910 Weergaven
57 Downloads
Lees verder
Dat de fysieke gezondheid achteruit gaat bij het ouder worden is welbekend. Over de relatie tussen leeftijd en mentale gezondheid en eenzaamheid is minder bekend. Dit artikel laat zien dat mentale gezondheid van ouderen in Nederland na hun vijftigste levensjaar verbetert tot op hoge leeftijd. Eenzaamheid vermindert met het ouder worden tot op zeer hoge leeftijd. Wat dat betreft is ouder worden zo gek nog niet.

Inleiding

Jonge mensen hebben vaak grote verwachtingen over hun toekomst. Ze hebben een fantastische partner, een leuke groep vrienden, een prachtige baan, uitstekende vooruitzichten en een prima gezondheid. Met het ouder worden komen veel mensen er achter dat hun leven niet zo geweldig is als ze dachten dat het zou worden toen ze nog jong waren. Hun fantastische partner heeft hen verlaten, hun leuke groep vrienden is om soms kleinzielige redenen uiteengevallen, hun baan is ietwat teleurstellend, in hun carrière zijn ze vastgelopen en fysiek voelen ze zich minder goed met pijntjes hier en daar en met slapeloze nachten die vaker wel dan niet voorkomen. De grote verwachtingen veranderen niet van de ene op de andere dag. Het is iets sluipends. Onvervulde verwachtingen maken deel uit van het leven en zo rond hun vijftigste hebben veel mensen dat geaccepteerd. Na hun vijftigste gaat de fysieke aftakeling door, dat is bekend. Over hoe de mentale gezondheid zich ontwikkelt en hoe eenzaamheid wordt ervaren is minder duidelijk. Dit artikel gaat hierover; over hoe mentale gezondheid en eenzaamheid veranderen met het ouder worden.

Onderzoeksgegevens

Mijn analyse is gebaseerd op gegevens uit het LISS panel waarin allerlei persoonlijke informatie wordt verzameld over individuen en huishoudens, inclusief mentale gezondheid en eenzaamheid. 1

Ik gebruik informatie over personen in de leeftijd van 51 tot 80 jaar die jaarlijks is verzameld in de periode 2008-2018. In totaal beschik ik hiermee over ongeveer 25.000 waarnemingen van ongeveer 5.000 personen (zie voor meer informatie Van Ours, 2021).

Als maatstaf voor mentale gezondheid gebruik ik de Mental Health Inventory 5 (MHI-5) indicator die is gebaseerd op antwoorden op twee positieve en drie negatieve vragen over ervaringen in de afgelopen vier weken. De vragen zijn:

  1. Voelde u zich erg zenuwachtig?
  2. Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?
  3. Voelde u zich kalm en rustig?
  4. Voelde u zich neerslachtig en somber?
  5. Voelde u zich gelukkig?

Iedere vraag kan beantwoord worden met: voortdurend, meestal, vaak, soms, zelden of nooit. Bij de positief geformuleerde vragen 3 en 5 zijn voor de antwoorden de waarden 5, 4, 3, 2, 1 of 0 toegekend. Bij de negatief geformuleerde vragen 1, 2 en 4 zijn de omgekeerde waarden toegekend. De som van de scores is vermenigvuldigd met 4 waardoor het minimum 0 en het maximum 100 is. De MHI-5 is een internationaal veel gebruikte indicator. Het grote voordeel ervan is dat er niet rechtstreeks wordt gevraagd naar mentale gezondheidsproblemen. Op rechtstreekse vragen zijn respondenten minder geneigd een antwoord te geven.

Figuur 1 geeft de verdeling weer van de mentale gezondheid score voor de oudere respondenten in het LISS-panel. Er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen, maar het overwegende beeld is dat de mentale gezondheid goed is. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gebruikt een score van 60 als grens tussen mentaal gezond en mentaal ongezond (zie Driessen, 2011). In het LISS-panel had 85% van de oudere mannen en 80% van de oudere vrouwen een mentaal gezonde score van meer dan 60.

