Lees verder
Mijn grootouders waren echte Amsterdammers en hebben hun hele leven in dezelfde buurt gewoond. Zij zijn op hoge leeftijd verhuisd naar een appartement op de derde verdieping zonder lift. Toch namen ze die stap. Ze wilden in hun vertrouwde buurt blijven, dichtbij voorzieningen, met hun vrienden en familie nabij. De trap namen ze voor lief. Ook toen ze op het laatst bijna niet meer de deur uit konden en kennissen ook de trap niet meer op konden. Hoe ervaren andere ouderen het wonen in de stad? Wat is er nodig om prettig oud te kunnen worden in de stad? Het aantal ouderen in de stad neemt toe. In dit artikel kijk ik naar factoren die het oud worden in de stad (on)mogelijk maken.

Steden vergrijzen

Op dit moment zijn in Nederland ruim 1,2 miljoen zelfstandig wonende 75-plussers (SCP, 2019). Zij wonen vooral in de grote steden (SCP, 2018). In Amsterdam woonden in 2015 ongeveer 95.000 mensen van 65 jaar of ouder, in Rotterdam 90.000, in Den Haag 65.000 en in Utrecht 30.000. En deze aantallen stijgen tot respectievelijk 160.000 (Amsterdam), 130.000 (Rotterdam), 110.000 (Den Haag) en 65.000 (Utrecht) in het jaar 2040. Veel mensen blijven in de stad wonen en worden daar oud. Dus neemt het aantal ouderen in de stad in de toekomst toe. Hoe ouder, hoe lager het inkomen, hoe hoger het aandeel alleenstaanden. Tien procent van de 75-84 jarigen en vijftien procent van de 85-plussers voelt zich (zeer) sterk eenzaam. De groep ouderen is erg divers. Het SCP (2017) benadrukt dat zij variëren in hun behoefte aan zorg en ondersteuning. Ook verschillen zij in hun mogelijkheden om dit zelf te organiseren. Hun zelfredzaamheid wordt overschat. Demograaf Jan Latten pleit voor meer ‘passend bouwen’: kleiner bouwen voor mensen met een smalle beurs. Verder geeft hij aan dat het aantal mensen dat kampt met gevoelens van eenzaamheid hoger is in steden. Zowel alleenstaanden als stellen hebben vaak behoefte aan woonvormen die veiligheid en geborgenheid bieden.

Ongeschikte woning

Er wonen 40.000 mensen van 65 jaar en ouder in een ongeschikte woning, dus een woning die niet toe- en doorgankelijk is zonder traplopen en die ook niet tegen beperkte kosten (minder dan 10.000 euro) geschikt te maken is (SCP, 2019). Dit geldt vooral in stedelijke gebieden, in de oudere huurappartementen en meergezinswoningen (in het bijzonder portieketagewoningen). Ouderen zijn weinig geneigd zich voor te bereiden door woningaanpassing of verhuizing. Soms ontbreekt het gevoel van urgentie (Folsche & Beerepoot, 2018). Soms ervaren zij belemmeringen om in actie te komen, zoals het geregel of het in oude staat achterlaten van de woning. Ook kunnen er financiële redenen zijn om niet te verhuizen: ouderen gaan er wel vaak financieel op achteruit als zij verhuizen omdat zij dan meer woonlasten krijgen. En zelf aanpassingen aanbrengen kost geld. Niet iedereen heeft dit geld beschikbaar. Circa de helft van de 65-plussers die in een ongeschikte woning leven heeft minder dan 10.000 euro vrij te besteden (SCP, 2018).

