1332 Weergaven
81 Downloads
Lees verder
Voor mijn recent gepubliceerde boek ‘Positief Ouder. Levensverhalen over geluk en bloei na je vijftigste’ interviewde ik vrouwen over de hele wereld. Hoewel deze vrouwen onderling zeer verschillend waren, was er ook iets gemeenschappelijks, namelijk zelftranscendentie: de vrouwen zetten hun vaardigheden, energie, netwerk en talenten in voor een betere wereld. Hun verhalen brachten mij bij de vraag: is zelftranscendentie een van de wegen naar ‘positief’ ouder worden?

Wat is zelftranscendentie?

Het verhaal van Karen Williams, in de jaren ’80 een beroemd fotomodel,illustreert wat zelftranscendentie betekent. Karen keerde op 52-jarige leeftijd terug naar de modellenwereld met de missie om ‘te pleiten voor een bredere representatie van ouder wordende mensen in de mode- en schoonheidsindustrie om de noodzaak voor het voetlicht te brengen dat leeftijd een verplicht onderdeel hoort te zijn van diversiteit en inclusiviteit, in alle sectoren.’ Ze merkte op dat vrouwen boven de 40 het meeste besteden aan cosmetica, huidverzorging en kleren, en dat ze naast de veelal blanke 50-plus beroemdheden ‘weinig voorbeelden zag van dynamische, betrokken rijpere mensen van verschillende etnische herkomst.’

Haar doel in het modellenwerk als 50-plusvrouw was niet ego gedreven; ze pikte het modellenwerk niet op om geprezen te worden voor haar schoonheid. Ze had een grotere missie: niet het persoonlijke of materiële, maar wel de empowerment en grotere zichtbaarheid van 50-plusvrouwen van kleur bevorderen. Zelftranscendentie werd duidelijk in de manier waarop ze zich opstelde tegenover de doelen in haar leven: “In plaats van me te concentreren op een specifiek doel of bestemming kies ik ervoor om me te committeren aan de reis om altijd mijn vaardigheden en inspanningen te gebruiken om te bouwen aan een betere wereld”.

Zelftranscendentie gaat in de kern over uitstijgen boven jezelf, en heeft betrekking op datgene wat groter is dan jezelf. Dat kan een scala aan dingen zijn: de mensheid, de natuur, het universum of de goddelijke kracht. Zelftranscendentie staat voor het spirituele en nobele deel van de menselijke natuur. Het ontwikkelen van je volledige potentieel heeft als doel een belangrijke bijdrage aan de wereld te leveren. Zelftranscendentie is onbaatzuchtig en gericht op de zorg voor anderen of de planeet. ‘Wat kan ik aan het leven geven’ en ‘Wat verwacht het leven van mij’ zijn transcendente vragen.

Zelftranscendentie als persoonlijkheidskenmerk en/of ontwikkelingsfase

Karen heeft haar hele leven gewerkt om te voorzien in de behoeften van minderbedeelden. Al tientallen jaren zet ze zich in voor kinderen en jongeren uit achterstandswijken. Nu streeft ze naar gelijke zichtbaarheid, welzijn en gezondheid voor 50-plussers van verschillende etnische herkomst. Als model in bekende kleding- en cosmeticacampagnes helpt Karens aanwezigheid om de zichtbaarheid en beeldvorming van 50-plusvrouwen te verbeteren in de mode- en schoonheidsindustrie: “In plaats van angst en schaamte over veroudering te versterken, zou de mode- en cosmetische industrie meer energie moeten steken in het positief veranderen van het beeld dat er wereldwijd van ouderen bestaat”. In haar werk wordt ze niet gedreven door geld of beloningen, maar eerder door morele bezorgdheid, door een interne drive om het juiste te doen.

