1198 Weergaven
22 Downloads
Lees verder
De rol van de buurt in het bieden van zorg en ondersteuning voor thuiswonende ouderen wordt steeds belangrijker. Maar hoe kunnen zorgverleners bijdragen aan het opzetten en versterken van lokale buurtnetwerken die ouderen ondersteunen? En hoe ondersteun je wijkbewoners in het signaleren van kwetsbaarheid? Een project in de Hilversumse Meent biedt inzicht.

De buurt: van belang voor praktische hulp en sociaal contact

Sinds de opkomst van de participatiemaatschappij, en de daarmee samenvallende verschuiving van zorg voor ouderen in instellingen naar zorg aan huis, is de rol van de buurt belangrijker geworden. Zo wordt er steeds meer nadruk gelegd op het organiseren van zorg en ondersteuning in de lokale gemeenschap en het inzetten van informele zorgverleners en wijkbewoners om ouderen in de buurt te ondersteunen (Cramm e.a., 2015). Wijkbewoners kunnen bijvoorbeeld een signalerende functie hebben en de ogen en oren in de wijk zijn voor professionals. Zij zijn vertrouwd met de wijk en kunnen door hun nabijheid sneller toenemende kwetsbaarheid bij buren signaleren. Meer praktisch kunnen wijkbewoners laagdrempelig ondersteuning aan ouderen bieden, door bijvoorbeeld de afvalbak aan de straatrand te zetten, of boodschappen en kleine klusjes in en om het huis te doen. Daarbij dient ook het belang van sociaal contact met wijkbewoners voor het welzijn en de gezondheid van thuiswonende ouderen niet te worden onderschat (Wu & Sheng, 2019; Van Solinge, 2018).

Ondanks dat wijkbewoners een rol kunnen spelen bij het ondersteunen van senioren in het langer thuis wonen, benadrukt eerder onderzoek de complexiteit van deze benadering (Van Dijk e.a., 2013; van Dijk e.a., 2015). Zo blijkt het succes sterk afhankelijk van de verbinding en samenwerking van wijkbewoners met het formele netwerk van professionals, maar is het juist deze verbinding die vaak onvoldoende van de grond komt (Van Dijk e.a., 2013). Ook in de praktijk leven vaak nog vragen over de inzet van en samenwerking met wijkbewoners. Hoe kun je als zorgverlener bijdragen aan het opzetten en versterken van buurtnetwerken die ouderen ondersteunen? En hoe ondersteun je wijkbewoners op de juiste manier in het vervullen van een signalerende functie en het verlenen van informele zorg en ondersteuning? Ook in de Hilversumse Meent leefden deze vragen. Daarom besloot een netwerk van zorg- en welzijnsverleners het project ‘Buurten in de Meent’ op te zetten om deze vragen in de praktijk te onderzoeken. In dit artikel bespreken we de belangrijkste lessen uit dit project. 

Buurten in de Meent

Dit project was onderdeel van het programma Langdurige Zorg en Ondersteuning van ZonMw, binnen het subsidieprogramma Lokale Netwerken Samenhangende Ouderenzorg. Het project is opgezet en uitgevoerd door een netwerk van zorg- en welzijnsverleners en een oudere buurtbewoner (verder in het artikel ‘het netwerk’ genoemd). Doel van het project was om de sociale cohesie in de wijk te verbeteren en te onderzoeken hoe wijkbewoners begeleid kunnen worden in het ondersteunen van ouderen in de wijk. De wijk Hilversumse Meent is een wijk met relatief veel ouderen (33% is 65+) (Alle Cijfers, 2022) en heeft een netwerk van zorg- en welzijnsverleners die actief proberen meer samen te werken op het gebied van zorg en ondersteuning voor thuiswonende ouderen.

Voor de opzet van het project is inspiratie geput uit het concept Lief & Leedstraten, ontwikkeld door Stichting Opzoomer Mee (2022). Het idee achter dit project is dat bewoners extra aandacht aan buren geven wanneer dat nodig is. Bijvoorbeeld wanneer iemand vaak alleen is of een dierbare heeft verloren, maar ook op vrolijke momenten zoals verjaardagen of feestdagen. Concreet is er in Buurten in de Meent gewerkt aan het opzetten en begeleiden van een commissie van betrokken buurtbewoners, een zogenoemde ‘straatcommissie’. Die commissie bracht onder begeleiding van het netwerk van zorg- en welzijnsprofessionals verschillende activiteiten tot uitvoering (zie schema).

