194 Weergaven
11 Downloads
Lees verder
‘Blue Zones’ zijn – meestal afgelegen, subtropische – regio's waar veel inwoners een uitzonderlijk lange levensduur hebben, zoals blijkt uit het relatief grote aantal honderdplussers. Het concept Blue Zone krijgt veel aandacht in de populaire pers. Het spreekt aan omdat het aanwijzingen zou kunnen opleveren om gezond ouder te worden. Helaas zijn deze aanwijzingen tot nu toe slecht onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek. In ons onderzoek zijn we nagegaan in hoeverre zij empirisch onderbouwd kunnen worden.

Op dit moment bestaan er vijf ‘Blue Zones’ (BZ’s) in de wereld: de regio Ogliastra op Sardinië, het Griekse eiland Ikaria, het Japanse eiland Okinawa, het Costa-Ricaanse schiereiland Nicoya en Loma Linda in Californië. Demografen hebben in deze regio’s de betrouwbaarheid van de hoge leeftijden bevestigd aan de hand van bevolkingsregisters of andere bronnen (Poulain e.a., 2013).

Het concept BZ is populair, omdat wordt gedacht dat BZ’s aanwijzingen geven hoe je gezond ouder kunt worden (Buettner & Skemp, 2016). Het hoge aantal zeer oude inwoners van BZ’s wordt toegeschreven aan een reeks gezondheids- en leefstijlfactoren, waarvan gezonde voeding en lichaamsbeweging de belangrijkste zijn. Onderzoekers hebben ook andere factoren met BZ’s in verband gebracht, waaronder niet-roken, niet overmatig eten, een agrarisch beroep, een ontspannen dagelijks patroon inclusief middagdutje, weinig depressie, een sterk religieus geloof, sociale verbondenheid en respect voor ouderen. Andere onderzoekers hebben biologische factoren geopperd, waaronder specifieke genen en een superieur immuunsysteem, evenals factoren die een gezonde omgeving vormen, bijvoorbeeld een bergachtig gebied dat uitnodigt tot lichaamsbeweging (Poulain et al., 2021). In tabel 1 (linkerkolom) staan negen zogenaamde ‘principes’ die de journalist Dan Buettner ontleend heeft aan de verschillende BZ’s.

Tabel 1. Selectie van kenmerken die bij benadering operationele definities zijn van de Blue Zone ‘principes’ volgens Buettner & Skemp (2016)

PrincipeOperationele definitie in LASABewijs?
1) Natuurlijk bewegenTijd besteed aan lopen en fietsen; beloopbaarheid van de omgeving+ –
2) Doel in het levenWaardering van het leven subschaal ‘Ambitie’
3) Minder stressDepressieve symptomen
4) 80%-regel bij maaltijdenBody mass index, middelomtrek
5) Plantaardig voedselFrequentie van het eten van fruit en groenten+ –
6) Matig drinkenAlcoholconsumptie+
7) GeloofsgemeenschapKerkbezoek, sterk geloof belangrijk vinden, bidden+
8) Geliefden eerstGegeven en ontvangen van sociale steun+ –
9) Juiste kringSociale kring die een gezonde levensstijl stimuleert+

Noot: + staat achter principes waarvoor empirisch bewijs is gevonden; – staat achter principes waarvoor de resultaten tegengesteld zijn aan de verwachting.

Interessant is dat er ook omgevingsfactoren zijn gevonden die niet direct geassocieerd zijn met gezond gedrag, sociale verbondenheid of genetica. Italiaanse onderzoekers rapporteerden dat in de BZ in de regio Ogliastra op Sardinië, veel hypothyreoïdie (trage schildklierwerking) wordt waargenomen als gevolg van blootstelling aan natuurlijk jodium. Hypothyreoïdie hangt samen met een langere levensduur (Tolu e.a., 2019). En Griekse onderzoekers vonden een relatief hoog niveau van natuurlijke radioactieve straling in een andere BZ, het eiland Ikaria. Er is aangetoond dat blootstelling aan lage doses radioactieve straling samenhangt met een beter functionerend immuunsysteem. Het bestaan van deze omgevingsfactoren doet twijfels rijzen of gezond gedrag wel de primaire oorzaak is van de lange levensduur in BZ’s.

Kritiek

Sinds de lancering van het concept ‘Blue Zones’ is het bekritiseerd. De kritiek richt zich in de eerste plaats op de vaststelling van de levensduur, want die is nodig om het aantal honderdplussers vast te stellen. In de regio’s die als BZ zijn geïdentificeerd is het analfabetisme hoog en de zelfrapportage van leeftijd onnauwkeurig. Bovendien zijn bevolkingsregisters verre van perfect. Verder is aangetoond dat de gemiddelde levensverwachting in BZ’s relatief laag is (Newman, 2019). Maar wanneer relatief veel inwoners 100 jaar en ouder zijn, moet tegelijkertijd de gemiddelde levensverwachting in deze regio hoog zijn. De cijfers zouden dan niet kunnen kloppen.

