238 Weergaven
0 Downloads
Lees verder

Sinds kort rij ik camper. Vanochtend ook weer. Terwijl mijn man bij de receptie ons verblijf afrondde, manoeuvreerde ik soepel onze camper van de plek af. Tenminste, ik vond het soepel gaan. Want vier paar mannenogen bekeken m’n acties met een afwachtende blik. Dat maakt toch wat onzeker. Bovendien kon ik het niet laten om te denken: Is dat omdat ik een vrouw ben?

Verwachtingen zijn rare dingen. Van de vrouw worden vaak of nog steeds, al dan niet expliciet, andere dingen verwacht dan van de man. Zo las ik rond de Europese verkiezingen: Wie op een vrouw wil stemmen moet veruit de meeste lijsttrekkers overslaan. Maar nergens stond waarom ik op een vrouw zou willen stemmen. Wat ik overigens graag doe. Maar, ik doel nu op iets anders dan dat de verdeling tussen mannen en vrouwen op veel plekken wel wat eerlijker kan.

Wat zit er onder zo’n mededeling? Wat verwacht men van een eerlijker verdeling tussen mannen en vrouwen in een parlement? Dat vrouwen de belangen van de vrouw behartigen en mannen die van de man? Dat vrouwen, omdat ze zorgzamer zijn, de zachtere, sociale kant niet uit het oog verliezen? Dat… Ik kan nog wel wat mogelijkheden verzinnen, maar ik denk dat het in de kern gaat om invloed, om (mede)zeggenschap van verschillende ‘soorten’ mensen.

Om dit te realiseren maakt men gebruik van ‘doelgroepdenken’.  Ik weet niet of dit woord bestaat, maar zo noem ik het altijd. Daarmee bedoel ik het opdelen van mensen in groepen op basis van een of meer kenmerken vanuit de overtuiging dat leden van die groep dan vervolgens gezamenlijk gedragen denkbeelden of overtuigingen vertegenwoordigen. Zo bestaat bijvoorbeeld een cliëntenraad idealiter uit eigen cliënten of hun vertegenwoordigers. De vraag is echter of ‘doelgroepdenken’ de beste manier is om (mede)zeggenschap te realiseren.  

Een doelgroep is een groep die je wilt bereiken met iets. Dat iets kan bijvoorbeeld zijn: een actie, een product of een beoogd resultaat van beleid. Het kan dan handig zijn om die groep helder in beeld te hebben, ook al zal niet elk lid volledig binnen het beeld passen. Pensionado’s bijvoorbeeld, zijn een logischer doelgroep voor campers dan voor kinderfietsjes, hoewel lang niet elke pensionado een camper wil.

Mede dankzij de wetenschap is het ‘doelgroepdenken’ op van alles in onze samenleving losgelaten. Zo wilde men de wijkverpleging gaan bekostigen via cliëntprofielen, samengesteld op basis van cliëntkenmerken. Na vijf jaar onderzoek heeft men ca. 20% voorspelbaarheid bereikt; voor 4 op de 5 cliënten past het ontwikkelde profiel niet bij de zorg die men nodig heeft. Het lijkt er nu op dat de cliëntprofielen niet gebruikt gaan worden. De onderzoekers stellen voor om in plaats van naar cliëntkenmerken naar kenmerken van de geleverde wijkzorg te gaan kijken.

Kijk, dat vind ik nu een interessante gedachte. Ook iets voor (mede)zeggenschap? Wat moet (mede)zeggenschap opleveren in welke context? Wat zijn hiervan de kenmerken? Misschien wordt het tijd om het ‘doelgroepdenken’ daar te laten waar het hoort. En wie weet wat dat doet met verwachtingen, zoals over een camperrijdende vrouw.