Schema 1. Opzet van Buurten in de Meent

Het idee hierachter was dat deze commissie getraind zou worden om activiteiten te organiseren en kwetsbaarheid te signaleren en dat de commissie na afloop met minimale professionele begeleiding zelfstandig zou blijven bestaan. De straatcommissie was verantwoordelijk voor het organiseren van sociale activiteiten zoals een bbq of een nieuwjaarsborrel, het ondersteunen van (oudere) buurtbewoners door bijvoorbeeld boodschappen te doen of de tuin te onderhouden en het signaleren en attenderen van eventuele kwetsbaarheid naar professionals in de wijk. Het project is met het netwerk en de straatcommissie middels een reeks groepsgesprekken geëvalueerd om de geleerde lessen in kaart te brengen. We hebben vier werkzame elementen geïdentificeerd in het proces met betrekking tot de samenwerking met ouderen, die onderstaand verder worden toegelicht: 1) Betrokkenheid ervaringsdeskundige, 2) Wensen en behoeften in kaart brengen, 3) Professioneel aanspreekpunt, 4) De kracht van vrijwilligers.

Ervaringsdeskundigen betrekken

Het betrekken van een buurtbewoner in het netwerk bleek een succesvol element te zijn in de opzet en uitvoering van Buurten in de Meent. Zijn betrokkenheid bracht inzicht in hoe de wijk in elkaar zat en wat er speelde onder buurtbewoners. Hierdoor konden de activiteiten beter afgestemd worden op de lokale context en sociale samenstelling van de wijk. Ook zorgde hij voor een kritische blik in de overleggen door alert te blijven op de wensen en behoeften van ouderen. Daarnaast kon het netwerk gebruik maken van de contacten die deze buurtbewoner al had in de wijk.

Ook ander onderzoek laat de waarde van het betrekken van ervaringsdeskundigen zien. Zo zijn multidisciplinaire overleggen waar ouderen bij aanwezig zijn vaker cliëntgerichter en zijn de gesprekken praktischer en concreter van aard (Dierendonck, 2015). Daarbij zorgt het betrekken van ouderen vanaf een vroege fase van projecten ervoor dat de activiteiten beter aansluiten bij de leefwereld van ouderen. Uiteraard zijn er wel voorwaarden voor het betrekken van ouderen in projecten. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat de oudere enige kennis heeft over de onderwerpen die besproken worden en dat de betrokken professionals eventuele ingewikkelde zaken, zoals medische termen of jargon, duidelijk uitleggen. Daarbij dient het netwerk er ook voor te zorgen dat vertegenwoordiging van ouderen in verhouding staat tot de grootte van het netwerk. Bij hele grote netwerken is het dan handig om meerdere ervaringsdeskundige ouderen te betrekken (Dierendonck, 2015).

In kaart brengen van wensen en behoeften in de wijk en straat  

Een tweede werkzaam element in Buurten in de Meent was het op meerdere momenten en manieren in kaart brengen van de wensen en behoeften van inwoners in de wijk. Zo is bij de start van het project eerst een verkennend onderzoek gedaan om inzichtelijk te maken hoe bewoners het wonen in deze wijk ervaarden en welke wensen en behoeften zij hadden met betrekking tot contact in de wijk. Uit de bevraging via diepte-interviews bleek dat bewoners vooral behoefte hadden aan contact en ondersteuning in de directe omgeving, zoals hun straat. In het project is toen gekozen om de commissie in één straat te werven en op te zetten en deze commissie enkel in hun eigen straat verantwoordelijk te maken voor het organiseren van activiteiten en het signaleren van kwetsbaarheid. Vervolgens werden de wensen en behoeften van bewoners in kaart gebracht in de straat waar het project tot uitvoering is gebracht. Het netwerk is toen samen met de straatcommissie langs de deuren gegaan om te onderzoeken welke activiteiten buurtbewoners zouden aanspreken. Met de resultaten kon de net geworven straatcommissie aan de slag.

Eén professional, één aanspreekpunt 

Naast het organiseren van sociale activiteiten was de commissie ook verantwoordelijk voor het signaleren van eventuele kwetsbaarheid van buurtbewoners, en dit door te geven aan zorg- en welzijnsverleners. Om deze functie zo goed mogelijk te vervullen, gaf de straatcommissie tijdens de evaluatie aan dat zij graag een vast aanspreekpunt zouden willen hebben bij wie zij eventuele zorgen zouden kunnen melden. Bij de start van het project was er namelijk, door wisselingen in personeel, geen duidelijke contactpersoon voor de commissie.

