1964 Weergaven
10 Downloads
Lees verder
De bestaanszekerheid van zorgprofessionals in de ouderenzorg staat onder druk, met grote impact voor hun gezondheid en werkplezier. De oorzaak is een complex samenspel van genderongelijkheid, armoede, racisme en flexibilisering van de arbeidsmarkt. Dit samenspel is een direct gevolg van politiek beleid en verdient naast concrete verbeteringen ook moedige politieke keuzes.

Aandacht voor ongelijkheid onder zorgprofessionals

Dit is de hoofdconclusie van een vierjarig participatief onderzoek naar de gezondheid en het welbevinden van zorgprofessionals in de ouderenzorg (ZonMw, 2018-2022). Dit onderzoek werd uitgevoerd door onderzoekers van Amsterdam UMC samen met vijf zorgverleners uit de ouderenzorg en fotograaf Janine Schrijver. Zorgverleners en mantelzorgers fotografeerden hun eigen leven, geïnspireerd door photovoice (zie: Duijs e.a., 2022a). Ook werden vijf deelstudies uitgevoerd, bestaande uit kwalitatieve interviews onder zorgmedewerkers, zzp’ers, HR-managers, zorgbestuurders en bedrijfsartsen (totaal N=153 interviews). Om te onderzoeken hoe bestaande maatschappelijke ongelijkheden doorsijpelen op de werkvloer en de impact daarvan op de gezondheid van zorgverleners, maakten we gebruik van intersectionaliteit als theoretisch kader. Intersectionaliteit, ook wel kruispuntdenken genoemd, helpt om te begrijpen hoe individuele ervaringen worden gevormd door een wisselwerking tussen aspecten van identiteit zoals gender, etniciteit, sociale klasse, leeftijd/levensfase of het hebben van een disability. Intersectionaliteit heeft daarbij specifiek oog voor structurele maatschappelijke ongelijkheid. De fotograaf vatte de kernbevindingen samen in vier portretten, een boek en de tentoonstelling ‘Wat Je Niet Ziet’ (Duijs e.a., 2022b). De portretten benadrukken de vaak onzichtbare impact van genderongelijkheid, armoede, racisme en flexibilisering van de arbeidsmarkt op de levens, de gezondheid en het welbevinden van zorgverleners.  

Genderongelijkheid

Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is om te beginnen zichtbaar in het ervaren gebrek aan financiële waardering voor het werk in een vrouwelijke sector als de ouderenzorg. Politiek beleid is de afgelopen jaren gericht op het afschalen van formele zorg naar informele zorg. Deze ‘transitie’ is gedreven door een economische ideologie die zorg beschouwt als kostenpost in plaats van als een investering en noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de samenleving (Fraser, 2018). Vooral vrouwen betalen daar in de praktijk letterlijk en figuurlijk een prijs voor; zij doen veel van deze zorg onbetaald als mantelzorger. Zo verwoordt Naziha het:

Naziha: ‘De samenleving kan niet oneindig tassen met zorgtaken om de schouders van zorgmedewerkers hangen. Onze schouders zitten vol.’
Foto: Janine Schrijver

Vrouwen van middelbare leeftijd verrichten vaker mantelzorg vergeleken met mannen van dezelfde leeftijd. De taakverdeling en de aan mannen versus vrouwen toebedeelde verantwoordelijkheden zijn verschillend en hangen (nog steeds) samen met ideeën over kostwinning, opvoeding en onderlinge afhankelijkheid. Ons onderzoek toont aan dat zorgprofessionals zich in toenemende mate uitspreken over de onevenredig grote verantwoordelijkheid die zij dragen door de transitie naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze transitie werd gelegitimeerd door een discours over actief burgerschap (de participatiesamenleving), en in werking gesteld door beleid dat zorgverantwoordelijkheden verschoof van hoger naar lager betaalde zorgprofessionals, en van betaalde naar onbetaalde zorgverleners, zoals mantelzorgers. Deze politieke keuze had een grote impact op zorgprofessionals. Op de werkvloer kregen ze te maken met meer complexe zorgtaken. Daarnaast zijn zorgprofessionals relatief vaak ook mantelzorger en werd er ook een groter appel op hen gedaan om onbetaald zorg te verlenen. Naziha verwoordt dat gevoel krachtig. Haar uitspraak is een politiek statement: mantelzorgers kunnen niet als oneindige bron van onbetaalde zorg worden beschouwd en ook is er het verzoek aan degenen die traditioneel gezien met minder zorgtaken worden belast om een paar tassen over te nemen.  

