2601 Weergaven
51 Downloads
Lees verder
Stel dat je een onderzoeksproject bent gestart met senioren over goed en gezond ouder worden in de wijk. En dat het doel is om hen te laten participeren als co onderzoekers in alle fasen van je onderzoek, zowel bij het ontwerp, de uitvoer als de evaluatie. Wat als dan de coronacrisis uitbreekt, is participatie van senioren dan nog mogelijk en verstandig? Wij leerden dat er meer mogelijk en wenselijk is dan je denkt.

Senioren betrekken bij onderzoek

Steeds vaker worden senioren nauw betrokken bij onderzoek. Door hen te laten participeren sluiten de activiteiten, interventies en het beleid dat je ontwikkelt beter aan bij hun wensen, behoeften en talenten. Senioren kunnen op verschillende manier participeren in onderzoek. Ze kunnen als klankbordgroep fungeren, zoals bij het tot stand komen van het uitvoeringsprogramma Rotterdam, Ouder en Wijzer (Gemeente Rotterdam, 2019). Senioren werden daar gevraagd te reageren op plannen. Een ander voorbeeld is te vinden in Van Hoof et al. (2020) over de ontwikkeling van een gevalideerde vragenlijst over seniorvriendelijkheid van de stad. Een panel van senioren beoordeelde onder andere de leesbaarheid. In de ontwikkeling van de vragenlijst of het bepalen van het proces participeerden de senioren niet. Senioren ook in het ontwerp en de uitvoer van onderzoek laten participeren is tijdrovend – maar zorgt mogelijk voor nog betere aansluiting bij hun leefwereld. Bovendien zorgt participatie ook voor langdurige sociale contacten voor de senioren; die zeer welkom zijn in tijden van corona.

Het coronavirus en verschraling van het sociale leven

In de speciale corona-inclusieve uitgave van de door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) uitgebrachte ‘Volksgezondheid Toekomstverkenning’ wordt beschreven dat de effecten van de coronacrisis harder aankomen bij kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals mensen met een lagere sociaaleconomische positie, mensen met onderliggende gezondheidsproblemen en senioren (RIVM, 2020). Ze benadrukken daarbij dat het niet alleen gaat om de directe gevolgen, zoals de kans om ziek of werkloos te worden, maar ook om de meer indirecte gevolgen in de toekomst. Voor senioren zien zij vooral het risico van het verschralen van het sociale leven, dat eenzaamheid in de hand werkt. Senioren ontvangen minder bezoek en veel activiteiten in bijvoorbeeld wijkcentra zijn in kleinere aantallen of vinden niet meer plaats. Daardoor hebben zij minder sociale contacten, wat tot eenzaamheid kan leiden.

Project MAPZ

Dat eenzaamheid onder senioren een maatschappelijk probleem is, bleek ook in project MAPZ (‘Meedenkend, Actief en Participerend Zwolle’). MAPZ is een participatief actieonderzoeksproject binnen de integrale aanpak Zwolle Gezonde Stad, gericht op het verkleinen van kansenongelijkheid in gezondheid en welzijn.

Participatief actieonderzoek
Participatief actieonderzoek is een onderzoekbenadering die de laatste jaren steeds populairder is geworden. ‘Participatief’ betekent dat de mensen waar het om gaat, deelnemen in alle fasen van het project (Minkler & Wallerstein, 2011). Zij doen en denken mee vanaf het begin: bijvoorbeeld bij het nagaan waar behoefte aan is en waar de wensen liggen, en op basis daarvan activiteiten, beleid of een interventie ontwikkelen. Ook zijn zij betrokken bij de uitvoering en bij de evaluatie of doorontwikkeling van de interventie of het beleid. Participatief actieonderzoek heeft als doel om sociale verandering teweeg te brengen. Het woordje ‘actie’ in participatief actieonderzoek slaat namelijk op het feit dat er ook acties volgen uit de opgehaalde kennis. De vervolgstappen in het onderzoek zijn vooraf niet bekend, maar worden bepaald op basis van bevindingen in de eerdere stappen. De inzichten in iedere stap bepalen hoe er verder wordt gegaan. Door het afwisselen van informatie ophalen en actie is het een lerende aanpak.

In het voorjaar van 2020 is een enthousiaste werkgroep van zelfstandig wonende senioren in de Zwolse wijk Stadshagen gestart met participatief actieonderzoek in project MAPZ. Het lectoraat Gezonde Samenleving werkt samen met WijZ Welzijn en de senioren aan het onderwerp ‘gezond en goed ouder worden in de wijk’. WijZ Welzijn, hogeschool Windesheim en andere netwerkpartners van Zwolle Gezonde Stad vinden het namelijk belangrijk dat de aanpak, interventies en activiteiten die zij uitvoeren aansluiten bij de leefwereld van bewoners. De betrokken welzijnswerker zag tijdens zijn werkzaamheden dat er veel ouderen in de wijk Stadshagen wonen, maar dat over hun behoeften en wensen bij professionals weinig bekend is. De participerende senioren zijn zes kwieke 65-plussers die zichzelf na werving via flyers in het wijkcentrum hebben aangemeld. Ook zijn enkele senioren actief benaderd door de welzijnswerker. Daarbij is rekening gehouden met in welke buurt de deelnemer woont, om een goede spreiding over de wijk te hebben. We weten dat deze senioren die zichzelf hebben aangemeld en gezond genoeg zijn om te participeren niet álle ouderen in de wijk kunnen vertegenwoordigen. Ook voor senioren die bijvoorbeeld minder interesse hebben om deel te nemen aan een project, het te spannend vinden, niet voldoende taalvaardig zijn of mindervalide zijn willen we aandacht hebben. Daarom is de werkgroep van senioren slechts het beginpunt van het traject.

