Lees verder
Binnen het actieonderzoek ‘Zinvol Samenwerken in de Thuissituatie’ wordt interprofessioneel samengewerkt om aandacht voor zingeving in de thuissituatie net zo toegankelijk te maken als in zorgorganisaties, waar geestelijk verzorgers meestal onderdeel uitmaken van het zorgteam. In dit artikel worden de opzet en de eerste resultaten gedeeld die implicaties hebben voor eerstelijnsprofessionals in zorg en welzijn.

Belang van aandacht voor zingeving

In Nederland is een groeiend besef dat aandacht voor zingeving een zichtbaar en integraal onderdeel moet worden van de zorg (Van Leeuwen, Leget en Vosselman, 2016), waarbij er aandacht is voor alle levensdomeinen van de ‘patiënt’ (Huber, 2011). Zingeving is niet alleen de verantwoordelijkheid van de geestelijk verzorger, maar is het aandachtsgebied van alle zorg- en welzijnsprofessionals en vraagt om afstemming in de onderlinge multidisciplinaire samenwerking (ZonMw-Signalement, 2016). Binnen zorgorganisaties is deze multidisciplinaire samenwerking vanzelfsprekender dan in de thuissituatie, aangezien geestelijk verzorgers als tweedelijnsprofessionals daar regelmatig onderdeel zijn van het multidisciplinaire zorgteam. In de eerstelijnszorg is dat nog niet gangbaar. Juist in recente tijden neemt het aantal burgers dat thuis woont maar wel een zorgbehoefte heeft of in een kwetsbare groep valt, zoals ouderen, toe. Uit onderzoek onder Vlaamse ouderen blijkt dat het zelfstandig oud worden in de vertrouwde woonomgeving bijdraagt aan het ervaren van zingeving in het leven (Van der Vorst et al., 2018). Dit onderzoek bevestigt allereerst dat problemen van de kwetsbare ouderen zich niet beperken tot alleen het lichamelijke domein (Van Halem & Van Haaren, 2016) en toont ook aan dat de kwaliteit van leven vooral door andere factoren wordt bepaald. We weten in ieder geval dat ouderen die een hogere kwaliteit van leven ervaren, meer zingeving ervaren (Van der Vorst et al, 2018). Dit onderschrijft het belang om ook in de thuissituatie aandacht voor zingeving een plek te geven. Ieder mens, ook de kwetsbare oudere, worstelt met levensvragen, zoals ‘Wat wil ik nog in dit leven?’ en ‘Hoe doe ik ertoe?’ Voor zorg- en welzijnsprofessionals is het de uitdaging om te signaleren wanneer ouderen worstelen met levens- en zingevingsvragen. Dit vraagt de bereidheid om in gesprek te gaan over het leven en eventuele levensvragen en indien nodig de geestelijke verzorging te initiëren (Van Leeuwen, Leget en Vosselman, 2016).

Samen groeien in interprofessioneel samenwerken

In dit artikel beschrijven we de eerste voorlopige resultaten van het onderzoek Zinvol Thuis (zie kader). In dit onderzoek gaan we ervan uit dat alleen multidisciplinair samenwerken op het gebied van zingeving niet voldoende is. Juist bij zingeving kan de afbakening van zingevingsondersteuning tussen disciplinaire domeinen per situatie namelijk verschillen. In de ene situatie is het passend om als professional zelf in gesprek te gaan over zingeving, terwijl in een andere situatie een doorverwijzing naar een geestelijke verzorger nodig is. De overtreffende trap van multidisciplinair samenwerken is interprofessioneel (samen)werken. Interprofessionele samenwerking wordt gekenmerkt door verschillende zorg- en/of welzijnsprofessionals uit één of meerdere organisaties die samenwerken aan een gezamenlijk zorgplan (Van Zaalen, Deckers, & Schuman, 2018). Belangrijke voordelen van interprofessioneel werken zijn een betere kwaliteit van zorg en een hogere tevredenheid van de zorgvrager (Van Zaalen, Deckers, & Schuman, 2018).

Interprofessioneel samenwerken omvat verschillende factoren, die weergegeven zijn in een model (figuur 1; van Dongen et. al. (2018); Dees & Opheij (2019)).

Figuur 1. Factoren Interprofessioneel Samenwerken.

De interprofessionele leernetwerken die deelnemen aan het onderzoeksproject ‘Zinvol Samenwerken in de Thuissituatie’ (hierna kortweg ‘Zinvol Thuis’ genoemd) richten zich vanuit dit model op het organiseren van zorg voor zingeving in de thuissituatie.