Zoals blijkt uit het verhaal van Karen, kan zelftranscendentie worden gezien als een persoonlijkheidskenmerk of als het ultieme stadium in de menselijke ontwikkeling. Sommige mensen hebben de aanleg om de wereld te willen verbeteren en anderen of een hoger wezen te dienen. Naast de beroemde Big Five van persoonlijkheidsfactoren, zijnde extraversie, vriendelijkheid, emotionele stabiliteit, ordelijkheid en openheid, blijkt zelftranscendentie een zesde persoonlijkheidskenmerk te zijn (McCrae & Costa, 1989). De Amerikaanse psychiater Cloninger (1993) definieerde zelftranscendentie als “de mate waarin een persoon het zelf identificeert als een integraal onderdeel van het universum als geheel”. Klinisch psycholoog Maslow (1971) beschouwde zelftranscendentie niet zozeer als een persoonlijkheidskenmerk maar eerder als de hoogste staat van menselijke ontwikkeling. Jarenlang domineerde zelfrealisatie de beroemde behoeftehiërarchie van Maslow: hij plaatste lichamelijke behoeften onderaan, vervolgens veiligheid, dan liefde/erbij horen, gevolgd door erkenning/waardering, met zelfrealisatie bovenaan. Maslow realiseerde zich dat zelfrealisatie een waardig ontwikkelingsdoel is, maar dat zelftranscendentie het volgende niveau van menselijke ontwikkeling is. Het is op anderen gericht in plaats van op jezelf, en heeft betrekking op hogere doelen dan het eigenbelang. Interessant aan de benadering van Maslow in relatie tot ouder worden is dat zelftranscendentie kan worden ontwikkeld en kan groeien in een mensenleven.

Figuur 1. Ordening van de behoeften volgens Maslow

Bron: Maslow, 1971

Hoe verandert zelftranscendentie bij het ouder worden?

Op 55-jarige leeftijd is Karens gedrevenheid om een positieve bijdrage te leveren aan de wereld nog vergroot: “Ik heb een groeiend gevoel van urgentie in het gebruik van mijn tijd, een dieper gevoel van doelgerichtheid, een grotere roeping om meer betekenisvol bij te dragen aan mijn gemeenschap, en aan de wereld als geheel, in alle aspecten van mijn wezen”. Er is steeds meer empirisch bewijs dat zelftranscendentie van nature optreedt naarmate mensen ouder worden. De Zweedse gerontoloog Tornstam (2005) koppelt het concept van zelftranscendentie aan ouder worden. Hij beschrijft transcendentie als een laatste fase in een natuurlijke progressie naar rijping en wijsheid, gekenmerkt door een verschuiving van een materialistische en rationele kijk op de wereld naar een meer kosmische kijk met een grotere acceptatie van jezelf en anderen en verhoogde tevredenheid met het leven. Dat kan gepaard gaan met een behoefte aan solitaire meditatie en ook vaak met een toegenomen gevoel van verbondenheid met vorige generaties. Oudere volwassenen hebben over het algemeen een hogere mate van zelftranscendentie dan jongere mensen, en dat geldt vooral voor degenen die het einde van hun leven naderen.

Waarom is zelftranscendentie belangrijk?

De Oostenrijkse psychiater en Holocaust-overlevende Frankl (1959) betoogde dat het menselijke bestaan in wezen om zelftranscendentie en niet om zelfverwezenlijking draait. Hij beschouwde zelftranscendentie als de wortel van een zinvol leven: “Hoe meer iemand zichzelf vergeet door zichzelf te geven aan een ander of aan een doel, hoe meer deze persoon zal groeien.’

