1355 Weergaven
5 Downloads
Lees verder
Blijven doorwerken tot aan de pensioenleeftijd is niet vanzelfsprekend. Werknemers boven de 50 hebben een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt terwijl ze nog meer dan 15 jaar werkzaam leven voor de boeg hebben. Als ouder wordende werknemers werkloos worden, komen ze moeilijk weer aan de slag. Dit probleem is anno 2017 actueel maar het speelt al veel langer.

Reeds in 1977 schrijft de SER hierover: “Het is een ervaringsfeit dat oudere werknemers moeilijk opnieuw aan de slag kunnen komen wanneer zij eenmaal werkloos zijn geworden.”

Nu het beter gaat met de economie, ontstaat er een krapte op de arbeidsmarkt waardoor bedrijven moeite hebben om vacatures vervuld te krijgen. Een voordeel voor kwetsbare werknemers zou je denken maar de werkelijkheid is anders. De schrijnende situatie van werkloze ouderen komt met enige regelmaat in de publiciteit. Tijd om weer eens te kijken wat er aan de hand is: zijn ouderen vaker werkloos, hoe lang zijn zij dan werkloos, hebben 50-plussers helemaal geen kans meer en zijn er nog oplossingen? Op dit moment worden twee oplossingen prominent in het debat naar voren geschoven, namelijk: a) de invoering van het basisinkomen en b) het afschaffen van de sollicitatieplicht. In dit artikel bespreken wij de recente cijfers over de langdurige werkloosheid van ouderen in Nederland en gaan wij na wat de implicaties van een basisinkomen en het afschaffen van de sollicitatieplicht voor langdurige werkloosheid zijn. Daarbij maken we ook gebruik van een analyse op paneldata die uitgevoerd is in het kader van door Instituut Gak gesubsidieerd onderzoek naar hoe het 50-plussers vergaat die werkloos worden en wat nodig is om hun (arbeids) situatie te verbeteren.

Hoeveel ouderen zijn werkloos?

Recente cijfers van het CBS (2017) laten zien dat er in Nederland sprake is van een aantrekkende economie en een dalende werkloosheid, ook onder ouderen. De werkloosheid onder 50-plussers daalt echter langzamer vergeleken met jongeren en vooral langdurig werkloze ouderen komen moeilijk weer aan het werk. In oktober 2017 was het percentage WW-gerechtigden met een procentpunt gedaald ten opzichte van een jaar ervoor: van 4,7% naar 3,8%. Bij de 50-plussers was dezelfde daling zichtbaar, alleen gaat het dan om een verschil van 7,2% naar 6,1%. Het percentage werkzoekenden met een uitkering Werkloosheidswet (WW) is onder 50-plussers het hoogste van alle leeftijdscategorieën. Ook binnen de groep oudere werklozen zien we dat naarmate iemand ouder wordt, de werkhervattingskans na instroom in de WW nog afneemt. Het actieplan verbetering arbeidsmarktpositie 50-plussers constateert dat in 2015 slechts circa drie op de tien personen uit de leeftijdsgroep 50-54 jaar grote kans hebben om binnen één jaar een baan te vinden. Voor de leeftijdsgroep 60-64 jaar daarentegen is de kans om binnen één jaar werk te vinden miniem.

Gevolgen werkloosheid

Werkloosheid heeft gevolgen op verschillende terreinen van het leven, zoals gezondheid, sociale contacten, financiële situatie en algemeen welbevinden. Voor mensen die op oudere leeftijd hun werk kwijt raken, betekent het dat de kans groot is dat ze langere tijd met deze gevolgen moeten omgaan. Toch is het vaak lastig om de gevolgen in beeld te brengen, zeker waar het om meer subjectieve ervaring gaat.