Onderzoek naar implementatie in de thuissituatie: Zinvol Thuis

In dit tweejarige actieonderzoek wordt in vier lokale leernetwerken gewerkt aan succesvolle manieren om aandacht voor zingeving te borgen in de thuissituatie. Twee netwerken bevinden zich op de Veluwe en twee netwerken in de regio Delft. Kenmerkend voor dit actieonderzoek is dat in de praktijk een oplossing wordt gevonden voor een probleem, samen met de mensen die dat probleem ervaren. In dit geval zijn de vier netwerken op zoek naar een in de praktijk hanteerbare werkwijze die de geestelijke verzorging thuis borgt. Hierbij wordt cyclisch gewerkt in verschillende fasen: Oriëntatiefase – Ontwerpfase – Actiefase – Evaluatiefase (van Lieshout et al., 2017). Voor meer details zie kader.

Over het onderzoek Zinvol Thuis
Om erachter te komen hoe de borging van zingeving in de thuissituatie kan worden gerealiseerd is het actieonderzoek Zinvol Thuis gestart, vanuit de vraagstelling:

Hoe kan er vorm en inhoud gegeven worden aan geestelijke verzorging voor mensen thuis zodat deze voor de patiënt/cliënt zichtbaar, bereikbaar en toegankelijk is en dat deze zorg zodanig is ingebed en geborgd in de bestaande werkprocessen en de werkwijze van professionals in zorg en welzijn en evt. vrijwilligers, dat deze door patiënten/cliënten als helpend en ondersteunend wordt ervaren?

De doelstellingen van het onderzoek richten zich op verschillende doelgroepen:

1. Eerstelijnsprofessionals in zorg en welzijn: Zinvol Thuis is gericht op het ontwikkelen van hun taak en verantwoordelijkheid met betrekking tot zingeving in de praktijk.

2. Geestelijk verzorgers: Zinvol Thuis is gericht op de profilering ten behoeve van patiënten en zorgverleners in de eerste lijn.

3. Patiënten/cliënten: Zinvol thuis is gericht op het ontsluiten van toegang tot geestelijke verzorging.

Het is de uitdaging van dit type onderzoek om de verschillende doelgroepen in iedere fase van het onderzoek mee te nemen en proactief te laten participeren. Binnen Zinvol Thuis is dat gedaan door verschillende onderzoeksmethoden in te zetten. Voor de professionals is een longitudinale kwantitatieve en kwalitatieve vragenlijst uitgezet waarin ze elke twee weken aangeven of ze een situatie zijn tegengekomen waar zingeving een rol speelt en hoe ze in die situatie hebben gehandeld. In iedere fase van het onderzoek is er een kwalitatief dataverzamelingsmoment geweest, door middel van een focusgroep. Een zo divers mogelijke groep patiënten en hun naasten worden geïnterviewd om met een kwalitatieve methode, genaamd ‘patient-journeying’ de route die iemand met een zingevingsvraag doorloopt visueel weer te geven (McCarthy et.al., 2016; Beter Healthcare, 2018).

Resultaten

Inhoudelijke opbrengsten

In de eerste stap, de oriëntatiefase, is er een sterkte- en zwakteanalyse uitgevoerd. Hierbij is zowel de interprofessionele samenwerking als de inhoudelijke zorg voor zingeving in kaart gebracht, per netwerk. Ook is geïnventariseerd in hoeverre de professionals toegerust zijn om de zorg te verlenen, zoals deze is beschreven in Domein 6 van het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland (IKNL, 2017), dat ingaat op de spirituele dimensie en de Richtlijn zingeving en spiritualiteit in de palliatieve fase 2.0 (IKNL, 2018). Wat in deze fase opviel was vooral dat bij de meeste disciplines aandacht voor zingeving niet standaard onderdeel is van hun dagelijkse praktijk. Bekendheid met de richtlijn is wisselend, waarbij vooral verwijzing als expliciete interventie gerelateerd aan zingeving wordt herkend. Ondanks de inspanningen van lokale centra voor levensvragen werd duidelijk dat er te weinig bekendheid was onder professionals met het werk van de geestelijk verzorger. De intimiteit van zingevingsvragen of -problemen maakte het lastig voor professionals om te verwijzen naar een ‘anonieme’ geestelijk verzorger. Deze uitkomsten zijn niet uniek voor de deelnemende netwerken; het is aannemelijk dat dit onder eerstelijnsprofessionals een herkenbaar beeld is. Dat maakt het belang van het nagaan welke interventies een positief effect hebben op de vertrouwdheid met geestelijke verzorging urgent. Daarnaast zijn kennis over zingeving, het leren signaleren van levensvragen en het verkrijgen van vaardigheden om als professionals onderling en als professionals met patiënten in gesprek te gaan over zingeving noodzakelijk. Het vertrouwd raken met de thematiek, het normaliseren van zingevingsvragen en inzetten van geestelijk verzorgers lijken van belang. In de volgende stappen, de ontwerpfase en actiefase, zijn aan de hand van de uitkomsten van de oriëntatiefase interventies uitgewerkt en uitgevoerd in samenwerking met de verschillende netwerken om op deze factoren te sturen. Zo zijn er casuïstiekbesprekingen en scholingen georganiseerd waarbij de geestelijk verzorgers expliciet een rol speelden. Tevens is er gewerkt aan het bespreekbaar maken van zingeving door professionals met behulp van informatieflyers voor patiënten, aangevuld met intaketools voor de professionals zelf. Daarnaast zijn er follow-up bijeenkomsten geweest om professionals in de netwerken interprofessioneel te laten samenwerken. De eerste evaluatiegegevens lijken erop te wijzen dat door deze activiteiten zingeving meer een integraal onderdeel van het professionele kader wordt; er wordt samen naar een taal gezocht om zingeving met elkaar en met patiënten te bespreken en de competentie hiervoor van professionals groeit. Zo is er in één van de deelnemende netwerken ingevoerd dat er standaard een terugkoppeling van de geestelijk verzorger naar de verwijzer plaatsvindt om continuïteit van zorg te bevorderen.

