1308 Weergaven
19 Downloads
Lees verder
Een begrip dat in de context van generaties vaak opduikt, is solidariteit. Het gaat over verbondenheid tussen mensen, het ondersteunen van personen en groepen die in bepaalde fasen van hun leven te maken krijgen met noden, beperkingen, achterstellingen of afhankelijkheden. Generaties kunnen veel voor elkaar betekenen. Op welke manier en in welke mate zijn generaties met elkaar verbonden of te verbinden? Dat is de hamvraag in deze editie van Geron.

Lotte Vermeij betoogt in haar bijdrage dat solidariteit tussen generaties stevig is ingebed in de maatschappelijke structuur. Ze constateert echter een toenemende onzekerheid over de betaalbaarheid van door de overheid uitgebouwde diensten gezien de hoge kosten gepaard gaande met de bevolkingsveroudering. Tegelijk groeit de vrees dat de huidige jongeren en jongvolwassenen door de inperking van de sociale voorzieningen en de toenemende onzekerheid op de arbeids- en woningmarkt het moeilijker zullen krijgen. Daarbij komt dat de maatschappelijke uitdagingen, zoals de toenemende vergrijzing, extra druk zetten omwille van de noodzaak om zorg op te nemen voor de familie. Generaties zijn weer sterker op elkaar aangewezen dan in tijden waarin de verzorgingsstaat vorm kreeg en tot bloei kwam. Maar niet in elke familie kan steun worden verleend of kunnen financiële transfers plaatsvinden van oud naar jong. Volgens de auteur kan het vertrouwen op intergenerationele solidariteit binnen families maatschappelijke ongelijkheid in de hand werken.

In weerwil van mogelijke obstakels, kan nog steeds een groot deel van de oudere generatie rekenen op de zorg door een jongere generatie en is er nog veel mantelzorg. Maar wat met de relaties tussen de generaties op het werk? Jana Deprez stelt in haar bijdrage dat onderzoek naar generaties en werk niet voor de hand ligt. Grenzen tussen generaties zijn niet absoluut en bovendien omvatten generaties een grote groep werknemers met vrij aanzienlijke leeftijdsverschillen. Hoe dan ook, er zijn verschillen tussen generaties op de werkvloer maar, die zijn doorgaans beperkt. Mensen veranderen doorheen hun leven: een jonge starter heeft een ander verwachtingspatroon dan iemand aan het einde van zijn/haar loopbaan en ook de tijdsgeest speelt een rol. Vandaar haar pleidooi om een beleid te ontwikkelen dat inzet op loopbaanontwikkeling, opleiding en algemene ontwikkeling afgestemd op persoonlijke behoeften: factoren die motiverend inwerken op alle leeftijdsgroepen. Deprez geeft hiermee ook meteen een mooie kritische noot naar generatieonderzoek in zijn algemeenheid; wat weten we eigenlijk over generaties?

In een derde bijdrage wordt door Jolanda Lindenberg (Leyden Academy on Vitality and Ageing) en collega’s ingezoomd op een aantal intergenerationele projecten die tot doel hebben na te gaan in welke mate de beeldvorming met betrekking tot leeftijdsgroepen positief kan worden beïnvloed. Daarmee gaan ze in op wat de meerwaarde is van het verbinden tussen jong en oud. Uit de projecten blijkt dat contact op zich niet voldoende is. Het moet gaan om kwaliteitsvolle contacten: betekenisvolle ontmoetingen gebruik makend van een thema of een methode waar voorbij wordt gegaan aan leeftijd en men de andere persoon ziet als een individu en men zich inleeft in en empathie toont voor de ander.           

Jong en oud moeten elkaar kunnen ontmoeten. Niet eenmalig maar op geregelde tijdstippen, zodat er wederzijds vertrouwen groeit. Dat is ook de boodschap in het boek ‘Samen verbindt. Wat generaties van elkaar kunnen leren’ van Jurn Verschraegen, Miet Timmers & Reinhilde Peeters, dat prima aansluit bij het generatie thema. Contacten tussen generaties of leeftijdsgroepen moeten georganiseerd worden want dergelijke contacten zijn niet vanzelfsprekend. Het is van belang stil te staan bij thema’s zoals: wat wil je precies doen, hoe kan dit worden gerealiseerd, wie wordt er betrokken, waar zal het initiatief plaatsvinden?

Andere artikelen binnen de verschillende levensdomeinen bieden de lezer verrijkende inzichten over onder andere de levensloopbestendigheid van de woonomgeving, de 2020-2030 decade of Healthy Ageing (uitgeroepen door de WHO met de vraag wat dit betekent), de effecten van de pandemie op de mantelzorgers van Eurocarers en het deeltijdpensioen en het gebruik ervan.

Tot slot: dat generaties van elkaar verschillen is een feit. De huidige coronapandemie heeft pijnlijk blootgelegd dat jong en oud niet steeds hetzelfde parcours volgen. Toch geloven we in de kracht van verbinden en zijn generaties elkaar nabij. Samen sterk in het besef dat jong en oud elkaar nodig hebben.

Lieve Vanderleyden & Franka Bakker