In de verschrikkingen van de concentratiekampen die Frankl overleefde, hield hij steeds het beeld voor ogen van een gevulde collegezaal waarin hij alles wat hij aan den lijve had gezien en ondervonden over menselijk gedrag en het verlichten van het lijden, zou kunnen doorgeven om de mensheid te verrijken. Die zelftranscendente gedachte hielp hem op de been te blijven en zich te verhouden tot de extreme omstandigheden waaraan hij en zijn medegevangenen werden onderworpen. Doordat hij betekenis vond in wat hij meemaakte, stopte voor hem het lijden. Ook zag hij uitgemergelde medegevangenen die hun laatste broodkorsten aan anderen gaven. Een bewijs dat de piramide van Maslow soms omgekeerd is, en zelftranscendentie de basis en primaire motivatie kan zijn van het menselijk handelen. Frankl beschouwde zelftranscendentie als de manier om het lijden op te heffen, ook in moeilijke omstandigheden die gepaard kunnen gaan met ouder worden, zoals het verlies van dierbaren, van een goede gezondheid en de confrontatie met de eindigheid van het bestaan.

Waarom groeien wij in zelftranscendentie?

Talrijke onderzoekers hebben bevestigd dat ouder worden een groei van transcendente aspecten van het innerlijke leven met zich meebrengt. Oudere volwassenen genieten gemiddeld meer van hun innerlijke wereld, zijn minder bang voor de dood en voelen een grotere verbinding met het hele universum (Ellerman & Reed, 2001). Er zijn verschillende redenen waarom mensen groeien in zelftranscendentie naarmate ze ouder worden.

Doordat werkverplichtingen en dagelijkse zorg voor kinderen met het ouder worden wegvallen, komt er meer ruimte voor solitair terugtrekken; omstandigheden die weleens worden beschreven als een ‘natuurlijk klooster’: meer tijd voor reflectie, een rustige geest, een vereenvoudigd dagelijks leven en een laisser-fairehouding ten opzichte van de wereld. Onderzoekers zijn het er niet over eens of religie of spiritualiteit nodig zijn om meer zelftranscendentie te bereiken. Veel spirituele tradities stellen dat het ouder worden gepaard gaat met meer ontvankelijkheid voor spirituele ontwikkeling. Sommige mensen bereiken zelftranscendentie door hun geloof in God. Religie stelt mensen in staat om zelftranscendente emoties te ervaren als ontzag, verwondering en dankbaarheid. Anderen ervaren zelftranscendentie door ingrijpende levensgebeurtenissen, door de confrontatie met de eindigheid van het bestaan, door te mediteren of door zich te richten op de zorg voor anderen of de planeet. Na een vol en rijk leven kunnen het verlangen, de tijd en ruimte ontstaan iets terug te geven aan de wereld.

Een ander aspect dat hoort bij ouder worden dat kan zorgen voor een groei in zelftranscendentie is de confrontatie met de oncontroleerbaarheid van het bestaan. Gebeurtenissen die horen bij de latere levensfase, zoals het verlies van vrienden en geliefden, het krijgen van chronische medische aandoeningen en een afnemend vermogen om deel te nemen aan werk en activiteiten kunnen een zware tol eisen van het emotionele welbevinden. Terwijl jongeren de neiging hebben hun energie te richten op het in overeenstemming brengen van hun omgeving met hun eigen wensen, richten oudere volwassenen zich doorgaans op het veranderen van zichzelf zodat zij beter aansluiten bij hun omgeving. Deze transcendente, tegenover instrumentele, benadering helpt om sommige van de onmiskenbaar oncontroleerbare delen van het leven die horen bij ouder worden, zoals dood en ziekte, het hoofd te bieden.

Hierbij is het ook mogelijk dat mensen na een periode van grote interne worsteling en desintegratie er anders en ‘beter’ of ‘sterker’ uitkomen. Zoals Frankl zegt: ‘What is to give light must endure burning.’ Een dergelijke transformatie kan leiden tot een hernieuwde waardering van het leven, meer persoonlijke kracht, meer compassie en altruïsme, nieuwe levensdoelen, diepere verbondenheid met anderen en een meer spirituele beleving van het leven. Dat zijn allemaal transcendente aspecten van het leven.

Hoe helpt zelftranscendentie in het ouder worden?

