Lees verder
Gemeenten en woningcorporaties nemen vandaag besluiten, die later medebepalend zijn voor de woon- en leefomgeving van toekomstige ouderen. Het gaat bijvoorbeeld om waar welke nieuwbouw plaatsvindt, om de inrichting van buurten en wijken en om woningbouwafspraken met provincies. Hoe krijgen gemeenten en woningcorporaties zicht op de woon- en leefwensen van toekomstige ouderen? En hoe kunnen huidige zestigers iets zinnigs zeggen over hun wonen en leven over twintig jaar?

Gemeentebelang: zicht op toekomstige ouderen

Al in 2018 constateerde de Rijksoverheid dat “de toekomstige ouderen anders zullen zijn dan de huidige ouderen. De toekomstige ouderen hebben – als gevolg van sociaal-culturele en sociaaleconomische trends – andere wensen en andere mogelijkheden en gedragen zich anders op de woningmarkt dan de huidige ouderen” (Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening en Milieubeheer, Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening en Milieubeheer 2010 2 ). De Overijsselse gemeente Zwartewaterland besloot nader onderzoek te doen naar hoe zestigers zichzelf over 20 jaar zien wonen en leven. Het onderzoek vond plaats in 2017 in Genemuiden, een kern met circa 10.000 inwoners. In deze kern zijn de voorzieningen voor ouderen gecentreerd in een woonservicegebied rondom woon-, zorg- en dienstencentrum De Meente.

Directe aanleiding voor de gemeente was de door de woningcorporatie geplande nieuwbouw bij De Meente. Bij plannen daarvoor werden veel partijen betrokken, maar niet de toekomstige bewoners zelf. Normaliter vraagt de gemeente inwoners naar hun woonbehoeften via een enquête. Voordeel hiervan is dat grote groepen inwoners tegen relatief weinig kosten bevraagd kunnen worden. Ervaring van de gemeente daarbij is echter ook, dat hetgeen mensen invullen niet altijd overeenkomt met wat ze echt wensen of nodig hebben.

Samen waarderend onderzoeken

Hoe zien huidige 59- tot 67-jarigen zichzelf over 20 jaar wonen en leven in Genemuiden? Om antwoord te geven op deze vraag van de gemeente is gekozen voor waarderend kwalitatief onderzoek. Kwalitatief onderzoek is een alternatief voor het afnemen van enquêtes. Dit type onderzoek geeft inzicht in de achterliggende overtuigingen van mensen. Waarderend onderzoeken is een bijzondere vorm van kwalitatief onderzoek. Deze methode gaat niet uit van problemen, maar focust op positieve krachten: wat waarderen mensen in wat zij doen en hoe kan dit versterkt worden? (Cooperrider, 2001 1 ).

Daarbij is bewust gekozen voor methoden die co-creatie stimuleren. Simpel gezegd: methoden die zestigers mobiliseerden en hen ruimte gaven om zelf invulling en richting te geven aan hun toekomstbeeld. Er is doelgericht gezocht naar mensen tussen de 59 en 67 jaar oud, die in verschillende wijken wonen en lid zijn van de verschillende kerken, of juist niet kerkelijk zijn. In het onderzoek probeerden we met tien deelnemers 20 jaar vooruit te kijken.

Samen met jongere ouderen nadenken over hun toekomst

Om inzicht te krijgen in de toekomstige woon- en leefwensen is iedere deelnemer twee keer geïnterviewd. Doel van het eerste interview was achterhalen wat echt belangrijk is voor deelnemers in het wonen en leven in Genemuiden. Hiervoor is de Emotional Touch Points (ETP) methode gebruikt. Deze methode laat zien waar mensen emotioneel en cognitief door geraakt worden (Scottish Health Council, 2014 3 ). De methode weet in korte tijd veel informatie te vergaren en is doelgericht. Juist vanwege de beperkte tijdsinzet van deelnemers en de doelgerichtheid past de methode goed bij de Genemuidense cultuur van ‘handen uit de mouwen’ en ‘niet lullen maar poetsen’.

De grootste uitdaging in het onderzoek was vooruitkijken met zestigers naar een fase waar ze misschien niet over na willen denken of helemaal niet mee bezig zijn. Vanaf middelbare leeftijd voelen mensen zich jonger dan ze zijn en naarmate ze ouder worden, wordt deze discrepantie alleen maar groter. Veel mensen voelen zich op oudere leeftijd dan ook een jaar of tien jonger dan ze daadwerkelijk zijn. Mensen willen wel oud worden, maar het niet zijn (Westerhof, z.j.).

