Zelf high-tech oplossingen maken
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat ouderen belangrijke rollen kunnen spelen in innovatieprocessen en de rol van innovator en early adopter kunnen vervullen (Östlund 2011, Loos e.a. 2021). Ook buiten formele innovatieprocessen in instituten en bedrijven tonen ouderen hun technologische competentie aan. Ze zijn vindingrijk. In deze context wordt onder vindingrijk verstaan dat ouderen in staat zijn om met behulp van allerlei artefacten, componenten en technologieën op creatieve wijze alledaagse problemen op te lossen. In eerdere projecten zoals beschreven door Giaccardi en Nicemboim (2023) over resourcefulness, Lee en Moore (2015) over ingenuity of Bergschöld e.a. (2020) over DIY gerontechnology, is al op diverse manieren en in diverse bewoordingen verslag gedaan van de vindingrijkheid van ouderen. Uit deze studies blijkt dat ouderen in staat zijn om op creatieve wijze allerlei alledaagse problemen op te lossen en bijvoorbeeld ook voor zichzelf en voor anderen te zorgen met deze oplossingen. De resultaten van deze drie studies vormen dan ook een contrast met het stereotype ‘ageist’ beeld van ouderen als technologisch incompetent (Birkland 2022).
Het Senior Designs project van het lectoraat Architecture in Health (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) borduurt voort op deze eerdere projecten rond vindingrijkheid van ouderen. Het Senior Designs project focuste op een groep ouderen waarvan mogelijk verwacht kon worden dat ze een grote mate van vindingrijkheid aan de dag leggen omdat ze technisch zeer competent zijn. De doelstelling was daarbij om te leren van de vindingrijke oplossingen van ouderen met dergelijke hoge technologische vaardigheden met het oog op het ontwerpen van beter passende technologieën voor ouderen.
Methode
Om deelnemers voor het onderzoek te vinden zijn repaircafés in de regio Arnhem/Nijmegen bezocht. Repaircafés zijn periodieke bijeenkomsten waar mensen hun kapotte apparaten – en soms ook kleding – naartoe kunnen brengen. De vrijwilligers van de repaircafés onderzoeken het apparaat en indien mogelijk wordt het apparaat kosteloos of tegen geringe materiaalkosten gerepareerd. Hoewel de reparateurs van de repaircafés van alle leeftijden kunnen zijn, behoort een flink deel van de reparateurs tot de ‘ouderen’. We hebben hierbij ouder gedefinieerd als minimaal 65 jaar oud en gepensioneerd. In totaal hebben vijf mannelijke reparateurs in de leeftijd van 67 tot 77 deelgenomen aan ons onderzoek. Hoewel alleen oudere mannen hebben deelgenomen, zijn de deelnemers niet geselecteerd op hun gender. Selectiecriteria waren kalenderleeftijd, status als gepensioneerd en het gegeven dat iemand zich herkent in de gehanteerde omschrijving van vindingrijk. Deelnemers zijn niet geselecteerd op hun gezondheidsstatus. Sommige deelnemers verkeerden in goede gezondheid, anderen hadden significante gezondheidsproblemen. Bij alle vijf de deelnemers zijn interviews afgenomen en vervolgens is er bij alle vijf een huisbezoek afgelegd, waarbij de deelnemers hun vindingrijke oplossingen lieten zien. Hiervan zijn foto’s gemaakt. Deze foto’s en de transcripten van de interviews zijn vervolgens gecodeerd en geanalyseerd.
Vindingrijkheid op vijf vlakken
Hoewel de deelnemers aan het onderzoek een grote variëteit aan oplossingen voor allerlei problemen ontworpen hadden, werden er in onze analyse vijf categorieën zichtbaar waarin de meeste – maar niet alle – oplossingen vallen. Opvallend is daarbij dat oplossingen vaak voordelen op meerdere vlakken bieden.
1. Omgaan met gezondheidsproblemen
Alle vijf de deelnemers aan het onderzoek waren op diverse manieren bezig met hun gezondheid. Ze waren zowel bezig met (pogingen tot) leefstijlverbetering als ook met het aanpassen van de omgeving zodat ze beter om konden gaan met hun beperkingen. Dat kon de vorm aannemen van kleine aanpassingen in de keuken, waardoor er bijvoorbeeld minder gebukt hoefde te worden, tot het herontwerp van de binnenzijde van een sauna om meer zitcomfort te bereiken hetgeen verlichting gaf bij hun gezondheidsklachten.