Armoede

De ideologie van zorg als kostenpost leidt tot gebrek aan politieke aandacht voor de ouderenzorg en tot lage beloning. De lonen in de zorg blijven al jarenlang achter bij andere sectoren, aldus de Sociaal Economische Raad (SER) in 2021. In combinatie met kleine contracten, signaleerde ook de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in 2020 dat de financiële zelfstandigheid van vrouwen in de zorg onder druk staat. In ons onderzoek zien we dat armoede en schulden onder zorgprofessionals een urgent probleem zijn, zelfs al vóór de huidige hoge inflatie en de energiecrisis. Dit zegt Yvonne erover:

Yvonne: ‘Je bent onzichtbaar. Je schaamt je. Het is een grote drempel om te moeten zeggen: ik red het niet. (…) Werken in de zorg wordt nog te vaak gezien als bijbaan voor vrouwen met een man. Zonder toeslagen red je het niet, maar door de toeslagen kun je enorm in de problemen komen. Dat hebben we gezien met de toeslagenaffaire. Als je zoveel stress hebt, en je staat zo onder druk op je werk. Je wordt er letterlijk ziek van, en door de stress val je uit.’
Foto: Janine Schrijver

Het verhaal van Yvonne illustreert wat bedrijfsartsen in ons onderzoek allang weten: ‘Als er schulden zijn, dan is verzuim niet ver weg’. Bestuurders signaleren armoede en schulden als een urgent en groeiend probleem. In sommige verpleeghuizen liep het loonbeslag onder medewerkers in 2020 al op tot 40% à 60% van de medewerkers in de laagste loonschalen.Ons onderzoek laat zien dat armoede een belangrijke reden is om te kiezen voor het zzp-schap, om zo toch tijdelijk rond te kunnen komen. Vervolgens is het zzp-schap ook een risico voor armoede, doordat zorgprofessionals in de ouderenzorg van de relatief lage tarieven geen arbeidsongeschiktheidsverzekering of pensioenopbouw kunnen betalen.  

Racisme

Racisme speelt ook een belangrijke rol bij de bestaansonzekerheid van zorgprofessionals. Sterker nog, racisme en armoede hangen met elkaar samen. In onze deelstudie onder zzp’ers zagen we dat zorgprofessionals van kleur niet graag een beroep doen op toeslagen uit angst voor terugbetalingen als gevolg van institutioneel racisme binnen de belastingdienst, wat Yvonne in haar verhaal ook aangeeft (‘door de toeslagen kun je enorm in de problemen komen’). Voor sommige medewerkers van kleur was dit zelfs een belangrijke reden om te gaan zzp’en; hierdoor konden zij strak de regie houden over het aantal gewerkte uren en dus de te ontvangen kinderopvangtoeslag. In de eerste Covid-19 golf zagen we dat zzp’ers begin 2020 veel diensten kwijtraakten, en daarmee vaak direct in geldnood kwamen. ZZP’ers van kleur durfden vervolgens niet altijd een beroep te doen op regelingen die bedoeld waren om de bestaansonzekerheid onder zzp’ers tegen te gaan, zoals de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO). Hier speelde wederom de kinderopvangtoeslagaffaire een belangrijke rol in de angst voor extra controles en terugbetalingen.

Tegelijkertijd blijft racisme te vaak onbesproken in de zorg. Olivia verwoordt de ervaringen van veel collega’s van kleur die deelnamen aan onze studie als volgt:

Olivia: ‘Als het gaat om onze gezondheid op het werk, dan zijn er een paar dingen die zichtbaar zijn: managers en bestuurders. Zij zien die werkdruk. Ze zien de werkstress. Ze zien dat we onze grenzen steeds moeten verleggen. Ze zien dat we onbaatzuchtig en loyaal zijn. Dat we over onze grenzen gaan, voor onze cliënten en collega’s. Dat is onze schuld en dan mogen we daarvoor op een training. Wat ze niet zien is racisme en discriminatie. (..) Het is niet de werkdruk die ons opbrandt. Het is ook de discriminatie en het racisme.’
Foto: Janine Schrijver

Racisme speelt mee in alle thema’s die we hierboven benoemen. Racisme bepaalt wie er kansen krijgt en wie niet, wie er in het team past en wie niet. Geïnterviewden beschrijven de druk om ‘wit’ te zijn op de werkvloer, en wat dat met je doet, als mens en als zorgverlener, zoals Usha:

Usha: ‘Dit is mijn manier om meer kleur op de werkvloer te laten zien’ (…). Ik maak me zorgen om de discriminatie die ik zie. (…) Het is niet altijd veilig om je uit te spreken. Je moet je als donkere altijd extra bewijzen. En als je een fout maakt dan zijn de consequenties harder dan als een witte collega iets doet. Dus zwijg je weer. Je kiest voor jezelf. Je wilt je brood niet verliezen.
Foto: Janine Schrijver

Racisme heeft impact op je gezondheid. Of, in de woorden van Olivia: ‘Racisme op de werkvloer is als werken met een stresspak aan.’ Het draagt bij aan de werkdruk doordat zorgprofessionals van kleur aangeven dat ze dubbel zo hard moeten werken om zich te bewijzen. Racisme duwt zorgverleners uit de organisatie en in het zzp-schap, waarbij zij van de ene kwetsbaarheid in de andere vallen. ‘Liever de financiële onzekerheid, dan dat ik dagelijks slecht behandeld wordt.’
(jonge zzp’er van kleur)