Na het eerste interview zijn deelnemers uitgenodigd voor een zogenaamde ‘Horen en ervaren’ bijeenkomst. Deze bijeenkomst is georganiseerd om mensen van kennis te voorzien over het ouder worden (‘horen’) en om ze het ouder worden te laten voelen (‘ervaren’). Het ‘horen’ is ingevuld door professor Deeg. Zij vertelde aan de hand van de uitkomsten van het Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) onderzoek wat er gebeurt als mensen ouder worden. Het ‘ervaren’ is ingevuld door deelnemers afnemende spierkracht, verminderd zicht en/of gehoor, tremor en afnemende cognitieve vaardigheden te laten voelen door inzet van een ouderenpak en een dementiekit.

Beoogd effect is dat ze beter in staat zijn om aan te geven wat ze in de toekomst belangrijk vinden en wat nodig is om dat te kunnen behouden. Over twintig jaar zijn de huidige deelnemers immers allemaal fysiek en cognitief ouder. De bijeenkomst gaf deelnemers inzicht in die effecten en schetst als het ware toekomstige scenario’s.

De bijeenkomst is een variant op het zogenaamde ‘empathic design’. Die term wordt gebruikt door ontwerpers die met hun eigen lichaam de fysieke ervaringen van anderen ervaren. Op die manier proberen ze producten en diensten te ontwikkelen die beter aansluiten bij de eindgebruikers (Thomas & McDonagh, 2013 4 ). In dit onderzoek is de ervaring bedoeld om de deelnemers inzicht te geven; in het begrijpen van anderen en in hun eigen mogelijke toekomst.

Binnen twee weken na de ‘Horen en ervaren’ bijeenkomst vond een tweede interview plaats. Doel was om samen met deelnemers te kijken naar de thema’s die belangrijk zijn in hun wonen en leven in Genemuiden. Hoe kijken deelnemers naar deze thema’s nu ze gehoord en ervaren hebben hoe het is om ouder te zijn? Wat willen zij in de toekomst behouden en wat is daar volgens hen voor nodig?

Wat is belangrijk in het wonen en leven in Genemuiden?

Deelnemers brachten verschillende thema’s naar voren, die voor hen belangrijk zijn in het wonen en leven in Genemuiden. Uit tabel 1 blijkt dat zij zowel thema’s noemen die te maken hebben met hen als individu (bijvoorbeeld gezondheid, waarden en werk) als thema’s die met de omgeving te maken hebben (bijvoorbeeld voorzieningen en sociale omgeving). De verschillen met de resultaten van de door de gemeente uitgevoerde enquêtes waren duidelijk zichtbaar. Daarin werd juist gevraagd naar thema’s als het type woning en de woningprijs en de waardering van de woonomgeving.

Tabel 1. Belangrijke thema’s in het wonen en leven in Genemuiden (in willekeurige volgorde)

Kerk-geloof Vrije tijd
Waarden Gezondheid
Familie-vrienden Thuisgevoel-roots
Mantelzorg Fysieke leefomgeving-openbare ruimte
Voorzieningen Werk
Sociale omgeving Woning

Driedeling in toekomstig wonen

Uit de antwoorden blijkt dat huidige 59- tot 67-jarigen zeer divers denken over hoe ze over twintig jaar wonen en leven. Sommigen zien zichzelf zelfstandig in de buurt van het woonzorgcentrum De Meente wonen. Anderen willen zolang mogelijk in de huidige woning en buurt blijven. Tot slot is er een groep die nog een keer wil verhuizen naar een gelijkvloerse (senioren)woning in de buurt van voorzieningen. In de groep deelnemers zijn twee uitgesproken voorkeuren: een deel van de mensen woont het liefst tussen jongere mensen en een ander deel wil juist vooral leeftijdsgenoten om zich heen hebben. Opvallend is dat vrijwel iedereen zijn leven lang in Genemuiden wil wonen. Hieruit komt een duidelijke boodschap voor de gemeente en de woningcorporatie naar voren: richt je niet alleen op wonen en welzijn voor ouderen rondom het woonzorgcentrum De Meente, maar zorg voor diversiteit in het woning- en welzijnsaanbod. Vooral de beschikbaarheid van gelijkvloerse woningen in de buurt van voorzieningen is een belangrijk aandachtspunt. Een deel van de mensen wil, ook als ze ouder worden, blijven wonen in hun huidige woning en buurt. Voor deze groep is het van belang om samen met hen en partnerorganisaties te bekijken wat er nodig is om de wijken seniorenvriendelijk te maken.