Andere onderzoeken benadrukken ook het belang van een duidelijk aanspreekpunt voor het samenwerken met wijkbewoners. Zo werd er in het project ‘Even Buurten’ gebruik gemaakt van spillen in de wijk: professionals die verantwoordelijk waren voor de samenwerking en begeleiding van buurtbewoners, zodat zij één aanspreekpunt hadden voor alle hulpvragen en zorgen (van Dijk e.a., 2015). Ondanks het bestaan van goede voorbeelden van samenwerking tussen formele en informele werkers, benadrukt onderzoek van zowel van Dijk e.a. (2015) als Jansen e.a. (2017) dat professionals het toch vaak nog lastig vinden om samen te werken met bewoners in de wijk en dat de informele en formele zorg en ondersteuning hierdoor nog te weinig op elkaar afgestemd is. Professionals blijken soms nog op grotere afstand te staan van de wijk en zijn soms nog (te) veel gericht op individuele hulpverlening en minder op het versterken van de samenwerking met wijkbewoners.

De kracht van vrijwilligers in de commissie

Ondanks dat er ten tijde van het project nog geen duidelijke contactpersoon was voor de straatcommissie, gaven de betrokken buurtbewoners wel aan dat deelname in de straatcommissie hen ondersteunde in het signaleren van kwetsbaarheid. Zo benadrukten de betrokken bewoners in de evaluatie dat ze door het hebben van een formele vrijwilligerstitel en functie in de commissie gemakkelijker bij buurtbewoners achter de voordeur kwamen. Een van de commissieleden formuleerde het zo: “Ik heb nu een reden om even aan te bellen, om iemand uit te nodigen voor een activiteit. Dan kan ik gelijk even zien hoe het met diegene gaat en of deze persoon nog iets nodig heeft”. Hiermee bevestigt dit project dus de waarde en kansen van het inzetten van wijkbewoners als ‘ogen en oren’ in de wijk.

Geleerde lessen

Als zorg- en welzijnsverlener kun je in samenwerking met wijkbewoners de buurtnetwerken versterken en ondersteunen. Dit vereist echter wel dat je in de opzet van nieuwe projecten ook ervaringsdeskundige ouderen betrekt en dat je gebruik maakt van de lokale- en ervaringskennis van deze ouderen. Daarbij is het raadzaam om als professionals, samen met wijkbewoners, op verschillende momenten en manieren de wensen en behoeften van bewoners in kaart te brengen en de activiteiten zo lokaal mogelijk (op straatniveau) te organiseren. Met betrekking tot het ondersteunen van wijkbewoners in het vervullen van een signalerende functie laat dit onderzoek zien dat het hebben van een formele functie als vrijwilliger ondersteunend was in het leggen van contact met eventuele kwetsbare wijkbewoners. Voor de signalerende functie is het wel van belang dat er een duidelijk aanspreekpunt is voor deze vrijwilligers en dat het samenwerken met het informele netwerk een kerntaak vormt van lokale zorg- en welzijnsverleners. Écht samenwerken betekent dus vooral luisteren naar buurbewoners, gebruik maken van hun kennis en expertise en alleen waar nodig ondersteuning bieden.

Dankwoord

Met dank aan Corine van Maar en Hans van Dijkhuizen voor hun enthousiasme en fijne samenwerking tijdens het project.

Literatuurlijst

  1. Alle Cijfers (2022). Informatie buurt Hilversumse Meent Retrieved from https://allecijfers.nl/buurt/hilversumse-meent-hilversum/
  2. Cramm, J. M., van Dijk, H., Lötters, F., van Exel, J., & Nieboer, A. P. (2011). Evaluating an integrated neighbourhood approach to improve well-being of frail elderly in a Dutch community: a study protocol. BMC Research Notes, 4(1), 1-9.
  3. Dierendonck, J. v. (2015). Oud of wijs: ervaringsdeskundige maakt het verschil in onderzoek naar de ouderenzorg. Utrecht: Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra.
  4. Jansen, E., Sprinkhuizen, A., Veldboer, L., Verharen, L., & de Waal, V. (2017). Essay Kwesties en keuzes in wijkgericht werken. Kwesties en keuzes in wijkgericht werken, 4.
  5. Stichting Opzoomer Mee (2022).   Retrieved from https://www.opzoomermee.nl/
  6. Van Dijk, H., Cramm, J., Goumans, M., Brix, A., Bakker, S., & Nieboer, A. (2013). Belang van ondersteunende netwerken voor ouderen. Bijblijven, 29(4), 53-57.
  7. van Dijk, H., Cramm, J., Lötters, F., van Exel, J., & Nieboer, A. (2015). Even Buurten: De complexiteit van een wijkgerichte aanpak.
  8. Van Solinge, H. (2018). Sociale contacten verschuiven als men ouder wordt. Geron, 20(3), 68-68.
  9. Wu, F., & Sheng, Y. (2019). Social support network, social support, self-efficacy, health-promoting behavior and healthy aging among older adults: A pathway analysis. Archives of Gerontology and Geriatrics, 85, 103934. doi:https://doi.org/10.1016/j.archger.2019.103934