1274 Weergaven
3 Downloads
Lees verder

Veel grootouders passen regelmatig op hun kleinkinderen. Op die manier ondersteunen ze de jongere generaties – hun kinderen – bij het combineren van arbeid en zorg. Ook investeren ze door op te passen in de relaties met hun kleinkinderen. Vaak zien opa’s en oma’s het oppassen als een betekenisvolle tijdsbesteding. Het is echter ook goed mogelijk dat het oppassen op de kleinkinderen gepaard gaat met spanningen, bijvoorbeeld omdat grootouders het zorgen voor de kleinkinderen als zwaar ervaren, of omdat ze zich verplicht voelen om de zorg op zich te nemen. Hoe ervaren grootouders de zorg voor hun kleinkinderen nu eigenlijk? In een onderzoek van het NIDI onder werkenden in de leeftijd van 60-65 jaar, is aan grootouders die ten minste wekelijks oppassen gevraagd hoe zij de zorg voor de kleinkinderen ervaren. In de grafiek is af te lezen dat nagenoeg alle bestudeerde grootouders (98%) het erg/ tamelijk leuk vinden om op te passen. Tegelijkertijd ervaart een aanzienlijk deel van de grootouders – ongeveer één op de vijf – het oppassen als erg/ tamelijk zwaar. Ongeveer 10% voelt zich erg/ tamelijk verplicht om op de kleinkinderen te passen. Plezier beleven aan het oppassen op de kleinkinderen sluit dus niet uit dat het oppassen ook op aspecten als belastend kan worden ervaren.

Ervaringen van grootouders (leeftijd 60-65) die ten minste wekelijks oppassen op hun kleinkinderen

Bron: NIDI Werk en Pensioenpanel 2015 (N= 1.390)