2601 Weergaven
4 Downloads
Lees verder
Eveline van de Putte (2019) Stormachtig Stil - levensverhalen van roze ouderen. Uitgeverij de Brouwerij | Brainbooks ISBN: 9789078905202, 264 blz., € 25

Roze of homoseksuele ouderen vormen een grotendeels ‘onzichtbare’ groep in onze samenleving. Er is weinig over hen bekend, deels omdat ze hun verhalen ‘stil’ of ‘geheim’ houden. Hun levens waren echter vaak ‘stormachtig.’ De titel van het boek met levensverhalen van regenboogouderen is daarom niet voor niets ‘Stormachtig Stil.’

Stormachtig Stil bevat 27 persoonlijke narratieven van homoseksuele- en transgender ouderen. Het zijn levensverhalen over gevoelens van uitsluiting, verlies en verdriet, maar ook over de ontwikkeling van kracht, eigenheid, vrijheid en verbondenheid. Vaak gaat dit gepaard met verzet tegen stigmatiserende ideeën en negatieve beeldvorming over LHBT+ ouderen. Door middel van het delen van zeer persoonlijke ervaringen zet het boek in op wederzijdse herkenning, begrip en respect tussen (homo- én heteroseksuele) mensen. 

De levensverhalen zijn zeer divers. Neem Magda Römgens (85). Ze zegt: “Ik voelde me een verstoten vogel. Toen mijn ouders ontdekten dat ik met Mien ging, was ik niet langer welkom.” Het heeft haar veel verdriet gedaan. Inmiddels is ze langer met Mien dan met de man met wie ze vier kinderen kreeg. Ze vertelt openhartig over de tijd waarin homoseksualiteit verdorven was. Nu maakt ze zich vooral zorgen over de stille uitsluiting van ‘regenboogmensen’ in verpleeghuizen. Iemand de rug toe draaien, de kring sluiten… Met kleine gebaren is al veel te bereiken meent ze, zoals de vlag ophangen, personeel trainen en Roze loper beleid ontwikkelen. Ze draagt daar actief aan bij als Mrs. Senior Pride 2021 en met Tour d’Amour, een interactieve voorstelling met Drag Queen Victoria en initiatiefnemer en auteur Eveline van de Putte om seksuele- en genderdiversiteit van ouderen bespreekbaar te maken.

Terwijl de één, net als Magda, getrouwd is geweest in een heterohuwelijk, en pas op latere leeftijd tegenover gezin en familie uit de kast is gekomen, zijn er anderen die nooit trouwden en enkel kortdurende relaties hadden. We zien ook verschillen in opstelling. Er zijn ouderen met een opvallend actieve en ‘activistische’ levenshouding, zoals Magda, maar ook ouderen die minder op de voorgrond treden.

Historisch gezien is homoseksualiteit lang beschouwd als een afwijking van wat normaal en goed is, dus iets ‘verkeerds’. Vanuit de psychiatrie kreeg men het stempel ‘ziek’, vanuit het geloof ‘zondig’ en vanuit de wet ‘strafbaar.’ Niet verwonderlijk dat de roze ouderen van nu in hun jonge jaren dachten dat ze de enige waren. Ze hadden geen rolmodel. Hun ‘eigenaardige’ gevoelens waren iets waarvoor ze zich schaamden en iets dat ze niet konden plaatsen. ‘Ik voelde me wel anders, maar ik had er nog geen woorden voor,’ zegt Magda.

De schaamte werd vaak versterkt door het feit dat voor je seksuele voorkeur uitkomen, vereist dat je en plein public over intimiteit en seksualiteit spreekt. Dit is, maar was zeker in de tijd waarin de ouderen opgroeiden, grotendeels taboe. Die schaamte leidde er vaak toe dat gevoelens werden onderdrukt of in een geheim dubbelleven werden beleefd. In veel verhalen zien we een emancipatie waarin deze schaamte en onzekerheid uiteindelijk worden overwonnen en de persoon een zekere mate van trots ontwikkelt. Homoseksuele ouderen vertellen dat een wezenlijk deel van hun identiteit gevormd wordt door hun anderszijn en dat zij dit pósitief waarderen. Ze beschouwen hun seksuele voorkeur als een rijkdom en zijn trots op de vrijheid die ze hebben bevochten om eindelijk zichzelf te kunnen zijn.