Figuur 1. Verdeling van mentale gezondheid bij mannen en vrouwen van 51-80 jaar

Als maatstaf voor eenzaamheid gebruik ik een score gebaseerd op het antwoord op zes vragen (De Jong Gierveld & van Tilburg, 2006):

  1. Ik ervaar een leegte om me heen
  2. Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen
  3. Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen
  4. Ik mis mensen om me heen
  5. Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel
  6. Vaak voel ik me in de steek gelaten

Er zijn drie mogelijke antwoorden op elke vraag: ja, min of meer of nee. Bij de positief geformuleerde vragen 2, 3 en 5 heb ik de score 0, 1 of 2 toegekend. Bij de negatief geformuleerde vragen 1, 4 en 6 is de score 2, 1 of 0. Eenzaamheid bereken ik als de som van de scores over alle vragen die hiermee kan variëren van 0 (niet eenzaam) tot 12 (erg eenzaam). 2

De vragen meten de intensiteit van de ervaren eenzaamheid op het moment van vraagstelling en hebben geen betrekking op een specifieke tijdsperiode.

Figuur 2 geeft de verdeling weer van de eenzaamheid voor de oudere respondenten in het LISS-panel. Slechts weinig mensen blijken zich eenzaam te voelen. Van de mannen heeft 37% een score van 0; bij de vrouwen is dat 43%. Volgens het CBS is bij deze weging van de vragen een persoon eenzaam bij een score van 7 of meer (zie van Beuningen, Coumans & Moonen, 2018). Dat is slechts voor 5% van de mannen en vrouwen het geval.

Figuur 2. Relatie tussen leeftijd en eenzaamheid bij mannen en vrouwen van 51-80 jaar

De grafieken van figuur 3 en 4 geven de gemiddelde relatie weer tussen enerzijds leeftijd en anderzijds mentale gezondheid en eenzaamheid. Een gemiddelde relatie zegt niet alles over de gevolgen van ouder worden. Zowel mentale gezondheid als eenzaamheid worden ook beïnvloed door ingrijpende gebeurtenissen die zich met het ouder worden kunnen voordoen: echtscheiding, overlijden van de partner, baanverlies en pensionering.

Figuur 3 geeft de relatie weer tussen mentale gezondheid en leeftijd van oudere mannen en vrouwen. De hoogste score voor mentale gezondheid is voor mensen van 65 tot 75 jaar met een lagere score aan de twee uiteinden. Mentale gezondheid scoort minder goed bij vrouwen.

Figuur 3. Relatie tussen leeftijd en mentale gezondheid bij mannen en vrouwen van 51-80 jaar

Figuur 4 geeft de relatie weer tussen eenzaamheid en leeftijd van oudere mannen en vrouwen. Mannen geven wat vaker aan eenzaam te zijn dan vrouwen en mensen boven de 65 jaar zijn minder eenzaam dan mensen begin 50.

Figuur 4. Relatie tussen leeftijd en eenzaamheid bij mannen en vrouwen van 51-80 jaar

Mentale gezondheid en eenzaamheid vóór en ná een ingrijpende gebeurtenis

In Van Ours (2021) heb ik onderzocht wat de invloed is van het ouder worden op zich als ik met deze gebeurtenissen rekening houd. Hierbij maak ik geen vergelijking tussen mensen, maar maak ik gebruik van veranderingen zoals die worden geconstateerd in het LISS-panel. Doordat mensen worden gevolgd in de tijd kan ik mentale gezondheid en eenzaamheid vergelijken vóór en ná een ingrijpende gebeurtenis. Het grootste negatieve effect op mentale gezondheid wordt veroorzaakt door het overlijden van de partner. Daarna volgt bij de mannen echtscheiding en werkloos worden. Bij de vrouwen volgt eerst werkloos worden en daarna echtscheiding. Pensionering heeft zowel bij mannen als vrouwen een positief effect op de mentale gezondheid. Al deze gebeurtenissen veroorzaken een hoger gevoel van eenzaamheid. Als ik rekening houd met de effecten van deze gebeurtenissen, blijkt er tussen leeftijd en mentale gezondheid een niet-lineair verband te bestaan. In eerste instantie neemt de mentale gezondheid toe met de leeftijd, maar op hogere leeftijd draait dit verband om en worden mensen mentaal ongezonder bij het ouder worden. Bij mannen ligt de maximale mentale gezondheid bij 75 jaar, bij vrouwen is dat 77 jaar. Rekening houdend met genoemde gebeurtenissen bestaat er voor de relatie tussen leeftijd en eenzaamheid wel een eenduidig verband: eenzaamheid blijft afnemen met leeftijd. Bij mannen lijkt er net voor het tachtigste levensjaar sprake van een toename van de eenzaamheid, maar of dit een permanent verschijnsel is of een fluctuatie, zoals die zich ook voordoen bij lagere leeftijden, is niet duidelijk. 