Een nieuw gerontologisch model voor wonen en leven van ouderen?

Deelnemers noemden thema’s die zowel met de omgeving als met hen als individu te maken hebben. In de gerontologische literatuur is geen model gevonden dat beide aspecten beschrijft. Het WHO framework voor actief ouder worden biedt wel aanknopingspunten, maar komt te kort op de individuele thema’s. De ontwikkeling van een model dat de volgens ouderen belangrijke aspecten in hun wonen en leven beschrijft, kan helpen om samen met ouderen te bekijken waar interventies nodig zijn. Op die manier kunnen professionals en ouderen samen werken aan een goed leven.

Ervaringen met de ‘Horen en ervaren’ bijeenkomst

De ‘Horen en ervaren’ bijeenkomst liet deelnemers kennismaken met scenario’s van de toekomst. Dit leverde hen nieuwe ervaringen en inzichten op. Deelnemers hebben ervaren hoe het is om fysiek ouder, en op de een of andere manier beperkt te zijn. Dat inzicht betrekken deelnemers op zichzelf, maar ook op de mensen om zich heen die nu die leeftijd hebben. Deelnemers geven aan nu meer begrip te hebben voor oudere ouderen. Daarnaast geven deelnemers aan, dat ze zich na deelname realiseren dat de woonomgeving voor ouderen en de beschikbaarheid van geschikte woningen een thema is waar de gemeente aan moet werken. Verder is een aantal deelnemers anders naar zichzelf en het begrip ‘oud’ gaan kijken. Ze realiseren zich dat 65 jaar helemaal nog niet zo oud is en er nog een hele levensfase voor hen ligt. Tot slot hebben mensen ervaren hoe verschillend ze kijken naar ouder worden en hoe uiteenlopend hun wensen zijn. Tegelijkertijd hebben ze zich gerealiseerd dat het een opgave is waar ze samen voor staan. Iedereen komt min of meer in dezelfde levensfase met de bijbehorende vragen terecht. Zoals een deelnemer het zelf verwoordde: “Op die avond heb ik ook gelijkgestemde mensen ontmoet, allemaal een koopwoning, maar toch vooruitkijken. Wat gaan we doen, we gaan er eens over nadenken”.

Dit citaat geeft meteen de kracht van de gebruikte methoden weer. Door uit te gaan van wat mensen waarderen en in co-creatie te onderzoeken, worden jongere ouderen geconfronteerd met hun toekomst en aan het denken en in beweging gezet. De andere manier van onderzoeken heeft de gemeente beter inzicht gegeven in hoe zestigers zichzelf over 20 jaar zien wonen en leven. De gemeente heeft gezien dat inwoners geen onderscheid maken tussen fysieke of sociale aspecten in hun wonen en leven, maar dat deze aspecten elkaar juist beïnvloeden. Een belangrijk inzicht voor toekomstbestendig wonen en input voor de omgevingsvisie. Ook is duidelijk dat jongere ouderen bereid zijn na te denken over hun toekomst en hier richting aan willen geven. Voorwaarde is de inzet van instrumenten die hen hierbij helpen. Daarmee is kwalitatief waarderend onderzoek een goede aanvulling op de woonbehoefte-enquêtes van gemeenten.

Literatuurlijst

  1. Cooperrider, W. (2001). Appreciative Inquiry A Positive Revolution in Change. Public administration and public policy, 87, 611-630.
  2. Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening en Milieubeheer (2010). Senioren op de woningmarkt: Nieuwe generaties andere eisen en wensen. Retrieved from https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2010/03/01/senioren-op-de-woningmarkt.
  3. Scottish Health Council (2014). The participation toolkit: supporting patient focus and public involvement in NHS Scotland. Retrieved from http://www.scottishhealthcouncil.org/patient__public_participation/participation_toolkit/the_participation_toolkit.aspx#.WW9Eb8aiH-a
  4. Thomas, J. & McDonagh, D. (2013). Empathic design: Research strategies. The Australasian Medical Journal, 6 (1), 1-6.
  5. Westerhof, G. (z.j.). De canon van de gerontologie: Identiteit. Retrieved from http://www.canongerontologie.nl/individu/identiteit/vervolg.