Wat opvalt is dat er een grote interne diversiteit bestaat als het gaat om leeftijd. De verhalen omvatten verschillende generaties, die allen op (gedeeltelijk) andere manieren met homoseksualiteit als maatschappelijk fenomeen in aanraking zijn gekomen. Zodoende zijn er ook duidelijk verschillen waar te nemen in hun visie op wat homovriendelijke zorg is (of zou moeten zijn) en hoe homoseksualiteit (en seksualiteit überhaupt) sociaal (on-)zichtbaar zou moeten zijn.

Voor de oudere generaties van 75+ lijkt homoseksualiteit grotendeels taboe en vooral een privé-onderwerp. Zij hanteren een impliciete manier van omgaan met hun seksuele identiteit, en zij staan ook meer sceptisch óf zelfs afkeurend tegenover expliciete aandacht en beleid op gebied van roze ouderen. 75+ ouderen zijn bovendien niet gewend over hun gevoelens te praten, en de lhbti+ 75 plussers al helemaal niet. Zij houden zich nog altijd stil in zorgafhankelijke situaties. In één op één gesprekken laten zij voorzichtig blijken dat dit voorkomt uit het nooit mogen praten, en de diepgewortelde angst voor afwijzing en er niet mogen zijn.

Jongere generaties (55+ tot 75+), die (mogelijk) op het punt staan (meer) zorgafhankelijk te worden, staan hier anders in. Veel van hen zijn opgegroeid in de jaren ’60 en ’70 en hebben zich in deze tijd ingezet voor grotere individuele, seksuele en politieke vrijheid. In lijn hiermee achten zij het essentieel voor hun zelfbeeld en sociale identiteit om ook hun seksuele voorkeur en genderidentiteit openlijk en expliciet uit te kunnen dragen. Vanuit deze achtergrond zijn velen niet bereid (op latere leeftijd alsnog) hun homoseksualiteit te verzwijgen en zij maken zich dan ook grote zorgen over het wonen in een zorgcentrum. Ze willen niet opnieuw de kast in.

De verschillen tussen generaties komt ook naar voren in het toekomstperspectief. Sommigen zijn van mening dat de acceptatie en positieve zichtbaarheid van homoseksuele ouderen met de tijd min-of-meer vanzelf zal verbeteren. Anderen, met Magda voorop, menen dat het nodig is om seksuele – en genderdiversiteit actief bespreekbaar te maken. Zij zetten zich bijvoorbeeld actief in als Róze 50+ ambassadeur.

Grootste gemene deler in de verhalen is de dynamiek waarin er enerzijds sprake is van de ervaring ‘anders’ te zijn en als zodanig te worden ‘geclassificeerd’ – wat zowel pijnlijke gevoelens van uitsluiting oplevert als gevoelens van trots en ‘rijkdom’ – en anderzijds de behoefte om te worden (h)erkend als méns. Belangrijk om te beseffen is dat de mensen in het boek de moed hadden om hun verhaal te delen, zelfs met naam en foto. Nog altijd durft de meerderheid van de lhbti+ ouderen dit niet uit angst voor herkenbaarheid en de mogelijk negatieve gevolgen daarvan.

Alle geportretteerden hebben een bijzonder leven gehad en nu ze op leeftijd zijn en zorg en ondersteuning nodig hebben is het goed om meer te begrijpen van het leven dat zij hebben geleid. Kennis van diversiteit draagt bij aan zorg op maat. Een aanrader dus voor mensen in de zorg en het sociale domein om kennis van te nemen.