Het nut van reizen
Iedereen wil graag ‘succesvol ouder worden’, dus in een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid blijven tot het bittere eind. En hoewel onze lichamelijke vermogens om topprestaties te leveren in de loop van de jaren afnemen, geldt dat niet voor ons vermogen om dagelijks goed te functioneren (Dijkstra, 2009). Een belangrijk deel van ons vermogen om goed te kunnen functioneren, duidt men ook wel als mentaal vermogen. Mentaal vermogen is datgene dat iemand in staat stelt een gelukkig, betrokken en zinvol leven te leiden (Walburg, 2008). Mentaal vermogen maakt het mogelijk dat mensen hun eigen talent en potentieel kunnen ontwikkelen, productief en creatief kunnen zijn en positieve relaties kunnen opbouwen. Iemand met voldoende mentaal vermogen kan met veerkracht reageren op stress. Wie actief blijft op sociaal, emotioneel en cognitief gebied, ervaart bovendien een toename in welbevinden (Dijkstra, 2009).
In een normaal verouderingsproces verminderen veelal niet alleen onze lichamelijke vermogens, maar ook onze cognitieve vaardigheden wel enigszins. Je denkt bijvoorbeeld wat trager en onthoudt namen wat minder goed. Veel hangt echter af van het gebruik van deze vaardigheden, want wat je niet gebruikt, dat verlies je (Draaisma, 2018). Oudere mensen in uitdagende omstandigheden ondervinden geen (of slechts een minimale) achteruitgang in denken en leren (Dijkstra, 2009). Het blijven trainen van het mentaal vermogen houdt ouderen gezond, met andere woorden: ze blijven in staat om een in eigen ogen een goed leven te leven, ook met beperkingen en/of ziekte (Verkooijen, 2006). Dit ‘trainen’ kan volgens Dijkstra (2009) onder meer vorm krijgen door:
- Een nieuw levensdoel of missie voor de nieuwe levensfase.
- Nieuwe plekken bezoeken, andere mensen ontmoeten, bezienswaardigheden bekijken en/of kennis maken en leren van andere culturen.
En juist dat is waar die reizende ouderen van ‘We zijn er bijna’ mee bezig zijn. Maar wat trekt hen aan om dit in groepsverband te doen en wat is er anders dan vroeger? Om een (eerste) antwoord te krijgen op deze vraag is een groep van 34 met een camper reizende ouderen in de leeftijd van 62 tot en met 81 jaar gevraagd om een enquête (anoniem) in te vullen.
De groepsreis
In dit geval ging de reis naar Zuid-Engeland. Maar er zijn vergelijkbare groepsreizen te vinden door heel Europa en aanpalende gebieden zoals Noord-Afrika. In Nederland zijn er twee organisaties die het type ‘We zijn er bijna-reizen’ aanbieden. Dat zijn:
- NKC, alleen voor campers en
- ACSI, voor campers en caravans
Hoewel er geen minimum leeftijd is bij dit soort reizen, zijn de deelnemers toch meestal ouderen of senioren. Dat komt natuurlijk ook omdat het veelal lange reizen zijn van meer dan vier weken en vooral niet in de zomervakantie. Zowel alleenstaanden als stellen zijn welkom. Soms mag een hond mee, soms ook niet. Dat hangt van de reis af en de omstandigheden.
Aan elke groepsreis kunnen een vastgesteld maximum aantal campers (en/of caravans) deelnemen. In de Zuid-Engelandreis was het maximum twintig, maar uiteindelijk deden er negentien campers mee, waarvan twee bevolkt werden door de reisbegeleiders en de assistent reisbegeleiders, twee koppels die verantwoordelijk zijn voor de organisatie en het (helpen bij het) oplossen van problemen. Twee koppels, want ook zij kunnen uitvallen. Deze reisbegeleiders zijn semi-vrijwilligers. Veelal (net) gepensioneerde en ervaren kampeerders die het leuk vinden om dit een deel van het jaar te doen. Ook spelen ze een rol in het plannen van de reisroute inclusief het vinden en/of kiezen van interessante bezienswaardigheden en goede, betaalbare campings.
Elke reis kent een ritme dat bestaat uit: een paar dagen op een camping en in de omgeving al dan niet in groepsverband bezienswaardigheden bekijken, gevolgd door een individuele reisdag naar de volgende camping met onderweg interessante dingen die je kunt bekijken, de zogeheten POI’s (Points of interest). Of je wel of niet de opgegeven POI’s bezoekt moet iedereen zelf weten. Dat geldt overigens ook voor de bezienswaardigheden, hoewel de groepsdruk in dat geval iets groter is, vooral als het om een activiteit in groepsverband gaat. In de Zuid-Engelandreis heeft de groep in totaal op vijftien verschillende campings gestaan tussen Dover en Land’s End.
Ouderen zelf aan het woord
De enquête bestond uit negen open vragen over (1) het type reizen dat men maakt(e) vroeger en nu, (2) beperkingen en behoeften met betrekking tot het reizen van nu en (3) de keuze voor een groepsreis. De groep die de enquête heeft ingevuld, leek sterk op de groepen die te zien zijn in het programma ‘We zijn er bijna’. De gemiddelde leeftijd was 72 jaar. Binnen deze groep had niemand een ernstige motorische beperking. Een enkeling had wel een andere beperking, zoals bijvoorbeeld slechthorendheid. Maar dankzij een hulpmiddel leverden deze beperkingen geen belemmeringen op voor het zelfstandig meedoen aan alle geplande activiteiten. Dit is overigens ook een vereiste voor deelname. Een zorgprofessional als reisbegeleider werd dan ook door geen van de respondenten gemist.