Fiets ingeruild

Hoe moet die woning en woonomgeving eruit zien? Uit onderzoek van Heren 5 Architecten naar ‘stadsveteranen’ – dat zijn anticiperende senioren die in een stad wonen – blijkt dat zij graag gemixt wonen maar wel met mensen die dezelfde levenshouding hebben. Zij wonen niet graag op de begane grond omdat zij dit niet veilig vinden. De woning hoeft niet groot te zijn maar stadsveteranen willen graag ruimte om zich heen. De stadsveteranen ruilen in Amsterdam de fiets in voor de benenwagen omdat de stad te chaotisch is geworden om veilig te fietsen (Liesker, 2016). Voorzieningen op loopafstand zijn dus nodig. Zij hebben tevens behoefte aan sportfaciliteiten, aan een divers aanbod aan culturele activiteiten en een goede verbinding naar het treinstation omdat zij ook graag buiten de stadsgrenzen komen om vrienden op te zoeken of een dagje uit te gaan. De woonomgeving zou deze voorziening moeten bieden. Verder moet de woonomgeving interessant zijn voor stadsveteranen. Nu is de stad erg gericht op jong volwassenen. Brede stoepen en overzichtelijke oversteekplaatsen zijn belangrijk om deel te kunnen nemen. En dat participeren willen zij graag want zij willen graag zelf voorzieningen en activiteiten in hun buurt initiëren, organiseren en beheren (Liesker, 2016). Dus zij willen daar ook ruimte voor hebben.

Looproutes

De gemeente Amsterdam ontwikkelt richtlijnen voor een levensloopbestendige inrichting van de buitenruimte en maakte de brochure ‘Ouderen wonen in de stad’, aandachtspunten voor het ontwerp in de ouderenhuisvesting’. In deze stad, maar ook in Rotterdam, zijn er inmiddels al looproutes voor mensen met dementie ontwikkeld, één van de punten uit de brochure. Ook mensen met dementie blijven langer zelfstandig wonen en hun aantal neemt toe. In steeds meer steden wordt gelet op schaduwrijke plekken met water nabij, zoals een fontein met het oog op de warme zomers. Om openbare ruimte geschikt te maken voor ouderen noemt Monique Kremer, senior wetenschappelijk medewerker en projectcoördinator bij de WRR en bijzonder hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam enkele aandachtspunten die aansluiten bij de wensen van de stadsveteranen (Beemster, 2019) en bij de brochure van de gemeente Amsterdam:

  • Zorg voor kleine winkeltjes in de buurt op loopafstand met rollator (maximaal 500 meter).
  • Let goed op de toegankelijkheid van openbare ruimte en gebouwen.
  • Bouw zo dat je elkaar kunt zien.
  • Creëer ruimte voor toevallige ontmoetingen, vooral vlakbij de voordeur (stoep, portiek), en graag ook plekken waar je niets hoeft te kopen. Er zijn ook mensen met een smalle beurs.
  • Ontwerp waar mogelijk binnentuinen (het hofjesconcept).

Alledaagse attentheid

Wat Kremer toevoegt is dat ouderen, vooral de kwetsbare, ‘alledaagse attentheid’ nodig hebben. Dus dat er mensen zijn die aandacht geven, opletten als het mis gaat. Het punt is dat als buurtbewoners signaleren dat het met iemand niet goed gaat, zij eigenlijk nergens met dit signaal terecht kunnen. Buren gaan niet heel intens en langdurig voor elkaar zorgen. Maar wat meer attent zijn voor elkaar is hard nodig, en daar is behoefte aan volgens Kremer. Zij wijst op het belang van ‘third places’ dus plekken waar mensen elkaar ongedwongen kunnen ontmoeten, zoals de koffie corners in supermarkten.

Diverse steden

Kremer wijst op een andere trend: in de grote steden bestaat de meerderheid binnenkort uit allerhande minderheden. Steden worden zogenoemd ‘superdivers’ (Beemster, 2019). Het aantal ouderen met een migratieachtergrond neemt toe (SCP, 2018). Ongeveer één op de acht 75-plussers heeft een migratieachtergrond. Zij maken over het algemeen minder vaak gebruik van formele zorg, wonen in minder goede wijken en relatief vaak in portiekwoningen en hebben een smalle beurs (Witter & Fokkema, 2018). Vooral woongroepen en de gelijkvloerse seniorenwoning zijn in trek bij oudere migranten. Belangrijke voorwaarden daarbij zijn dat de woning in een gunstige woonomgeving gelegen is, nabij voorzieningen (winkelcentrum, huisarts, apotheek, moskee, openbaar vervoer) en met mensen uit dezelfde etnische groep. Ook willen oudere migranten graag in de buurt van hun kinderen en overige familieleden blijven wonen, hoewel zij steeds minder rekenen op hulp van familie.