Ook op de factoren die het bestaan van BZ’s verklaren is kritiek mogelijk. Naar deze factoren is tot nu toe weinig onderzoek beschikbaar dat voldoet aan wetenschappelijke kwaliteitscriteria. Toch worden deze factoren als harde waarheden verspreid in de populaire pers, met de suggestie dat ze universeel zijn. Uit langer bestaand onderzoek naar voorspellers van een lang leven blijkt echter dat de bijdrage van deze factoren verschilt naar sociale kenmerken, tijd en context (Noale e.a. 2005). Als maatschappelijk fenomeen is de recente toename in populariteit van BZ’s bovendien bekritiseerd als een weerspiegeling van een ‘neoliberalisering van de volksgezondheid’, omdat het BZ-concept verwijst naar individueel gedrag en zo een apolitiek narratief over individuele verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid bevordert. De nadruk op het verleiden van individuen tot gezond gedrag door kleine veranderingen in de lokale omgeving wordt beschouwd als een weerspiegeling van ‘libertair paternalisme’, een variant van neoliberalisme (Carter, 2015).

Vereisten voor goed Blue Zone-onderzoek

Gezien de aantrekkingskracht van het concept ‘Blue Zones’ enerzijds en de kritiek op het concept anderzijds, is onderzoek naar dit concept met behulp van hoogwaardige gegevens nodig. Een eerste vereiste is het bestaan van een bevolkingsregister dat betrouwbare leeftijds- en sterftebepaling mogelijk maakt. Dit is in Nederland beschikbaar. Een tweede voorwaarde is de beschikbaarheid van gegevens over een breed scala aan gezondheids- en sociale kenmerken die zijn gekoppeld aan BZ’s. De Nederlandse interdisciplinaire Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) loopt sinds 1992 in elf gemeenten in heel Nederland, waaruit aselecte steekproeven zijn getrokken (Hoogendijk et al., 2020). Koppeling met het bevolkingsregister levert de leeftijd van de deelnemers op. Hiermee kan het cumulatieve aantal uitzonderlijk langlevende deelnemers over een onderzoeksperiode van meer dan 27 jaar worden vastgesteld. Dit levert een stabielere schatting op dan het aantal dat in een specifiek jaar wordt waargenomen. De beschikbaarheid van de overlijdensleeftijd van de deelnemers maakt het ook mogelijk om de gemiddelde levensverwachting in elke gemeente vast te stellen, als een extra criterium om een BZ te identificeren. Een derde voorwaarde is de mogelijkheid om de stabiliteit van de bevolking in elke gemeente vast te stellen. Als veel mensen verhuizen, kan het aantal uitzonderlijk langlevende deelnemers worden vergroot door in-migratie van langlevenden of uit-migratie van kortlevenden. Op basis van het adres van de LASA-deelnemers kan de stabiliteit van de bevolking in elke gemeente worden bepaald door de migratie naar en uit de gemeente bij te houden.

In LASA hebben we één gemeente geïdentificeerd die voldoet aan alle drie de vereisten om een relatieve BZ te definiëren: van de elf gemeenten het hoogste cumulatieve aantal uitzonderlijk langlevende deelnemers, de hoogste levensverwachting en de meest stabiele bevolking. Vervolgens hebben we kenmerken van de inwoners van deze BZ vergeleken met die in gemeenten elders. Deze kenmerken betroffen genetica, lichamelijke en geestelijke gezondheid, leefstijl, sociale verbondenheid, religiositeit en omgevingskenmerken – in totaal 39 kenmerken. Dit is een bredere selectie kenmerken dan de negen ‘principes’, want daarin komen bijvoorbeeld erfelijkheid, roken, betaald werken en zingen niet voor.

Mager empirisch bewijs

In ons onderzoek hadden BZ-inwoners, in vergelijking met deelnemers in andere gemeenten in dezelfde provincie en in andere provincies in Nederland, vaker een genetische aanleg die gekoppeld is aan een lange levensduur, rookten ze minder, consumeerden ze minder alcohol en meer fruit, fietsten ze meer, deden ze vaker betaald werk, zongen ze vaker, hechtten ze meer belang aan religie en woonden ze in een beter beloopbare en leefbare omgeving. BZ-inwoners hadden echter daarnaast een lagere loopsnelheid, meer depressieve symptomen, minder vaak een doel in het leven, een grotere middelomtrek, ze wandelden en sportten minder vaak, consumeerden minder groenten en wisselden minder instrumentele steun uit. Andere indicatoren van hun fysieke en mentale gezondheid en van hun sociale verbondenheid verschilden niet substantieel van niet-BZ-inwoners.

