2180 Weergaven
20 Downloads
Lees verder
Els Messelis schreef als gerontoloog al verschillende boeken over diverse thema’s rond ouder worden. Zij heeft in Vlaanderen bekendheid in onderwerpen als grensoverschrijdend gedrag, intimiteit en seksualiteit. Dat zij een boek over huidhonger schreef was geen verrassing. Mijn verwachtingen als lezer waren dus bijzonder hoog. Het boek stelt niet teleur wat betreft de diversiteit van onderwerpen en het bespreken van boeiende thema’s die buiten de heteronormativiteit vallen, zoals open relaties of seksuele dienstverlening vanuit een zorgmodel. Door de COVID-19-crisis leerden we allemaal het woord huidhonger kennen.

Nochtans was de auteur al voor de pandemie losbarstte aan het werk met dit thema. Door haar werk rond intimiteit en seksualiteit op latere leeftijd, kwam zij regelmatig in contact met ouderen die intense verhalen vertelden over een tekort aan menselijke aanraking. Waar het fenomeen van huidhonger eerst een probleem leek voor eenzame mensen, zorgde de pandemie ervoor dat plots een groot deel van de bevolking ervaarde hoe lichamelijke aanrakingen verdwenen. De impact van de pandemie op onze aanrakingen in het dagelijks leven, en vooral het wegvallen ervan, worden duidelijk geïllustreerd doorheen de vele getuigenissen in het boek.

Het boek ‘Aanraking in tijden van huidhonger’, bestaat uit drie delen. De bekende seksuoloog Wim Slabbinck nam het voorwoord voor zijn rekening. Hij geeft aan dat therapeuten steeds meer aanraakarmoede zien in hun praktijk en waardeert hoe de auteur het belang van intimiteit als ‘grondstof’ in onze maatschappij benadrukt. Het eerste deel beschrijft het fenomeen van huidhonger. Het tweede en grootste deel van het boek zijn getuigenissen over huidhonger van personen die door de auteur zelf werden geïnterviewd. In het derde en laatste deel vertellen professionals hoe huidhonger, aanraking en seksualiteit voorkomen in de praktijk bij mensen die door omstandigheden huidhonger ervaren.

Deel één

Het eerste hoofdstuk van het boek geeft een inleiding over ‘aanraking’ als een menselijke behoefte. Deze behoefte staat in onze samenleving al een tijd onder druk door het verminderen van fysieke aanraking die versterkt werd door de COVID-19-maatregelen. Het woord huidhonger bestond al voor de pandemie, maar is sindsdien een bekend begrip. In het tweede hoofdstuk wordt psychologe Dr. Mandy Tjew geïnterviewd, die een aantal theoretische en wetenschappelijke inzichten rond huidhonger deelt. Als lezer leer je hier een aantal interessante weetjes over aanraking, wat de voordelen van aanraking zijn en hoe hechting een invloed heeft op de ervaring van huidhonger. Ondanks de meerwaarde van het interview met een expert blijft er een tekort aan extra bronnen of suggesties voor de lezer die zich nog verder wil verdiepen in theoretische en wetenschappelijke inzichten.

Deel twee

We krijgen inzicht in de beleving van huidhonger via verschillende getuigenissen van personen die de auteur interviewde. Zes daarvan zijn zeer uitgebreid en drie getuigenissen beperken zich tot één of twee bladzijden. Dat op huidhonger geen leeftijd staat, wordt verschillende keren herhaald. Van de eerste zucht tot de laatste adem hebben we hier als mens behoefte aan, en daarom interviewde de auteur mensen van verschillende leeftijden en met verschillende achtergronden. Daardoor leert de lezer diverse personen kennen en hoe zij huidhonger op hun eigen manier hebben ervaren tijdens de pandemie. Jammer is dat de getuigenis van de oudste persoon kort is. Ouderen kregen als kwetsbare doelgroep de raad om zo min mogelijk mensen te zien tijdens de eerste golven van de pandemie. De getuigenissen van eenzame ouderen in woonzorgcentra kwamen echter vaak aan bod in de pers. Ook spijtig is dat er slechts één uitgebreide getuigenis is van een man. Een getuigenis van hoe jongere mannen huidhonger ervaren, had deze lijst nog interessanter kunnen maken.

Deel drie

In dit deel komen de ervaringen van professionele zorgverleners aan bod. De algemeen gekende zorgprofessionals– zoals een masseur, een ergotherapeut van een woonzorgcentrum, een kinesiste en een begeleider van personen met een beperking – delen hun ervaringen met huidhonger bij zorgbehoevende personen. Daarnaast zijn er ook de minder gekende professionals zoals intimiteitscoaches en seksuele lichaamswerkers die hun ervaringen delen. De lezer leert hierdoor zowel het beroep kennen als de meerwaarde die zij geven voor de levenskwaliteit van zorgvragers of mensen die een behoefte aan aanraking hebben. Zij vertellen elk hoe aanraking en het effect daarvan in een professionele context voorkomt. Een kritische kijk van de auteur op handelingen van de professionals ontbreekt jammer genoeg. Zo wordt bijvoorbeeld in een bepaald hoofdstuk de dunne lijn tussen aanrakingen in de zorg en grensoverschrijdend gedrag benoemd. De mening van de auteur of de verwijzing naar een eventueel (ontbrekend) wettelijk kader zou de lezer inzicht kunnen geven over hoe hiermee om te gaan in de praktijk.

Nood aan extra informatie

De lezer haalt uit het boek veel informatie, maar tijdens en na het lezen rijzen wel verschillende vragen zoals ‘Wat kan ik als lezer zelf doen, voor mezelf en voor anderen?’ Na elke getuigenis wordt een aantal tips geformuleerd, maar verdere verwijzingen naar literatuur of andere informatie die de auteur of getuige zou kunnen aanbevelen ontbreken. Een analyse van de interviews of een interpretatie van de auteur die expert is in de materie had de lezer een mooi overzicht kunnen bieden. Tijdens het lezen merk je op dat dit boek in een snel tempo is geschreven óf in een snel tempo is uitgegeven. Dit wordt duidelijk door enkele foute zinsconstructies en dat is jammer. De auteur veronderstelt dat de lezer begrippen als ‘haptonomie’, ‘drukniveaus bij massage’ of ‘basale stimulatie’ kent. Voor mensen in de zorg is dit vakjargon, maar buiten de zorg zijn deze begrippen onbekend. Een ander voorbeeld van een veronderstelling is dat de auteur ervan uitgaat dat de omstandigheden van Roemeense weeskinderen in de jaren ‘80 van de vorige eeuw bekend zijn. Een jongere generatie die deze niet kent, moet zelf uitzoeken waar het echt over gaat. Nochtans wordt er wel extra achtergrondinformatie gegeven bij pioniers die onderzoek deden naar hechting. Deze publicatie is waardevol en niet alleen voor professionals in de zorg. De getuigenissen zijn – zoals de titel meldt – echt beklijvend, maar meer achtergrondinformatie had dit boek nog interessanter kunnen maken.