Het mooiste voorbeeld troffen we aan bij een deelnemer van 67 die net als zijn vrouw last heeft van reumatische klachten. In de zomer zetten ze een zwembad op in hun tuin. Het prettigste voor hen was het als het water lekker warm was. Na de inval van Rusland in Oekraïne stegen de energieprijzen snel en werd het te duur om het zwembad elektrisch te verwarmen. Als reactie daarop legde deze man, samen met zijn schoonzoon, 80 meter zwarte slang op het dak van zijn schuur. Door deze slang werd met een pomp water gecirculeerd dat vervolgens door de zon opgewarmd werd. Dit werkte in principe goed, maar het kon er op bewolkte koelere dagen ook toe leiden dat het water gekoeld in plaats van verwarmd werd. Dus bouwde hij een schakeling die alleen in werking trad als het water in de slangen warmer was dan het water in het zwembad. Dit leidde vervolgens tot een incident waarbij het zwembadwater op een warme dag tot boven de 40 graden verwarmd werd.
Figuur 1. Schakelkast voor het verwarmen van een zwembad. Foto: Louis Neven
Op zijn beurt leidde dat uiteindelijk tot de ontwikkeling van een uitgebreide schakelkast (zie figuur 1) waarmee de temperatuur van het zwembadwater en het water in de zwarte slangen gemeten kon worden en die afhankelijk van de omstandigheden de pomp op het juiste moment in- en uitschakelde, zodat het zwembadwater op een zo optimaal mogelijke temperatuur gehouden kon worden. Deze zelfgebouwde schakelkast droeg daarmee direct bij aan de verlichting van zijn reumatische klachten en die van zijn vrouw.
2. Veilig ouder worden
Het veiliger maken van de woonomgeving was een ander belangrijk doel waarvoor vindingrijke oplossingen werden gezocht. Dit richtte zich op drie gebieden: bescherming tegen inbraak en diefstal, brandveiligheid en het reduceren van valgevaar. De simpelste oplossingen waren hekjes en beugels op strategische plekken om te voorkomen dat iemand zou vallen. Veel technischer werden de oplossingen als het aankwam op inbraakpreventie. Sloten en deuren werden aangepast, camerasystemen aangelegd en rolluiken werden geautomatiseerd. Tegelijkertijd realiseerden de ouderen zich dat ze in het geval van brand de woning snel moesten kunnen verlaten. Om de rolluiken toch te kunnen openen, ook als er geen stroom meer was, had de deelnemer die ook de zwembadschakeling ontwierp, een noodvoeding op batterijen ontworpen. Ook had hij een kleiner rolluik aan de achterzijde ongemotoriseerd gelaten zodat hij in geval van nood dat nog handmatig kon openen. Waar mogelijk werden zoveel mogelijk van deze oplossingen digitaal aangestuurd. Vaak betekende dit dat er onderdelen gezocht werden zoals printplaten, behuizingen, druktoetsen, sensoren of motoren die ze vervolgens zelf tot een werkend geheel maakten. Vervolgens konden ze deze technologie bedienen of monitoren met een app of hun smartphone.
3. Vergroten van comfort
Oplossingen om het comfort te verhogen waren bij alle ouderen aanwezig. Zo werden bijvoorbeeld stoelen en banken aangepast zodat opstaan makkelijker werd. Screens en rolluiken werden geautomatiseerd en bedienbaar per app of aangestuurd via een voorgeprogrammeerd schema, zodat ze daar niet voor naar het raam hoefden te lopen. In een huishouden was er een mandje met allerlei afstandsbedieningen waarmee van alles werd aangestuurd. Daarnaast was er veel activiteit rondom thermisch comfort. Het lekker warm hebben in de winter en koel hebben in de zomer was belangrijk voor de oudere mannen en hun partners. Een oudere deelnemer (68) maakte met zelfgebouwde en aangestuurde ventilatoren verwarmingssystemen efficiënter, werkte aan slimmer ventileren en het wel of juist niet binnenlaten van zonlicht op bepaalde tijden van het jaar en de dag. Dit leidde tot een verbeterd comfort in de woning maar was ook vanuit het oogpunt van energiebesparing interessant voor hem. De aanpassingen op het gebied van comfort werden gedaan om nu prettiger te kunnen leven, maar ook nadrukkelijk om te anticiperen op een levensfase waarin het niet meer zo makkelijk zou zijn om die handelingen zelf uit te voeren.
4. Besparen en verduurzamen
Alle deelnemers waren ook op een of meerdere manieren bezig met het besparen van geld of energie. Dingen die niet meer voldeden of kapot waren, werden gerepareerd. Een deelnemer (77) stelde vast dat de printplaat van zijn airconditioner stuk was, bestelde een nieuwe in China en repareerde het apparaat daarmee. Veel aandacht was er voor het besparen van energie door te isoleren, anders en efficiënter te verwarmen en zelf energie te genereren. De oudere deelnemers deden dit om financieel meer over te houden en toekomstbestendiger te zijn. Daarnaast gaven alle ouderen ook aan dat ze zich zorgen maakten om het milieu en vonden dat ze daarvoor iets moesten doen. Voorbeelden waren geautomatiseerde, uit computeronderdelen gebouwde, ventilatoren voor convectorputten of het automatiseren en programmeren van screens, zodat een woning niet te warm werd in de zomer. Het uitzoeken, doorrekenen en (laten) aanleggen van zonnepanelen om vervolgens de opbrengst te monitoren leidde ook tot besparingen. Sommige ouderen experimenteerden met accu’s om energie op te slaan. Een deelnemer (68) vertelde dat hij ooit nog een accu uit een oude Tesla in de kruipruimte onder zijn woning wilde leggen, zodat hij overtollige zonne-energie later nog kon gebruiken.