De eerste twee bijeenkomsten, begin 2020, met de werkgroep van senioren stonden in het teken van thema’s bepalen die senioren belangrijk vinden bij het gezond en goed ouder worden. In die twee inspirerende bijeenkomsten werd door de senioren ‘sociale contacten’ vaak genoemd als antwoord op de vraag wat ervoor zorgt dat men goed en gezond ouder wordt. De senioren geven aan dat ze veel eenzaamheid bij hun wijkgenoten zien, en dat een gebrek aan sociale contacten daar een oorzaak van zou kunnen zijn. Gezond ouder worden, zeker in tijden van corona, gaat niet alleen over de afwezigheid van ziekten, maar ook over het hebben van sociale contacten en een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Naast ‘sociale contacten’ kwamen ook thema’s als de ‘fysieke leefomgeving’ (bijvoorbeeld bankjes als rustpunt), ‘veiligheid’ en ‘informatievoorziening rondom welzijn en zorg’ als belangrijk naar voren. We kwamen tot deze vier thema’s door gesprekken te voeren op basis van een groot afgedrukte plattegrond van de wijk en gebruik te maken van de Leefplekmeter (Pharos, 2019). De Leefplekmeter is een onderzoeksinstrument ontwikkeld door Pharos en helpt om een buurt, wijk of dorpskern te beoordelen. De Leefplekmeter zorgde ervoor dat we gestructureerd in gesprek konden gaan over de wijk. De werkgroepleden gaven individuele scores aan veertien indicatoren van de leefplek, bijvoorbeeld ‘natuur en groen’ of ‘schoon en netjes’. Daarna lichtten de senioren hun scores toe en berekenden we de gemiddelden. Door gemiddelde scores te vergelijken en de scores te bespreken werd duidelijk op welke thema’s verbetering mogelijk is. Kenmerkend voor participatief actieonderzoek is dat de werkgroep van senioren vervolgens zelf onderzoek doet naar de geïdentificeerde thema’s, via vragenlijsten of interviews bij wijkgenoten (ook minder kwieke senioren in de wijk). Op basis van de conclusies daarvan kunnen ze dan acties gaan uitvoeren.

Het belang van flexibiliteit

Het is kenmerkend voor participatief actieonderzoek dat je vooraf niet weet hoe het project zal verlopen (zie kader). Deze flexibiliteit was zeker nodig bij project MAPZ. Tijdens de eerste corona lockdown in maart 2020 waren er geen groepsactiviteiten meer mogelijk. Dat was jammer, want het initiële idee was om tweewekelijks bijeen te komen met de werkgroep. Toen senioren werd geadviseerd thuis te blijven, kozen wij als onderzoekers er in eerste instantie voor project MAPZ tijdelijk helemaal stil te leggen, zonder overleg met de senioren zelf. Het was immers niet meer mogelijk om als werkgroep bij elkaar te komen zoals we tot dan toe hadden gedaan. Maar naarmate het duidelijker werd dat de coronacrisis nog wel een tijd zou voortduren, gingen we samen met de senioren op zoek naar mogelijkheden om het project toch op één of andere manier door te laten gaan. We belden met de participerende senioren en overlegden over mogelijkheden om het project voort te zetten. Want we kunnen als onderzoekers wel denken dat project MAPZ niet door kan gaan, omdat we de senioren niet in gevaar willen brengen, maar de werkgroepleden bleken zelf nog genoeg mogelijkheden te zien om toch iets te kunnen doen met elkaar. De senioren kwamen bijvoorbeeld met het idee om 1-op-1 wandelingetjes door de wijk te doen. Aangevuld met contact via e-mail en telefoon konden we zo toch met elkaar een vragenlijst ontwikkelen om meer informatie bij andere senioren in de wijk op te halen. Online elkaar ontmoeten bleek geen mogelijkheid: niet alle werkgroepleden hebben een webcam of computer. Door toch contact te houden in de periode dat we als werkgroep niet fysiek bij elkaar konden komen, hielden we betrokkenheid van de participerende senioren. Toen het aantal coronabesmettingen weer afnam en de maatregelen het weer toestonden waren de senioren snel bereid weer bijeen te komen in het wijkcentrum. De eerste keer weer was eind juni, ongeveer vier maanden na de laatste bijeenkomst. Uiteraard op gepaste afstand. Eind 2020 was de vragenlijst klaar en kon de dataverzameling onder wijkgenoten beginnen. De vragenlijsten werden verspreid in het eigen netwerk van de werkgroepleden en onder andere wijkgenoten. Een deelnemer ging bijvoorbeeld persoonlijk langs de deuren bij al haar mede-flatbewoners. Dit leverde veel ingevulde vragenlijsten op – en ook veel nieuwe contacten.