Ouder worden kan gepaard gaan met verschijnselen zoals een slechtere gezondheid, een lager inkomen of een kleinere kennissenkring. Dit wordt weerspiegeld in het leeftijdseffect. Om een indruk te geven van de omvang van deze leeftijdseffecten in vergelijking met die van de ingrijpende gebeurtenis van het verlies van een partner heb ik de volgende vergelijking gemaakt. De mentale gezondheid neemt lange tijd toe met de leeftijd terwijl de eenzaamheid daalt tot op hoge leeftijd. Mannen die geconfronteerd worden met het overlijden van hun partner krijgen een negatieve mentale gezondheidsschok en ervaren een toegenomen eenzaamheid. Wanneer dit gebeurt als ze begin 50 zijn hebben ze 20 jaar nodig om te herstellen. Dat wil zeggen pas op hun zeventigste hebben ze een mentale gezondheid en eenzaamheid die gelijk is aan de situatie net voor het overlijden van hun partner. Bij vrouwen doet dit zich ook voor, maar de effecten zijn anders. Een vrouw heeft 11 jaar nodig om qua mentale gezondheid te herstellen van het overlijden van haar partner. Qua eenzaamheid doet ze daar 30 jaar over.

Ouder worden is zo gek nog niet

Mentale gezondheid en eenzaamheid veranderen met het ouder worden onder invloed van ingrijpende gebeurtenissen en onder invloed van het ouder worden zelf. Ouder worden gaat op zich samen met betere mentale gezondheid en minder eenzaamheid. Waarom dat zo is, is niet duidelijk. Het zou kunnen zijn dat de mentale gezondheid van mensen verbetert omdat ze een beter begrip krijgen over het leven en wat dat geeft en neemt. Het zou kunnen zijn dat eenzaamheid vermindert met het ouder worden omdat er een ander perspectief op het leven ontstaat. Jonge mensen waarderen opwinding en een hoge frequentie van sociale interactie terwijl oude mensen rust waarderen en niet het aantal maar de kwaliteit van de sociale interactie. Hoe het ook zij, ouder worden lijkt geen negatieve effecten te hebben op mentale gezondheid of te leiden tot een grotere eenzaamheid. Integendeel. Wat dat betreft is ouder worden zo gek nog niet.

Noten

  1. LISS = Longitudinal Internet Studies for the Social Sciences. De LISS gegevens worden verzameld door het Tilburgse onderzoeksinstituut Centerdata (https://www.centerdata.nl/liss-panel). Op de website wordt de volgende informatie gegeven: “Het LISS panel bestaat uit ongeveer 7.500 panelleden uit 5.000 huishoudens. Panelleden vullen elke maand meerdere vragenlijsten in met een totale invulduur van gemiddeld 30 minuten. Eén lid van het huishouden verstrekt de gegevens van het huishouden en werkt deze informatie regelmatig bij. Panelleden krijgen een financiële vergoeding voor elke ingevulde vragenlijst. Huishoudens die anders niet zouden kunnen deelnemen, worden voorzien van een computer en internetverbinding.” Het panel is gebaseerd op een reële kans-steekproef van huishoudens uit het bevolkingsregister van het CBS. Zelfaanmelding is niet mogelijk. Volgens Centerdata wordt zo de samenstelling en representativiteit van het panel gewaarborgd.
  2. Let wel, dit is hoe de UCLA loneliness scale wordt geconstrueerd (zie van Beuningen, Coumans & Moonen, 2018). De Jong Gierveld & van Tilburg (2006) gebruiken per vraag een binaire score (0 of 1) waarbij de scores 1 en 2 zijn samengevoegd tot 1.

Literatuurlijst

  1. De Jong Gierveld, J., &  Van Tilburg, T. (2006). A 6-item scale for overall, emotional, and social loneliness confirmatory tests on survey data. Research on Aging, 28 (5), 582-598.
  2. Driessen, M. (2011). Geestelijke ongezondheid in Nederland in kaart gebracht. Voorburg: Centraal Bureau voor de Statistiek.
  3. van Beuningen, J., Coumans, M., & Moonen, L. (2018). Het meten van eenzaamheid. Voorburg: Centraal Bureau voor de Statistiek.
  4. Van Ours, J.C. (2021). What a drag it is getting old? Mental health and loneliness beyond age 50. Applied Economics, 53 (31), 3563-3576.