1485 Weergaven
9 Downloads
Lees verder
Ik herinner me rond mijn twintigste een gesprek in de vriendenkring, over het leven in het algemeen en wat wij er mee wilden, met veel rode wijn en de Woodstock-LP op de achtergrond.  Wat geluk betekende, en hoe we zelf gelukkig konden worden. Het staat me nog bij dat ik op dat moment zei: ‘Ik hoef niet per se gelukkig te worden, ik wil wijs worden.’  Dat was jeugdige overmoed, zeg ik achteraf. Maar nu ik zelf op de drempel van de ouderdom sta, lijkt de tijd rijp om er werk van te maken. Een Gerōnspecial over wijsheid (maart 2018) zette me weer aan het denken.

Een wijs mens willen worden lijkt me een aantrekkelijk en inspirerend script voor de ouderdom. Niet wat ik na mijn pensionering ga doen, is dan de belangrijkste vraag, maar wie wil ik zijn.

Ouder worden is ook inleveren en verliezen. Maar misschien kunnen we bij het ouder worden, naast alles waarin het minder wordt, ook iets winnen, zodat we er beter en meer mens van worden.  En wellicht kunnen anderen daar ook nog van profiteren.

Het hindoeïsme onderscheidt vier levensfasen (ashramas) die elk een kwart eeuw omspannen. Je begint als leerling (bramacharaya), dan sticht je een huishouden (grihasta): je huwt, krijgt kinderen, aanvaardt maatschappelijke verantwoordelijkheid, en werkt hard om welvarend te worden. Dan volgt het stadium van de zwerver (vanaprastha), waarin je je losmaakt van familie en sociale rollen om meer aan spirituele bezinning en studie te doen. Die fase mondt uit in de ultieme onthechting als monnik (sannyasa), waarin je je tijd besteedt aan meditatie, anderen bijstaat met advies en je belangeloos toewijdt aan de samenleving.

Het model is moeilijk overdraagbaar, ik weet het. Maar iets zouden we er toch van over kunnen nemen? De ouderdom wordt dan een zelfstandige levensfase met een intrinsieke betekenis. Het enige wat je erin te doen staat is: wijs worden.

Maar wat is wijsheid? Wie het alleen als een vorm van praktische schranderheid verstaat, legt het snel af tegen jongeren. “Het demasqué van de oudere wijze”, de titel die de psycholoog Gerard Brugman ooit meegaf aan een artikel over het thema is me bijgebleven. Je hebt vandaag meer aan “expertise in onzekerheid” dan aan een rustig opgebouwd kennisreservoir, schreef hij.

Ik denk echter dat ware wijsheid meer te maken heeft met zelfkennis en zelftranscendentie. Dat je het maatschappelijke rollenspel doorziet, en je eigen bijdrage eraan in het perspectief van de tijd relativeert. Dat je het opspelen van je ego onderkent en het een toontje lager kunt laten zingen. Dat je dan dichter in de buurt komt bij waar het in het leven op aan komt. En dat je dan een onbevangen oog kunt ontwikkelen voor wat anderen hoog zit.

Onthechting, kortom, een beetje als zo’n monnik. Dat vraagt tijd en je moet er dus wat ouder voor geworden zijn. Ik hoop dat ik nog even heb, want eigenlijk moet ik er nog aan beginnen.