De leefwereld van de deelnemer centraal

Bij participatief actieonderzoek staat de leefwereld van de deelnemer centraal. Meerdere malen werd in project MAPZ bevestigd hoe belangrijk dit is. Als onderzoeker kun je namelijk best logische gedachten hebben over wat de deelnemer denkt of wil, maar je inschatting kan er nog wel eens naast zitten. Zo schatten wij in eerste instantie in dat de senioren ‘vast niet bij elkaar willen komen in verband met risico op een coronabesmetting’, terwijl zij juist zaten te popelen om de draad weer op te pakken met het project. We voelden zelf ook een verantwoordelijkheid voor het beperken van een risico op besmetting bij hen. Toch zagen de senioren niet in waarom bij elkaar komen niet zou kunnen, met gepaste maatregelen en afstand in het wijkcentrum. Een vergelijkbare situatie deed zich voor toen we als onderzoeker en welzijnswerker in de voorbereiding op een werkgroepbijeenkomst bespraken of we het coronavirus en de impact daarvan meer centraal moesten stellen in project MAPZ. Hoe urgent zijn bankjes in de wijk en veiligheid nog als het coronavirus zo veel impact heeft op de eenzaamheid onder senioren? Wij dachten dat we wellicht door moesten gaan met onderzoek doen op dat ene thema ‘sociale contacten’ en de andere drie thema’s (‘fysieke leefomgeving’, ‘veiligheid’ en ‘informatievoorziening’) wat meer zouden moeten loslaten. Maar wat bleek? Daar dacht de werkgroep van senioren heel anders over. “Alles gaat tegenwoordig al over corona”, zei een werkgroeplid. De werkgroepleden merkten op dat project MAPZ gaat over hoe je goed en gezond ouder kunt worden in de wijk. Ook in de toekomst, dus na corona. Wederom werd bevestigd: je kunt niet vóór de senioren denken.

Geleerde lessen

Door samen te werken met senioren als gelijkwaardige onderzoekers in project MAPZ dragen we bij aan seniorenparticipatie in de Zwolse wijk Stadshagen. Naast dat de werkgroepleden hierin plezier hebben, sluiten hierdoor ook de aanpak Zwolle Gezonde Stad en activiteiten van WijZ Welzijn beter aan bij de leefwereld van senioren. Het project inspireert WijZ Welzijn om ook in de andere Zwolse wijken met bewoners aan de slag te gaan met de ontwikkeling van bijvoorbeeld hun activiteitenprogramma. Welke acties wij als werkgroep gaan uitvoeren in de wijk Stadshagen zal blijken na analyse van de vragenlijsten, hetgeen we ook samen met de senioren gaan doen. Wij leerden als onderzoekers dat we niet huiverig hoeven te zijn met participatie van senioren – volgens de senioren zelf was bijvoorbeeld van alles mogelijk om met project MAPZ door te gaan, ook in tijden van corona. Belangrijk is om flexibel en creatief te zijn, en vooral ook de ruimte te laten voor de bewoner zelf. Het inspireerde ons om een bewoner op te nemen als lid van de adviesraad van het grotere onderzoek. Meedenken op strategisch niveau bleek ook mogelijk voor deze wijkbewoner. Het belang om de doelgroep zelf te vragen wat ze belangrijk vinden, zowel in het verloop van het project over de thema’s die behandeld zullen worden als over de manier waarop informatie wordt verzameld, werd in project MAPZ bevestigd. Participatief actieonderzoek is hier juist geschikt voor doordat inhoud en de te nemen stappen niet vooraf vastliggen.

Literatuurlijst

  1. Gemeente Rotterdam (2019). Uitvoeringsprogramma Rotterdam, ouder & wijzer. Rotterdam: Gemeente Rotterdam.
  2. Minkler, M. & Wallerstein, N. (2011). Community-based participatory research for health: From process to outcomes: John Wiley & Sons.
  3. Pharos (2019). Leefplekmeter. Geraadpleegd via https://www.pharos.nl/kennisbank/de-leefplekmeter-wat-vind-je-van-je-leefplek/.
  4. Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (2020). Corona-effecten op termijn vooral voor kwetsbare groepen ingrijpend. Volksgezondheid Toekomst Verkenning. Geraadpleegd via https://www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/.
  5. Van Hoof, J., Dikken, J., van den Hoven, R., Van Staalduinen, W. & Hulsebosch-Janssen, L. (2020). Hoe breng je de seniorvriendelijkheid van steden in kaart? De ontwikkeling van een gevalideerde vragenlijst. Geron, 22(4).