In het onderzoek naar levensloopbanen van werkloze 50-plussers, dat in de periode 2017-2018 uitgevoerd wordt, kijken we ook terug naar de periode voor de werkloosheid. In de analyse op basis van paneldata kijken we hoe mensen zich voelden op verschillende levensterreinen voordat ze werkloos werden, tijdens de werkloosheid en zo mogelijk na afloop van de werkloosheid. Een groot verschil met retrospectieve data is dat mensen voor de werkloosheid (in de meeste gevallen) niet wisten dat zij werkloos zouden worden. In hun antwoorden konden zij daar niet op anticiperen. Het LISS panel van CentERdata leent zich uitstekend voor een longitudinale analyse. De veranderingen die werkloosheid met zich meebrengt zijn met deze rijke dataset goed in beeld te brengen. Uit dit panel is een onderzoeksgroep samengesteld van mensen die op enig moment in de periode 2010-2017 50 jaar of ouder en werkloos waren. Voor deze groep kan, afhankelijk van het moment waarop ze werkloos werden en de duur van de werkloosheid, geanalyseerd worden wat hun ervaringen waren voorafgaand aan, tijdens en eventueel na afloop van de werkloosheid. Hier geven we de ervaring van de eigen financiële situatie weer, gevolgd door de ervaren gezondheid. Figuur 1 laat zien dat mensen tijdens de periode van werkloosheid hun eigen financiële situatie negatiever beoordelen dan daarvoor. Na de werkloze periode (voor zover dat van toepassing is) komt deze beoordeling ongeveer terug op het niveau van voor de werkloosheid.

Figuur 1. Inschatting eigen financiële situatie door werkloze 50-plussers (op een schaal van 1 tot 5). Bron: analyse CentERdata op basis van data LISS panel

 

Figuur 2 laat zien dat werkloosheid bij deze groep 50-plussers ook duidelijke gevolgen heeft voor de ervaren gezondheid. Voor de werkloosheid gaven mensen een kleine, maar significant betere beoordeling van hun gezondheid dan in de periode dat ze werkloos waren. Dit negatieve effect trekt na afloop van de periode van werkloosheid enigszins weg.

Figuur 2. Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen (op een schaal van 1 tot 5)?

Twee populaire oplossingen

Het is de vraag welke mogelijkheden er zijn om de gevolgen van werkloosheid minder schrijnend te laten zijn voor deze groep. Daarbij is het van belang dat eerder onderzoek heeft laten zien dat de belangrijkste factor die de aannamekans bepaalt, de verhouding is tussen arbeidsproductiviteit en arbeidskosten van de kandidaten. Daarbij gaat het bij arbeidsproductiviteit om opleiding en werkervaring en bij de arbeidskosten om het loonniveau, de pensioenpremies en opleidingskosten. Deze verhouding valt bij oudere werknemers negatiever uit dan bij jongeren. De invloed van percepties, vooroordelen en leeftijdsdiscriminatie op de aannamekans van oudere werkzoekenden is beperkt.

Twee oplossingen om de gevolgen van werkloosheid voor ouderen te beperken hebben recent in de publiciteit aandacht gekregen: invoering van een basisinkomen en ontheffing van de sollicitatieplicht voor oudere werklozen. Beide oplossingen nemen de kleine kans op hervatting als gegeven en zoeken hun heil niet in het versterken van de kwaliteiten van oudere werklozen en het verleiden van werkgevers om deze werkzoekenden aan te nemen.

Basisinkomen: basistoelage die slechts voor kleine groep verbetering brengt

Het basisinkomen zoals dit aandacht krijgt in de media krijgt is echter geen basisinkomen in de zin dat een volledige groep, werkenden en niet-werkenden, recht krijgt op een toelage op minimumniveau. Het gaat meestal om een toelage op minimumniveau voor oudere werklozen. Daarmee is het de vraag voor wie deze ‘basistoelage’ een verbetering met zich meebrengt vergeleken met de huidige situatie. De financiële situatie van werkloze 50-plussers kan sterk uiteenlopen, maar globaal onderscheiden we de volgende mogelijkheden:

  1. Recht op een WW-uitkering, al dan niet met bovenwettelijke aanvulling op basis van cao-afspraken.
  2. Recht op een IOW uitkering: uitkering op minimumniveau, zonder vermogenstoets en zonder rekening te houden met het partnerinkomen. (voor degenen die na hun 60ste jaar werkloos werden en recht kregen op WW).
  3. Recht op een bijstandsuitkering, waarbij een vermogenstoets geldt en het inkomen van de partner wordt meegerekend.
  4. Recht op een IOAW uitkering: uitkering op minimumniveau waarbij geen vermogenstoets geldt (voor degenen tussen hun 50ste en 60ste jaar werkloos werden en recht kregen op WW)
  5. Geen uitkering en inkomsten uit andere middelen, bijvoorbeeld uit verhuur, spaargeld, alimentatie of erfenis.