5. Met plezier en trots knutselen aan techniek
Zijn zonne-energiesysteem had nadrukkelijk als doel om geld en energie te besparen, maar het was ook een project waar deze oudere man met veel plezier aan werkte. Het ontwerpen, monitoren, verbeteren en verder uitbouwen van het systeem was zo bezien ook een hobby. Hetzelfde gold voor zijn weerstation, waarmee hij meteorologische informatie registreerde om deze vervolgens te delen in een netwerk van gelijkgestemden. Een andere deelnemer (77) had vroeger graag zendamateur willen worden. Dat was er gedurende zijn leven eigenlijk nooit van gekomen, maar nu was hij toch bezig om een antenne en een zender te maken. Bij alle deelnemers was het duidelijk dat ze plezier hadden in het technische werk en trots waren op hun vindingrijke oplossingen.
De deelnemers in ons onderzoek wisten met hun vindingrijke oplossingen allerlei alledaagse problemen zelf op te lossen en hun leven beter en aangenamer te maken in het heden maar ook met het oog op de toekomst. Voor een deel maakten ze oplossingen voor gezondheid gerelateerde problemen, waarvoor anders wellicht een hulpmiddel of uiteindelijk misschien een professional ingezet had moeten worden. Deze oplossingen zijn echter meer dan vernuftige oplossingen voor praktisch problemen. De oudere mannen genoten van het bedenken van de oplossing, het zoeken van de benodigde onderdelen en het fabriceren van het technische eindproduct. Ze lieten met trots zien wat ze maakten. Daar bovenop komt dat ze met hun technische kennis en kunde anderen helpen. Naast hun inzet als vrijwilliger bij de repaircafés werden ze stuk voor stuk ook gevraagd door vrienden, buren, kennissen en familie om dingen te repareren of te fabriceren. Hoewel ze dat soms wel als een belasting ervoeren gaf die rol ook een bepaalde sociale status en kregen ze daar vaak ook weer iets voor terug. Het leidde, met andere woorden, tot de opbouw van wederkerige relaties. De deelnemer (67) die zijn eigen zwembadverwarming ontwierp vertelde dat hij reparaties uitvoerde voor een Cesartherapeut die hij via het repaircafé had leren kennen. In ruil daarvoor begeleidde zij hem bij het omgaan met zijn reumatische klachten. Deze wederkerigheid is belangrijk omdat het ouderen enerzijds het gevoel kan geven nog van waarde te zijn en anderzijds ook de drempel kan verlagen om een aangeboden (weder)dienst van iemand anders te accepteren.
Conclusie: vindingrijkheid als inspiratie voor ontwerp
Onze ervaring laat zien dat vindingrijkheid van ouderen ook voor ontwerpers interessant is. In het onderzoek zagen we dat hun vindingrijkheid gerelateerd is aan creativiteit, plezier, behulpzaamheid en wederkerige relaties. Daarmee wijkt het nogal af van de beelden die vaak onderliggend zijn aan innovaties voor ouderen. Uit eerder onderzoek (Neven, 2015) weten we dat zorgtechnologieën voor ouderen nogal eens ontworpen worden vanuit negatieve beelden over ouderen en dat een gevolg daarvan kan zijn dat zorgtechnologieën ouderen in de passieve rol van zorgontvanger plaatsen. Zorgtechnologie neemt ouderen vaak bepaalde taken uit handen en dat kan heel nuttig zijn, maar het kan mensen ook passief maken. Een focus op vindingrijkheid plaatst mensen in een actieve rol. In plaats van het ontwerpen van één gesloten oplossing voor één specifiek probleem staat een focus op vindingrijkheid toe dat er omgegaan wordt met een diversiteit aan problemen bij een diversiteit aan ouderen. Het Senior Designs project zet er dan ook op in om de vindingrijkheid van ouderen, wat ouderen zelf zien als probleem en hun oplossingen daarvoor beter te begrijpen. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een eerste prototype van een toolkit van ‘halffabricaten’, die ook minder technisch onderlegde ouderen in staat moet stellen om vindingrijke oplossingen te realiseren voor hun alledaagse problemen. De verwachting is dat dit een positieve bijdrage kan leveren aan de zelfredzaamheid en eigenwaarde van ouderen. Deze toolkit zal gebruikt worden voor verder onderzoek naar vindingrijkheid van ouderen.
Figuur 2. Prototype toolkit van halffabrikaten. Foto: Liesbet Rabbinge