Flexibilisering arbeidsmarkt

Naast racisme en de lage lonen, kiezen zorgprofessionals voor het zzp-schap om reden van hun gezondheid, zoals bijvoorbeeld het managen van overgangsklachten, om hun autonomie te vergroten en meer flexibiliteit te creëren bijvoorbeeld vanwege mantelzorg of andere zorgtaken. Het zzp-schap is daarmee een reactie op een ervaren gebrek aan goed werkgeverschap. Onze enige uitweg lijkt stemmen met de voeten. Dus lopen we weg uit de zorg of worden we zzp’er’ (Casper in een opiniestuk, Mazurel & Abma, Trouw, 19 juli, 2020)

En soms is het zelfs een expliciete vorm van protest tegen de bestaansonzekerheid als werknemer: ‘Iedereen weet dat werken in de zorg ten koste gaat van je gezondheid, en je amper rondkomt, terwijl organisaties winst maken. Als zzp’er verdien ik er tenminste zelf
nog wat aan’
(jonge zzp’er)

Zorgprofessionals beschrijven het zzp-schap consequent als een noodoplossing. Deze noodoplossing ontstond door politiek beleid dat flexibilisering van de arbeidsmarkt mogelijk maakte en zelf stimuleerde. Dit neoliberale beleid stelt werkgevers in staat om hun ‘workforce’ zo efficiënt mogelijk te organiseren met een flexibele schil, maar gaat ten koste van de werk- en sociale zekerheid van werknemers. Nu zorgprofessionals zelf die flexibiliteit opeisen, wordt dat als probleem gedefinieerd. Het zzp-schap is zowel een oplossing voor de bestaansonzekerheid onder zorgprofessionals, als een oorzaak. Veel zzp’ers in de zorg zitten in kwetsbare situaties. Zorgprofessionals en organisaties staan dan ook niet tegenover elkaar. Zij zijn beiden kwetsbaar gemaakt door de flexibilisering van de arbeidsmarkt.

Bestaansonzekerheid vraagt om een politiek antwoord

Sommige thema’s uit ons onderzoek, zoals genderongelijkheid in de mantelzorg, zijn al langer bron van zorg en aandacht. Ook de discussie over de toename aan zzp’ers in de zorg wordt al enkele jaren op het politiek niveau gevoerd. Andere thema’s, zoals armoede en schulden, zijn de afgelopen tijd pijnlijk zichtbaar geworden door de hoge inflatie en de woon- en energiecrisis. Black Lives Matter heeft er mede voor gezorgd dat racisme in de zorgsector op de politieke agenda kwam en dat in het afgelopen jaar meerdere onderzoeken werden gepubliceerd over de impact van racisme in de zorgsector.
 Onze bevindingen benadrukken dat al deze factoren, gezamenlijk en in wisselwerking met elkaar, impact hebben op de bestaanszekerheid van zorgprofessionals (Lorey, 2015). We kunnen en mogen ze dus niet uit elkaar halen wanneer we de gezondheid en het werkplezier van zorgprofessionals willen verbeteren. Armoede hangt samen met economische ideologieën over zorg en het gebrek aan politieke en financiële waardering voor de ouderenzorg, niet toevalligerwijs een vrouwelijk getypeerde sector. Ons onderzoek laat ook zien dat onbetaalde mantelzorg vervolgens samenhangt met financiële kwetsbaarheid, bijvoorbeeld wanneer vrouwen kiezen voor het zzp-schap om werk en mantelzorg te kunnen combineren. Het is vervolgens niet mogelijk om zzp’ers in de zorg terug te dringen, zonder aandacht voor racisme en discriminatie in zorgorganisaties. Zo hangen genderongelijkheid, armoede en racisme structureel met elkaar samen.

Combinatie van maatregelen

De groeiende bestaansonzekerheid onder zorgprofessionals – niet alleen onder zzp’ers – moet dus begrepen worden als een complex samenspel tussen genderongelijkheid, racisme en neoliberaal arbeidsmarktbeleid (Lorey, 2015; Van den Berg, 2021). Het beschermen van de gezondheid en het werkplezier vereist dus dat we aan al deze knoppen tegelijkertijd moeten draaien.
Concreet valt te denken aan een combinatie van maatregelen: vaste contracten en hogere lonen, antiracisme en antidiscriminatiebeleid, het oplossen van de schuldenproblematiek en het financieel compenseren van mantelzorg. HR-managers en bestuurders zijn hierin aan zet; het gaat hier om goed werkgeverschap. Maar problemen die het gevolg zijn van politiek beleid, kunnen niet opgelost worden door zorgorganisaties alleen. Die vragen ook om politieke keuzes. Zorg dient politiek-bestuurlijk te worden geherdefinieerd als een noodzakelijke investering in de samenleving in plaats van als een kostenpost. Nu de samenleving tegen een zorginfarct aanloopt, is het meer dan ooit zaak om de groeiende bestaansonzekerheid van zorgmedewerkers te adresseren.