Het basisinkomen zou een verbetering zijn voor mensen in de laatste drie situaties. Tegelijkertijd is het de vraag of er draagvlak is voor een basistoelage voor mensen vanaf 50 jaar (de huidige IOAW groep) en voor mensen met voldoende vermogen om van rond te kunnen komen. De situatie van degenen met een IOW uitkering benadert de situatie van de basistoelage voor oudere werklozen. In het regeerakkoord is het plan opgenomen om het recht op IOW te verlengen.

Andere invulling van sollicitatieplicht heeft de voorkeur boven afschaffing

De andere oplossing die in het nieuws is, is het afschaffen van de sollicitatieplicht voor oudere werklozen. Hier lijkt directe winst voor het welbevinden te behalen: elke afwijzing, hoe deze ook te verwachten is, levert een deuk(je) in het zelfvertrouwen op. Waarom met zinloze sollicitatieactiviteiten continue afwijzing en teleurstelling organiseren? Hier ligt de crux echter in de zinloze activiteiten en wellicht minder in de plicht. Oudere werklozen hebben, afhankelijk van hun leeftijd ongeveer 10 tot 30% kans om wel weer werk te vinden. Ze vinden dit alleen nauwelijks via de traditionele kanalen, maar gebruiken daarvoor hun netwerk. Ook zijn zij bereid om concessies te doen wat betreft inhoud van het werk en niveau van de arbeidsvoorwaarden. De volledige afschaffing van de sollicitatieplicht draagt het risico in zich dat de noodzaak om actief en vooral creatief op zoek te gaan naar mogelijkheden om tenminste gedeeltelijk weer in eigen inkomen te voorzien, en daarbij ondersteund te worden, verdwijnt. Hiermee worden oudere werklozen te vroeg en te rigoureus afgeschreven.

Het lijkt meer de moeite waard om te investeren in zinvolle activering gericht op inkomensverwerving en daarnaast op mogelijkheden om inkomen aan te vullen, zonder dat dit tot kortingen op uitkeringen leidt. Zo blijven het voorzien in (een deel van het) eigen inkomen en het verrichten van maatschappelijke nuttig werk vanzelfsprekende doelen, ook in het leven van 50-plussers na een periode zonder werk.

Langdurige werkloosheid van ouderen is een actueel en complex thema waarbij de voorgestelde oplossingen het tij niet voldoende lijken te keren.

Literatuurlijst

  1. De Lange, A., Jongejan, J. Muffels. R., Detaille, R. (2017). De mens centraal: een kantelend arbeidsmarktperspectief? In: A. de Lange, E. Wielenga-Meijer, T. Duijker, B. Hanstede (Eds). Omdat het kan: HRM handvatten voor een inclusieve arbeidsmarkt (pp. 81-98). Vakmedianet: Alphen aan de Rijn.
  2. Heyma, A. A. Nauta, S. van der Werff, G. van Slooten (2016) Werkende perspectieven voor oudere werknemers (met subsidie van Instituut Gak).Amsterdam: SEO
  3. Witjes, R. (2017). Arbeidsmartkcijfers en ontwikkelingen: wie is kwetsbaar? In: A. de Lange, E. Wielenga-Meijer, T. Duijker, B. Hanstede (Eds). Omdat het kan: HRM handvatten voor een inclusieve arbeidsmarkt (pp. 57-76). Vakmedianet: Alphen aan de Rijn.
  4. UWV Nieuwsflits arbeidsmarkt, oktober 2017 https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/publicaties/2016/06/07/bijlage-2-dearbeidsmarktpositie-van-vijftigplussers-in-2016-werkdocument/bijlage-2-de-arbeidsmarktpositievan-vijftigplussers-in-2016-werkdocument.pdf.
  5. SER advies 1977/1, Over de verbetering van werkgelegenheidskansen van ouder wordende werknemers, p.8.