In de rechterkolom van de tabel staat met een plusteken (+) aangegeven voor welke principes daarmee empirisch bewijs is gevonden. Een minteken (-) geeft aan dat de resultaten tegengesteld zijn aan de verwachting. Te zien is dat maar voor drie ‘principes’ empirisch bewijs is gevonden.

Geen uniforme lessen

Wat leert ons onderzoek over BZ’s? Ten eerste zijn, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, niet alle aspecten van een gezonde leefstijl onderscheidend voor een BZ. Bovendien verschilt de gezondheid in onze BZ niet van de gemiddelde gezondheid in ons onderzoekscohort, dat de sociaal-culturele variëteit in Nederland vertegenwoordigt. Dit suggereert dat sommige kenmerken van een BZ bevorderlijk kunnen zijn voor een langer leven, maar dat dit langere leven niet noodzakelijkerwijs in goede gezondheid wordt doorgebracht. BZ’s stellen dus kwetsbare individuen in staat langer te leven ondanks een slechte gezondheid. Ten tweede bleken een gunstige erfelijke aanleg, niet-roken, religiositeit en een leefbare omgeving prominente BZ-kenmerken te zijn. Dit zijn veelal bekende levensduur-bevorderende factoren, maar de rol van de omgeving moet nader worden onderzocht. Een derde conclusie vloeit voort uit de vergelijking van BZ’s in de wereld. Het lijkt erop dat iedere regio die als BZ wordt geïdentificeerd, wordt gekenmerkt door een (deels) andere set factoren, of die nu genetisch, persoonlijk, sociaal-cultureel of omgevingsgebonden zijn. Dit maakt het moeilijk om gelijkluidende lessen over gezond ouder worden te destilleren uit de studie van Blue Zones.

* Dit artikel is een verkorte versie van: Deeg DJH, van Tilburg T, Visser M, Braam A, Stringa N, Timmermans EJ. Identification of a ‘Blue Zone’ in the Netherlands: a genetic, personal, socio-cultural, and environmental profile. The Gerontologist 2024; 64(11). https://doi.org/10.1093/geront/gnae132

Literatuurlijst

  1. Buettner, D., & Skemp, S. (2016). Blue Zones: lessons from the world’s longest lived. American Journal of Lifestyle Medicine, 10(5), 318-321. https://doi.org/10.1177/1559827616637066
  2. Carter, E.D. (2015). Making the Blue Zones: Neoliberalism and nudges in public health promotion. Social Science & Medicine, 133, 374-382. https://doi.org/10.1016/j.socscimed.2015.01.019
  3. Chrysohoou, C., Panagiotakos, D. B., Pitsavos, C., … & Stefanadis, C. (2013). Exposure to low environmental radiation and longevity. Insights from the Ikaria Study. Letter. International Journal of Cardiology, 169, e97–8. https://doi.org/10.1016/j.ijcard.2013.10.046
  4. Hoogendijk, E. O., Deeg, D. J. H., de Breij, S., … & Huisman, M. (2020). The Longitudinal Aging Study Amsterdam: cohort update 2019 and additional data collections. European Journal of Epidemiology, 35(1), 61-74. https://doi.org/10.1007/s10654-019-00541-2
  5. Newman, S. J. (2019). Supercentenarians and the oldest-old are concentrated into regions with no birth certificates and short lifespans. bioRxiv, 704080. https://www.biorxiv.org/content/10.1101/704080v3
  6. Noale, M., Minicuci, N., Bardage, C., … & Maggi, S.; CLESA Working Group. (2005). Predictors of mortality: An international comparison of socio-demographic and health characteristics from six longitudinal studies on aging: The CLESA project. Experimental Gerontology, 40, 89–99. https://doi.org/10.1016/j.exger.2004.09.003
  7. Poulain, M., Herm, A., & Pes, G. (2013). The Blue Zones: areas of exceptional longevity around the world. Vienna Yearbook of Population Research, 11, 87-108.
  8. Poulain M, Herm, A., Errigo, A., … & Pes, G. (2021). Specific features of the oldest old from the Longevity Blue Zones in Ikaria and Sardinia. Mechanisms of Ageing and Development, 198, 111543. https://doi.org/10.1016/j.mad.2021.111543
  9. Tolu, F., Palermo, M., Dore, M. P., … & Pes, G. M. (2019). Association of endemic goitre and exceptional longevity in Sardinia: Evidence from an ecological study. European Journal of Ageing, 16(4), 405–414. https://doi.org/10.1007/s10433-019-00510-4