Steile trappen

Waar veel steden mee worstelen is de toegankelijkheid van oudere woningen. Sommige woningen zijn lastig toegankelijk te maken. Architecte Frederike Kuipers geeft in de brochure ‘Lang leven plan Berlage’ diverse oplossingen weer om de woningen in de Amsterdamse woonwijk Plan Zuid levensloopgeschikt te maken (2019). ‘Trap eruit, Lift erin’ is bijvoorbeeld een kansrijk idee voor het verbeteren van de toegankelijkheid op een schaal van twee naast elkaar gelegen, gespiegelde panden. Dit type woningen komt veel voor in de Amsterdamse etagebouw. Het idee is om een kleine personenlift te plaatsen in een beneden/bovenhuis, in een bestaande schacht van een goederenliftje of ter vervanging van een trap.

Nieuwbouw nodig

Naast het geschikt maken van de bestaande woningvoorraad is nieuwbouw ook nodig om de groeiende groep senioren te kunnen huisvesten. Dat gebeurt in het hele land al is het lastig om een goede locatie te vinden. Corporatie Stadgenoot is in Amsterdam bezig met een kleinschalige woonvorm voor oudere kunstenaars met dementie. Eerder realiseerde zij al een woongemeenschap voor oudere en jongere kunstenaars. Syntrus Achmea ontwikkelt samen met zorgorganisatie Amstelring een nieuwe visie op de leef- en woonomgeving van senioren. In dit concept Smart community willen zij een leefomgeving creëren waar technologie en verbinding samenkomen. Zij gaan dit concreet maken in een nieuw seniorencomplex in het voormalige woonzorgcentrum Sint Jacob. De grootvader van mijn opa heeft in dit zorgcentrum gewoond en mijn oma ook. Inmiddels staat het leeg en komt er een nieuw complex voor bewoners waar welzijn en zingeving centraal staan. Ik vermoed dat dit concept mijn opa en oma ook zouden aanspreken. Maar waarschijnlijk waren zij er toch niet naartoe verhuisd. Het ligt niet in hun buurt. Zij zijn op hun eigen manier gelukkig oud geworden in de stad. Ik gun dat alle ouderen.

Literatuurlijst

  1. Beemster, W. (2019). Een betere stad voor iedereen. Stedebouw & Architectuur, 36 (1),  8-11.
  2.  Ouderen wonen in de stad, aandachtspunten voor het ontwerp in de ouderenhuisvesting (2017). Amsterdam: Gemeente Amsterdam. Geraadpleegd via https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/organisatie/ruimte-economie/wonen/ouderenhuisvesting
  3. KBO-PCOB Woonwensenonderzoek (2019): https://www.kbo-pcob.nl/speerpunten/wonen-welzijn-en-zorg/woonwensen/ en https://www.kbo-pcob.nl/wp-content/uploads/2019/01/Verslag-Verdiepingssessie-woonwensen.pdf
  4. Verslag Bijeenkomst Golden years in the city (KCWZ, 2017) https://www.kcwz.nl/doc/cijfers-en-trends/Impressie-Golden-years-in-the-city-juni-2017.pdf
  5. Folsche, L. & Beerepoot, R. (2018). Langer zelfstandig thuis wonen. Lang zult u wonen. Amsterdam/Enschede: I & O Research.
  6. Liesker, B. & Delisse, M. (2016). Stadsveteranen, een onderzoek naar verhalen over gelukkig oud worden in de stad. Amsterdam: Heren 5 Architecten.
  7. Witter, Y. &  Fokkema, T. (2018). Huisvesting en zorg voor oudere migranten in Nederland. Demos, 34 (6), 1-4.
  8. Witter, Y. &  Harkes, D. (2018). Bouwstenen voor de toekomst. 15 jaar werken aan samenhang in wonen, welzijn en zorg. Zwolle: Acquire Publishing bv.