Perfecte zorg bestaat niet, omdat het mensen zijn die zorgen. En zelfs mensen met de beste bedoelingen kunnen slechte dingen doen. In de zorg wordt er met mensen gewerkt en gaat het meestal goed, maar soms ook fout. De auteurs ontrafelen het web rond grensoverschrijdend gedrag met kennis van zaken: hoe herkennen we het, wie loopt risico als dader of slachtoffer, hoe gebeurt het, wat kunnen we eraan doen?
Vanuit een breed kader dat over de mensenrechten alsook de juridische invalshoek gaat, en zelfs managementaspecten betrekt, schetsen de auteurs hoe verschillende vormen van mis(be)behandeling kunnen ontstaan. Bijzonder ineressant is de kwaliteitsdriehoek in de ouderenzorg die zij naar voren brengen als model. Daarbij stipuleert men dat de zorgvrager, de medewerker in de zorg en de organisatie as such evenwaardige partners moeten zijn, anders ontstaan scheefgetrokken situaties die warme zorg bemoeilijken. Het is dan mooi om te zien hoe grensoverschrijdend gedrag niet meer als een zaak tussen twee individuen wordt gezien (cfr een alleenstaand feit), maar een uiting is van verschillende zaken die mislopen in de zorg, zoals bijvoorbeeld een groot verloop van personeel en een structureel personeelstekort. In het boek wordt COVID-19 vaak aangehaald als factor die structurele pijnpunten blootlegt.
In essentie zeggen de auteurs dat warme zorg praten en luisteren is, en daar dus ook de tijd en ruimte voor krijgen. Het gaat om levensverhalen betrekken bij moeilijk gedrag, in dialoog gaan met slachtoffer en dader, gedragscharter opstellen met het personeel, met het beleid en met de bewoners. Maar ook psychosociale zorg verlenen boven op de strikte zorg (eten, wassen, medicatie, parameters) omdat die even essentieel is. En mangomomenten zoeken met bewoners, gegroet worden bij het binnenkomen aan de balie van een woonzorgcentrum of een ander klein gebaar dat een moment van grote waarde creëert. Dat vraagt tijd, brengt niets op in harde valuta en is maatwerk. Het resultaat van dit soort gesprekken is telkens anders en afhankelijk van de mensen zelf. Zorg op maat.
De grote sterkte van dit boek zijn de verschillende casussen, die telkens de theorie en deontologie illustreren. Het is alsof je zo al doende leert, en je als lezer steeds meer besef krijgt wat die term ‘grensoverschrijdend gedrag’ inhoudt. Seksuele overschrijding lijkt gekend, doch door de 23 casussen uit die sfeer, leer je ook de subtiele uitingen kennen. Helemaal interessant wordt het als die verhalen gereviseerd worden door een jurist, een beleidsmedewerker en de gerontoloog.
Dit boek zegt niet wat je moet doen, noch hoe je het moet doen. Het zegt hoe grensoverschrijdend gedrag kan ontstaan en hoe om te gaan met het onevenwicht dat ontstaat bij een relatie waar een mens zorgt voor een andere mens. Het legt uit hoe daaruit macht over de ander kan ontstaan en zo grenzen kunnen worden overschreden. De auteurs van het boek geven wel aan hoe je de kans kan verkleinen. Daartoe geven ze meerdere voorbeelden en 15 ultieme tips om er mee aan de slag te gaan. En dit is meteen de reden om dit boek te lezen en te gebruiken in je eigen werkomgeving.