Al decennialang geeft George Vaillant (2002), professor aan Harvard, leiding aan een groot onderzoek waarbij ruim 700 mensen worden gevolgd sinds de jaren ‘50. Zij zijn inmiddels, net als de professor zelf, allemaal ouder dan 80. Sommigen zijn overleden. Uit het onderzoek blijkt dat deze 80-jarigen gelukkiger zijn dan toen ze 40 waren. Het geheim van een gelukkig leven zit daarbij niet in afkomst, rijkdom of intelligentie, maar in de mate waarin mensen relaties kunnen aangaan. Vaillant stelt dat mensen tot hun 40ste een basis leggen door aan hun carrière en intieme relaties te werken. Daarna wordt het belangrijk dat mensen leren geven. Mensen die geven, gaan relaties aan en voelen zich beter. Zelftranscendentie blijkt bijvoorbeeld depressie te verlichten op zowel middelbare leeftijd als bij oudere volwassenen, en houdt duidelijk verband met welzijn. Het vermogen om te geven is een sleutelfactor in positief ouder worden.

Er is een direct verband tussen zelftranscendentie en een soort geluk dat wordt omschreven als diep of volwassen geluk. Deze vorm van geluk is een positieve mentale toestand van innerlijke sereniteit, harmonie en verbondenheid, die het resultaat is van zelfontplooiing van spirituele vermogens, zoals opmerkzaamheid, mededogen en meditatie. Deze positieve mentale toestand gaat gepaard met de positieve effecten van kalmte, gelijkmoedigheid en tevredenheid. Volgens Maslow brengt zelftranscendentie mensen wat hij “piekervaringen” noemde, waarin ze hun eigen persoonlijke zorgen overstijgen en zien vanuit een hoger perspectief. Deze ervaringen brengen positieve emoties met zich mee zoals vreugde, vrede en een goed ontwikkeld gevoel van bewustzijn. Zelftranscendentie blijkt dus misschien wel de sleutel, of in ieder geval een veelbelovend pad naar positief ouder worden.

Literatuurlijst

  1. Cloninger, C.R., Svrakic, D.M., & Przybeck, T.R. (1993). A psychobiological model of temperament and character. Archives of general psychiatry50(12), 975-990.
  2. Ellermann, C.R., & Reed, P.G. (2001). Self-transcendence and depression in middle-age adults. Western Journal of Nursing Research23(7), 698–713.
  3. Frankl, V.E. (1959). Man’s Search for Meaning. Beacon Press.
  4. Haugan, G., Deliktas, A., Kukulu, K. & Aune, I. (2021). ‘Self-Transcendence among Adults 65 Years and Older: A Meta-Analysis’. Scandinavian Journal of Caring Sciences.
  5. Heuven, E. (2022). Positief Ouder. Levensverhalen over Geluk en Bloei na je Vijftigste. Zutphen: Walburg Pers.
  6. Maslow, A.H. (1971). The farther reaches of human nature. New York, NY: Viking Press.
  7. McCarthy, V.L., Ling, J. & Carini, R.M. (2013). ‘The Role of Self-Transcendence: A Missing Variable in the Pursuit of Successful Aging?’ Research in Gerontological Nursing, 6(3), 178-186.
  8. McCrae, R.R., & Costa, P.T. (1989). The structure of interpersonal traits: Wiggins’s circumplex and the five-factor model. Journal of Personality and Social Psychology56(4), 586-595.
  9. Tornstam, L. (2005). Gerotranscendence. A Developmental Theory of Positive Aging. New York: Springer Publishing Company.
  10. Vaillant, G.E. (2002). Aging Well. Boston: Little Brown.
  11. Wong, P.T.P. (1989). ‘Personal Meaning and Successful Aging’. Canadian Psychology 30(3), 516-525.
  12. Wong, P.T.P. (2016). ‘Self-Transcendence: A Paradoxical Way to Become Your Best. International Journal of Existential Psychology and Psychotherapy, 6(1).