Het boek brengt het verhaal van Immia Schellevis die haar missie, namelijk de weg wijzen tussen leven en dood, beschrijft aan de hand van talrijke beelden en metaforen. Zij werkte jaren als verpleegkundige en begeleidster van stervenden. Als kind ging ze vaak mee naar begrafenissen met haar opa die uitvaarten verzorgde en grafkelders bouwde, wat deels haar interesse en gedrevenheid voor de golfbewegingen tijdens het leven en bij het sterven verklaart.
Haar fascinatie voor wat er van de mens overblijft, groeide gaandeweg en zij stelde zich vragen over wat een mens eigenlijk is en waar zijn denken en voelen blijven na de dood. Met de dood van haar zwager besefte ze voor het eerst dat de doden slechts een ademhaling ver zijn en dat de levenden, als ze dat willen, hun energie kunnen ervaren. Door middel van persoonlijke verhalen en inzichten geeft ze de lezer handvaten om te kunnen reflecteren op de balans tussen leven en dood, en hoe we als mensen omgaan met deze universele thema’s vanuit zowel een emotioneel als een intellectueel perspectief.

De auteur deelt haar ervaringen met verlies maar koppelt dit verlies aan bredere inzichten: hoe gaan mensen om met de grote levensvragen, zoals wat er na de dood komt en welke inzichten dat levert voor het verdere bestaan. In het geregeld begeleiden van stervenden naar de andere kant van de weg, is ‘er zijn’ belangrijker dan ‘het doen’ zoals bijvoorbeeld praktische of medische handelingen uitvoeren. Door ‘het zijn’, kan er rust intreden bij de stervende, zowel lichamelijk als geestelijk, en kan hij of zij de oversteek maken.
De auteur gaat geen enkel onderwerp uit de weg. Zij beschrijft de fasen tijdens het overgaan, het aanvaarden van de dood, de rituelen rond de dood in het boeddhisme en het sjamanisme, de rouw- en verliesbegeleiding, het sterven van kinderen, euthanasie, hoe ze verder zelf met rouw omging na de dood van haar vriend …
Een mijns inziens bijzonder en aangrijpend stuk in het boek is getiteld ‘visualisatie van jouw eigen dood’, waarbij de lezer wordt uitgenodigd om een voorstelling te maken van de eigen dood en de eigen wensen en intenties daaromtrent neer te schrijven in een sterfboekje. In plaats van bang te zijn, kan de dood ook worden gezien als een reis en een avontuur, want sterven is onvermijdelijk en komt mogelijk ook onverwacht. Het nodigt alleszins uit om stil te staan bij de kwetsbaarheid van het bestaan en de waardevolle momenten van het leven.