Kernwoorden:


25 Weergaven
0 Downloads
Lees verder
Wanneer je via Google zoekt op betekenis voor het woord ‘ouderen’, verschijnen er teksten waarin een verbinding met het woord ‘zorg’ onvermijdelijk lijkt. ‘Ouderen’ en ‘zorg’ zijn bijna synoniemen van elkaar. Herhaling van deze exercitie met het woord ‘jongere’ doet een samenhang met de term ‘ontwikkeling’ vermoeden. In deze editie van Geron zoomen we in op de reizende oudere èn hoe dit ‘reizen’ alles van doen heeft met ‘ontwikkeling’. Ook bij hen. Want waarom reizen die ouderen?

Wanneer je via Google zoekt op betekenis voor het woord ‘ouderen’, verschijnen er teksten waarin een verbinding met het woord ‘zorg’ onvermijdelijk lijkt. ‘Ouderen’ en ‘zorg’ zijn bijna synoniemen van elkaar. Herhaling van deze exercitie met het woord ‘jongere’ doet een samenhang met de term ‘ontwikkeling’ vermoeden. In deze editie van Geron zoomen we in op de reizende oudere èn hoe dit ‘reizen’ alles van doen heeft met ‘ontwikkeling’. Ook bij hen. Want waarom reizen die ouderen?

Deze vraag kun je vanuit meerdere kanten aanvliegen. Vanuit het ‘zorg’ perspectief wordt bijvoorbeeld gekeken naar het nut van reizen in het kader van het zo lang mogelijk gezond blijven en welke eigenschappen of capaciteiten mensen daarbij kunnen helpen. Aan de capaciteit van mensen om zo lang mogelijk een betrokken, gelukkig en zinvol leven te leiden heeft Walburg (2008) de term ‘mentaal vermogen’ gekoppeld. Mentaal vermogen stelt mensen in staat om hun eigen talent en potentieel te ontwikkelen, om productief en creatief te zijn en om positieve relaties op te bouwen. Iemand met voldoende mentaal vermogen kan met veerkracht reageren op stress en draagt daarmee positief bij aan ‘gezondheid’. Dit geldt zowel voor jongeren als voor ouderen. Vanuit een ‘zorg’ perspectief is het dus zinvol om mentaal vermogen te bevorderen.

Eén van de manieren om mentaal vermogen te bevorderen is reizen, of eigenlijk: nieuwe ervaringen opdoen en daarmee de mogelijkheid krijgen om te leren c.q. je te ontwikkelen. Nu is ‘zorg’ geen reisbureau. Althans, vooralsnog niet. Dus zijn er andere manieren ontwikkeld om het ‘reizen’ als professionele interventie vorm te geven. Reminiscentie is hier een voorbeeld van. Bij reminiscentie gaat het om het bewust ophalen van herinneringen uit het verleden. Een soort ‘tijdreizen’ in je eigen geschiedenis. Tinie Kardol betoogt in zijn artikel dat het nog maar zeer de vraag is of reminiscentie vooral een professionele interventie is. Misschien is het er gewoon. Die behoefte aan reizen in het verleden. En gebruiken we het altijd al, ook zonder stimulerende tussenkomst van professionals, als vast onderdeel van hoe wij ons als mensen door het leven (kunnen) worstelen. Volgens Tinie zou dit ook verklaren waarom deelnemers aan reminiscentieprogramma’s vol enthousiasme meedoen en er veel plezier aan beleven, maar dat er wetenschappelijk gezien weinig blijvend ‘zorg’ effect kan worden vastgesteld.

Anneke Sools en Gerben Westerhof benaderen dit ‘tijdreizen’ vanuit een tegenovergestelde invalshoek. Volgens hen wordt het steeds duidelijker dat ook voor ouderen een balans tussen gerichtheid op verleden en gerichtheid op de toekomst van belang is voor hun welbevinden. Want ook ouderen stellen zich vragen als: Wat maakt mijn dagen de moeite waard? Hoe blijf ik betrokken en verbonden? In hun artikel gaan ze dus in op tijdreizen naar de toekomst. Ze bespreken vier vormen van tijdreizen die relevant zijn voor ouderen: dagdromen, korte-termijn toekomstverbeelding, nalatenschap, en collectief tijdreizen. Elk van deze vormen is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en wordt geïllustreerd met voorbeelden vanuit de praktijk.

Bij ‘tijdreizen’ gaat het steeds over de eigen geschiedenis en deze herbeleven dan wel vorm (trachten te) geven. Tegenwoordig kunnen we echter ook virtueel reizen naar andere belevenissen. Daniel Brinckmann, Gijs Terlouw en Lars Veldmeijer laten ons zien hoe ouderen die door kwetsbaarheid niet meer fysiek kunnen reizen, dankzij virtual reality (VR) tóch de wereld kunnen ervaren. Van een eenvoudig busritje, tot een virtuele stedentrip of zelfs diepzeeduiken: met VR is het binnen handbereik. Naast een indrukwekkende ervaring die vooral leuk is, kan het ook gericht herinneringen oproepen en leiden tot betekenisgeving en zo gebruikt worden als effectief hulpmiddel bij therapie. Wel zitten er volgens de auteurs nog wat beperkingen aan het virtueel reizen. Zo kunnen mensen last krijgen van misselijkheid of overprikkeling. Maar ach, dat kan ook tijdens een fysieke reis.

En die fysieke reis kan natuurlijk ook niet ontbreken in dit themanummer. Lineke Verkooijen neemt ons mee op een reis gelijkend op die van ‘We zijn er bijna!’. In dit artikel beschrijft zij wat een groep geënquêteerde ouderen aantrekt om met elkaar, maar met eigen campers, gedurende vijf weken een rondreis te maken door Zuid Engeland. In dit artikel komen de ouderen zelf aan het woord. In de antwoorden op de negen open vragen van de enquête, komen de woorden ‘mentaal vermogen’ niet voor. Uit de antwoorden is echter op te maken dat deze ouderen hier onbewust met hun reis wel degelijk zelf aan werken. Want behalve de gezelligheid en het ontzorgende karakter van een groepsreis, reizen ze vooral om: (nieuwe) plekken te bezoeken, andere mensen te ontmoeten, bezienswaardigheden te bekijken en/of kennis te maken en te leren van andere culturen.

Behalve deze thema-bijdragen bevat deze editie van Gerōn uiteraard ook weer een variatie aan andere interessante artikelen over de wereld van ouderen. We wensen de lezer veel leesplezier!