Lees verder

Cretien van Campen, Frieke Vonk en Theo van Tilburg (red.) (2018). Kwetsbaar en Eenzaam? Risico’s en bescherming in de ouder wordende bevolking. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau (124 pagina’s, gratis te downloaden via www.SCP.nl).

Eenzaamheid wordt beschouwd als een maatschappelijk en individueel probleem. Dit komt omdat eenzaamheid een onplezierig gevoel is, maar vooral doordat structurele eenzaamheid kan leiden tot een verminderde gezondheid en minder participatie. Beide kosten de samenleving geld. Deze uitgave vormt aan de ene kant een overzicht met (veel) informatie die al bekend was uit eerdere werken. Zo wordt eenzaamheid gedefinieerd als het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties (De Jong Gierveld, 1984), wordt uitgelegd hoe eenzaamheid wordt gemeten en worden risicofactoren voor eenzaamheid gepresenteerd. Dat is uiteraard waardevol, maar niet heel spannend. Aan de andere kant vormt de uitgave een verrijking van het bekende, waarbij een aantal onjuiste of incomplete publieke aannames worden ontkracht of genuanceerd. In deze bespreking kies ik ervoor om een aantal vernieuwende of minder bekende factoren inhoudelijk verder toe te lichten.

Een van de belangrijkste opmerkingen over deze uitgave, welke voorafgaand aan de bespreking gemaakt moet worden, is dat het hier een onderzoeksrapportage betreft. De auteurs hebben door middel van een aantal grote, longitudinale datasets complexe onderzoeken uitgevoerd. Er worden feiten gepresenteerd, geen meningen of visies. Hoewel de schrijfstijl toegankelijk en begrijpelijk is, is deze uitgave niet bedoeld als een prettig leesboek. De informatie wordt droog gepresenteerd en geïllustreerd met tabellen en figuren. Niet zozeer een boek voor ’s avonds op de bank dus, maar wel een boek met gedegen, correcte informatie over het fenomeen eenzaamheid onder ouderen. Gaat dat lezen.

Eenzaamheid onder ouderen neemt niet toe

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, daalde de gemiddelde eenzaamheid van mensen van 55 jaar en ouder in de periode tussen 1996 en 2016. Deze daling is het grootst voor de oudste leeftijdsgroep die is onderzocht, mensen in de leeftijd van 78 tot 87 jaar (van ±48% in 1996 tot ±38% in 2016). Daar moet bij worden vermeld dat deze leeftijdsgroep in 2016 nog altijd eenzamer is dan leeftijdsgroepen tussen 58 en 67 (±22,5%) en tussen 68 en 77 jaar (±30%). De gemiddelde eenzaamheid neemt dus toe naarmate men ouder wordt, maar de gemiddelde, individuele oudere van nu is minder eenzaam dan diens leeftijdsgenoot twintig jaar eerder. Omdat het aantal ouderen in Nederland toeneemt, neemt het absolute aantal eenzame ouderen in Nederland wél toe. Leeftijd op zich maakt mensen natuurlijk niet eenzaam, het zijn de dingen die we meemaken en die ons kenmerken. De auteurs benoemen tal van risicofactoren voor eenzaamheid en de omvang van hun effecten. Denk bijvoorbeeld aan de partnersituatie, het netwerk, werk, ervaren regie, zelfstandig wonen, opleidingsniveau, et cetera.

‘Maar hoe zit het dan met de individualisering?’ hoor ik sommige lezers denken. Leidt de veronderstelde, afgenomen onderlinge solidariteit en cohesie in onze samenleving dan niet tot meer gevoelens van eenzaamheid? Misschien wel, volgens de auteurs, maar daar staat dan tegenover dat individualisering daarnaast ook zorgt voor mogelijkheden om eigen keuzes te maken en eigen vrienden te kiezen, hetgeen de kans op eenzaamheid verkleint. Voor de één pakt individualisering dus negatief uit, voor de ander positief. Per saldo leidt dit niet tot meer of minder eenzaamheid.

Eenzaamheid in verpleeghuizen

Over eenzaamheid in verpleeg- en verzorgingshuizen bestaan contrasterende beelden in de samenleving. De één noemt de afname van intramurale woonvormen als potentiële oorzaak voor eenzaamheid onder ouderen, de ander zal het verpleeghuis zien als ‘een oord voor eenzamen’ dat de kans op eenzaamheid vergroot. Er is uiteraard sprake van een meer genuanceerde situatie. Eenzaamheid in verpleeghuizen is hoog (1 op de 10 is ernstig eenzaam; 4 op de 10 is matig eenzaam). Opmerkelijk genoeg blijken oudere bewoners van verpleeghuizen (85+) minder eenzaam dan jongere verpleeghuisbewoners (85-). Bovendien zijn oudere verpleeghuisbewoners minder eenzaam dan hun zelfstandig wonende leeftijdsgenoten. Voor de alleroudsten en voor mensen met gezondheidsproblemen is er dus sprake van een beschermend effect tegen eenzaamheid bij verhuizing naar een intramurale setting. Dit lijkt in contrast te staan tot de wens van de overheid én veel ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen. Echter, er is meer in het leven dan enkel de aanwezigheid of afwezigheid van eenzaamheid. De onderzoekers noemen overigens wel als beperking dat een deel van de verpleeghuisbevolking niet betrokken is in het onderzoek omdat ze, bijvoorbeeld wegens ernstige dementie, niet bevraagd kon worden.

Eenzaam en gelukkig

In deze uitgave wordt ook onderzocht in welke mate eenzaamheid en geluk (kwaliteit van leven) aan elkaar zijn gerelateerd. Het is verleidelijk te denken dat eenzaamheid en geluk tegenovergestelden van elkaar zijn en dat eenzame mensen onmogelijk gelukkig kunnen zijn en vice versa. Echter, mensen zijn complexe wezens en zijn in staat om verschillende emoties naast elkaar te voelen. Iemand die zich eenzaam voelt, kan gelijktijdig heel tevreden zijn met zijn of haar leven. Zo blijkt ook hier. Onderzoeken tonen aan dat Nederlanders zich gemiddeld een 7.8 geven voor hun levenstevredenheid en dat levenstevredenheid gemiddeld genomen toeneemt met de jaren. Eenzaamheid neemt echter ook toe met de jaren. Slechts een kleine groep (2-4%) voelt zich zowel sterk eenzaam als zeer ongelukkig. Dit zegt ook iets over de aanname dat kwaliteit van leven verhoogd kan worden door eenzaamheid te bestrijden en andersom. Zo simpel is het niet. Eenzaamheid is een ‘zelfstandig’ gevoel, dat naast andere gevoelens bestaat.

Deze uitgave van het SCP is zeer de moeite waard voor mensen die meer willen weten over eenzaamheid. De samenvatting en slotbeschouwing zijn op zichzelf leesbaar en bieden een fijne eerste blik op het rapport (want dat is het eigenlijk). De afzonderlijke hoofdstukken bieden verdiepende informatie, die goed leesbaar is beschreven en cijfermatig tot in detail is uitgewerkt. Hopelijk nemen beleidsmakers en professionals die zich bezighouden met eenzaamheid bij ouderen de tijd om dit rapport te lezen. Dit zal hen ertoe brengen niet te simplistisch te denken over dit complexe onderwerp .