zijn geweest met de zorg voor hun naaste. Om de visie zo goed mogelijk toe te passen, blijkt kennisoverdracht niet genoeg te zijn. Het creëren van de juiste omstandigheden om de visie toe te passen en de motivatie van de mantelzorgers spelen ook mee. De medewerkers benadrukken dat geduld, open communicatie en het begeleiden van mantelzorgers in hun rol essentieel is voor het vertrouwen van mantelzorgers.
Samenvattend kan er gesteld worden dat de mantelzorgers in het algemeen bereid zijn de visie op zelfredzaamheid toe te passen, maar daar in de praktijk ondersteuning en structuur bij nodig hebben.
Een duwtje in de goede richting
Op basis van de resultaten van het onderzoek is nagedacht over een geschikte aanpak die mantelzorgers helpt beter aan te sluiten bij de visie van de organisatie. Het moest volgens de medewerkers vooral iets laagdrempeligs worden, waarbij de mantelzorgers gestimuleerd worden activiteiten met bewoners te ondernemen in plaats van deze voor hen te doen.
De interventie is na vele ontwerpen, evaluaties en testrondes, een nudge geworden. Nudging is het veranderen of aanpassen van de keuzearchitectuur. Een nudge kan in veel contexten worden gebruikt om mensen bewust of onbewust een ‘duwtje in de goede richting’ te geven. Er wordt geen gebruik gemaakt van (financiële) beloningen en alternatieve opties worden niet beperkt. Mantelzorgers houden gewoon hun keuzevrijheid. Een nudge zorgt er enkel voor dat een bepaalde keuze of handeling aantrekkelijker wordt gemaakt.
De nudge kreeg vorm in een serie posters. De posters zijn laagdrempelig en direct zichtbaar voor de mantelzorgers. Ze hangen op plekken waar mantelzorgers vaak komen (de ingang, gangen en de gezamenlijke ruimte) wat zorgt voor een duidelijke zichtbaarheid (zie afbeelding 1). De posters laten op een beknopte en visueel aantrekkelijke manier zien wat mantelzorgers kunnen doen met bewoners in het kader van de visie. Het doel van de posters is dus om op een positieve manier gedrag te beïnvloeden. De koffieposter bijvoorbeeld stimuleert de mantelzorgers op het moment dat zij voor de koffieautomaat staan, om de koffie niet te halen voor de bewoner, maar hem of haar zelf de mogelijkheid te bieden die taak uit te voeren of hen erbij te betrekken. De overige posters fungeren als herinneringen aan de visie op zelfredzaamheid, door middel van voorbeelden en laagdrempelige activiteiten die samen met de bewoner uitgevoerd kunnen worden.

De vier posters die mantelzorgers inspireren om samen met de bewoner een taak uit te voeren
Verandering in de praktijk
Observaties lieten zien dat sommige mantelzorgers inmiddels bewuster bezig zijn met het stimuleren van de zelfredzaamheid van hun naaste. Eén mantelzorger bijvoorbeeld, moedigde haar moeder aan, anders dan voorheen, om zelf soep te halen. Een andere mantelzorger liet zich inspireren door de posters om samen met haar moeder de was te doen.
Uit de enquête waarin gevraagd werd in hoeverre de posters de mantelzorgers tot het gewenste gedrag stimuleerden, bleek dat de posters effectief zijn in het vergroten van het bewustzijn en het stimuleren van gezamenlijke activiteiten. De visuele aantrekkelijkheid en duidelijke boodschap spelen hierin een rol, gaven de mantelzorgers aan.
Hoewel deze resultaten positief zijn, is de impact niet voor alle mantelzorgers gelijk. De invloed van de posters hangt af van de persoonlijke situatie en motivatie van de mantelzorger. Eén mantelzorger vraagt zich af of de posters echt gedragsverandering teweegbrengen, terwijl een aantal mantelzorgers opmerkt dat de motivatie en emotionele toestand van de naaste vaak een grotere invloed hebben dan de posters zelf. Bovendien geven enkele mantelzorgers aan dat bepaalde activiteiten niet haalbaar zijn door de voortschrijdende dementie van hun naaste.
Hoe nu verder?
Wanneer iemand met dementie verhuist naar een zorginstelling waar zelfredzaamheid voorop staat, is het van belang dat de persoon zelf, maar ook zeker zijn of haar naasten, hierachter staan. Het is dus belangrijk dat er vooraf kritisch gekeken wordt of er een match is. Zo zouden er bijvoorbeeld doelen opgesteld kunnen worden en activiteiten worden bedacht waarmee de bewoner aan de slag gaat om zelfredzaamheid te bevorderen. Door deze handelingen of activiteiten met alle betrokkenen vooraf door te nemen, kan er tijdens de oriënterende gesprekken al getest worden in hoeverre deze aanpak passend is voor de potentiële bewoner en de mantelzorgers.
Het aanbieden van praktische voorbeelden is daarbij van wezenlijk belang. Door mantelzorgers te laten zien hoe zij de zelfredzaamheid van hun naaste kunnen stimuleren, door samen dingen te ondernemen in alledaagse situaties, krijgen zij handvatten om de visie daadwerkelijk toe te passen. Het is daarbij belangrijk dat de visie van De Paladijn constant visueel aanwezig is. Dit kan bijvoorbeeld door posters, brochures of digitale middelen die regelmatig worden gedeeld. Herhaling en variatie helpen de mantelzorgers om de werkwijze beter te begrijpen en toe te passen tijdens hun bezoek, zodat deze na verloop van tijd vanzelfsprekend wordt voor alle betrokkenen.
Omdat het onderzoek is uitgevoerd binnen het kader van de samenwerking tussen Vitalis en Fontys Sociaal Innovatiecentrum (SIC) Zorg en Wél-zijn zullen de aanbevelingen die uit het onderzoek naar voren komen, opgepakt worden als startpunt voor een vervolg. Op dit moment is een nieuwe student toegepaste psychologie bezig met een afstudeeropdracht binnen De Paladijn, waarbij gekeken wordt hoe de afstemming en samenwerking tussen medewerkers en mantelzorgers versterkt kan worden. Verder wordt er gekeken hoe en in hoeverre de resultaten van het uitgevoerde project ingezet kunnen worden op andere locaties van de organisatie. Omdat het SIC Zorg en Wél-zijn jaarlijks niet alleen een tiental afstudeerders ondersteunt bij hun projecten voor Vitalis, maar ook een tien- tot vijftiental stagiairs aan het werk zet binnen een grote diversiteit aan projecten, is dit voor die laatsten een mooie kans om hiermee aan de slag te gaan en zo de organisatie te ondersteunen bij de nodige zorginnovatie.