1612 Weergaven
18 Downloads
Lees verder
Het thema ‘Existentiële weerbaarheid en existentiële kwetsbaarheid’ is gesuggereerd en uitgewerkt in artikelen door Joachim Duyndam, Anja Machielse, Laurine Blonk, allen verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht en Aagje Swinnen, werkzaam bij de Universiteit Maastricht.

Joachim Duyndam beschouwt existentiële weerbaarheid als een thema dat voor iedereen belangrijk is, niet alleen voor mensen met problemen. Ieder mens moet geestelijk weerbaar zijn om basale waarden die bedreigd worden – zoals vrijheid, verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid, solidariteit en duurzaamheid – overeind te houden. Krachtige, inspirerende voorbeelden helpen mensen om hun bestaan weerbaar te maken. Als zo’n inspirerend voorbeeld noemt hij o.a. Nelson Mandela (zie coverfoto van deze Gerōn-editie).

Anja Machielse werkt de relationele dimensie verder uit aan de hand van vier zingevingsbehoeften: doel, waarden, controle en eigenwaarde. Relaties die liefde, vriendschap en zorg impliceren, worden belicht als belangrijkste zingevingsbron. Ze voorzien niet alleen in de fundamentele behoefte aan verbondenheid, maar zijn ook noodzakelijk om het leven als zinvol te ervaren. Als er een tekort is aan dergelijke contacten dreigt existentiële eenzaamheid en zinloosheid. Gewezen wordt in dat geval op de verantwoordelijkheid van de samenleving en hulpverleners in zorg en welzijn.

Laurine Blonk belicht de veerkracht in het vrijwilligerswerk met en door ouderen, als antwoord op existentiële kwetsbaarheid. Dat laatste als vorm van kwetsbaarheid die inherent is aan het leven en dus voor iedereen op enig moment geldt, in de vorm van ontregelende ervaringen. Pleidooi is om de schijntegenstelling tussen kwetsbaarheid en veerkracht op te heffen en te streven naar sociale praktijken waarin ouderen geïncludeerd blijven en aangesproken worden op hun mogelijkheden.

Aagje Swinnen besluit het vierluik met de verzuchting om het nu eindelijk eens over alledaags agisme te hebben oftewel, over negatieve ervaringen en discriminatie op grond van leeftijd in het dagelijks leven van ouderen. Onderliggend blijken er steeds weer aannames te zijn over welke leeftijdscategorie wat bijdraagt aan de samenleving en of je er wel of niet toe doet op een bepaalde leeftijd. Door te luisteren naar ervaringen van ouderen en jongeren, kunnen kwalijke stereotypen overstegen worden.

Met de vier bijdragen in deze Gerōn-editie is er een verdiepingsslag in de discussie over de positie van ouderen in de samenleving. Existentiële vragen en dilemma’s die inherent zijn aan het leven, worden gesteld. En die vragen en dilemma’s zijn zeker in dit corona-tijdsgewricht nadrukkelijk aan de orde. In de bijdragen in dit vierluik wordt beoogd om anders waar te nemen en vervolgens anders te benoemen en analyseren en zijn er aanzetten om in te spelen op gepresenteerde dilemma’s.

Zoals in iedere Gerōn-editie zijn er voorts belangwekkende artikelen voor de diverse levensdomeinen van ouderen, een aantal direct gekoppeld aan het coronathema, andere algemener ingestoken, zie de inhoudsopgave.

Over de vraag of de mensenrechten van ouderen wel voldoende beschermd zijn, met name ook in coronatijden, gaat het in een artikel van Robbert Crivit. In Vlaanderen wordt inmiddels een Ouderenrechtencommissaris bepleit, vergelijkbaar met een al functionerende Kinderrechtencommissaris aldaar.

We komen tenslotte terug op de kracht van inspirerende voorbeelden van weerbare ouderen. Behalve Nelson Mandela verhaalt Joachim Duyndam nog van zijn moedige grootmoeder in de Tweede Wereldoorlog. Als mooi voorbeeld van synchroniciteit heeft columnist Frits de Lange geheel los daarvan een column geschreven met als titel Lofzang op de grootmoeder. Een lofzang die door velen herkend zal worden!