Voor het invullen van de enquête is gevraagd om dit alleen, dus niet met z’n tweeën of als koppel, te doen. De meerderheid (ca. 90%) heeft hier gehoor aan gegeven. De respons is 97% (33 ingevulde enquêtes). Slechts 1 groepslid heeft de enquête niet ingevuld. De respondenten bestaan uit 32 stellen en 1 alleenreizende.
Vroeger en nu
Op de vraag hoe men vroeger op vakantie ging is het antwoord uitermate divers. Van wandel-, fiets- of motorvakantie tot en met verre reizen, al dan niet met vliegtuig en verblijf in hotel, bungalow, chalet of huisje. Ook is er veel gekampeerd. Met tent, vouwwagen, caravan of camper. Zon, zee, strand, cultuur en natuur, van alles komt langs. Opvallend veel overeenstemming is er over de redenen die genoemd worden om voortaan vooral met de camper te gaan reizen. Deze redenen zijn:
- Geen werk meer, dus meer tijd om langer weg te blijven
- De kinderen zijn de deur uit, dus de handen vrij
- Men is nog in goede gezondheid, dus nu kan het nog
Bovendien is een camper volgens de respondenten comfortabel en kun je snel en zonder veel gedoe verder trekken als je het ergens wel gezien hebt. Je kunt gaan en staan waar je wilt. Het aantal andere type reizen lijkt bij iedereen afgenomen ten opzichte van wat men vroeger gewend was. Een deel van de respondenten noemt nog expliciet dat ze nu minder vliegreizen maken dan vroeger vanuit klimaatoverwegingen.
De bestemming
Over het algemeen bepaalt wat er te zien is en ‘prettig weer’ voor welke bestemming de respondenten kiezen. Bij ‘prettig weer’ is een aantal malen expliciet te lezen dat het vooral niet te heet moet zijn. Over (te) koud heeft niemand het. Dat wat men graag wil zien, kan op een nieuwe plek zijn, maar ook op een bekende plek. De afwisseling of een mix van natuur en cultuur lijkt men erg op prijs te stellen. En daarnaast; graag niet te druk, niet te toeristisch, een kans op ontmoeting met de locals en lekker eten en drinken. De respondenten lijken vooral (ook) de authentieke sfeer van de bestemming te willen ervaren.
Reizen in een groep
Ook over de redenen waarom men kiest om aan een groepsreis met eigen camper deel te nemen, bestaat veel overeenstemming. De belangrijkste redenen lijken te zijn:
- Je wordt ontzorgd. Je hoeft zelf geen campings te regelen, de route is gecheckt en
uitgestippeld en er is begeleiding die je kan helpen indien nodig, bijvoorbeeld bij calamiteiten
- Gezelligheid, sociale contacten. Deze zijn niet verplicht of zo, dus een ieder kan naar
eigen wens meer of minder contact zoeken. Want, anders dan bij veel andere type groepsreizen, kun je je tijdens de reis altijd terugtrekken in je eigen ‘huisje’.
Een groot deel van de deelnemers heeft al meerdere vergelijkbare groepsreizen meegemaakt. Aan deze reizen hebben een aantal respondenten wel en anderen juist geen contacten met medereizigers overgehouden. De verwachtingen lijken op dat punt overigens niet al te hoog gespannen te zijn. Als er een blijvend contact tot stand komt is dat leuk, maar het hoeft niet per se, hoewel de een er meer behoefte aan lijkt te hebben dan de ander. Een enkeling merkt op dat het soms ook gewoon niet lukt om contact te blijven onderhouden, hoe leuk het tijdens de reis ook was en hoe goed het ook klikte. Het eigen sociale netwerk is al te vol en/of de afstand naar het nieuwe contact is te groot.
En verder
Bijna de helft van de respondenten geeft aan geen of niet meer gebruik te maken van een hotel. Bij degenen die weleens gebruik maken van een hotel staan hygiëne, een schoon, fijn bed, een eigen wc en een goed ontbijt op de voorgrond. Het leuke van een camper is dat je dat allemaal zelf in de hand hebt.
Conclusie
De uitslag van deze enquête doet vermoeden dat ouderen vooral kiezen voor een groepsreis vanwege de gezelligheid en het ontzorgende karakter ervan. Mogelijk geldt dit ook voor andere typen groepsreizen en is dit niet uniek voor een groepsreis met een camper. Wat een camperreis extra biedt is het comfort, de privacy en de mogelijkheid om lang weg te blijven en zonder veel gedoe verder te trekken als je het ergens wel gezien hebt. Dit zijn wellicht ook de belangrijkste redenen waarom de geënquêteerde groep ouderen, anders dan voorheen, nauwelijks nog zin heeft in een ander type vakantie dan een camperreis.
In de antwoorden op de enquête komen de woorden ‘mentaal vermogen’ niet voor. Echter zonder dat deze ‘camperende’ ouderen het bewust doen, werken ze er wel aan met veel:
(Nieuwe) plekken bezoeken, andere mensen ontmoeten, bezienswaardigheden bekijken en/of kennis maken en leren van andere culturen.
En ook al zijn ze er bijna, ze blijven, zo doen hun antwoorden vermoeden, en zolang het nog kan, doorgaan naar steeds weer een volgende plek.