Ervaringen rond interprofessioneel werken

Het actieonderzoek heeft al een complete eerste cyclus van oriëntatie tot evaluatie doorlopen en de eerste resultaten hebben duidelijke implicaties. De belangrijkste aandachtspunten bij het interprofessionele samenwerken bleken gerelateerd aan Relatie en Proces (zie figuur 1). Wat betreft Relatie bleek dat het helpt als professionals de geestelijk verzorgers kennen. Professionals moeten eerst meer weten van elkaars werkterrein op het gebied van zingeving om de toegevoegde waarde van de aandacht voor zingeving die iedere professional kan bieden te herkennen. Wanneer een eerstelijnsprofessional de geestelijk verzorger persoonlijk kent is het veel makkelijker om door te verwijzen, vanwege het vertrouwen bij de professional dat de patiënt dan in goede handen is. Uit de analyse in de oriëntatiefase is gebleken dat er bij de professionals, individueel maar ook als netwerk, bereidheid is om aandacht te geven aan (vragen rond) zingeving. De urgentie van zorg voor zingeving is duidelijk aanwezig bij professionals. Uit de analyse van de oriëntatiefase is bij de factor ‘proces’ gebleken dat gezamenlijke taal een aandachtpunt is. In de eerste plaats in de communicatie tussen professionals. Wat versta je onder zingeving? Hoe spreek je over zingeving? Hierbij is ontmoeting en regelmatig overleg noodzakelijk. In de tweede plaats in de communicatie tussen professional en patiënt. Hierbij kun je denken aan een gesprek over zingeving, maar ook aan het introduceren van geestelijke verzorging thuis. Bewustwording, openheid en vaardigheden staan centraal in het vormgeven van interventies gerelateerd aan de factor ‘proces’.

Implicaties voor professionals

Deze uitkomsten zijn ook belangrijk voor andere netwerken en professionals dan de deelnemers aan het onderzoek. Bij afronding van dit actieonderzoek zullen de succesvolle interventies landelijk worden gedeeld, zodat andere netwerken hier hun voordeel mee kunnen doen. De benodigde kennis en competenties om zingeving te verankeren in professionele praktijken worden door projecten zoals ‘Enhancing Nurses’ and Midwives’ Competence in Providing Spiritual Care through Innovative Education and Compassionate Care (EPICC), een internationaal project dat resulteerde in de competenties van verpleegkundigen en verloskundigen (van Leeuwen et.al., 2021) steeds duidelijker, maar het daadwerkelijk samen vorm geven aan deze zorg voor mensen die thuis wonen blijft een grote uitdaging. Wat een extra impuls kan zijn voor de overweging van interprofessionele samenwerkingsverbanden, juist wanneer het om zorg voor zingeving gaat, is dat interprofessioneel werken een positief effect heeft op de kwaliteit van zorg, en aandacht voor zingeving een positief effect heeft op zowel de kwaliteit van zorg als ook de ervaren kwaliteit van leven. 

Noot: Dit onderzoek is gesubsidieerd door ZonMW binnen de programmalijn Actieonderzoek Zingeving en Geestelijke verzorging in de Thuissituatie (80-87000-98-003).

Literatuurlijst

  1. Beter Healthcare (2018). Whitepaper Patient Journey mapping. Hoe kunt u de beleving en behoefte van de patiënt kaart brengen? Geraadpleegd op 5 Maart 2020 via https://info.beterhealthcare.nl/whitepaper-patient-journey-mapping.
  2. Dees, T., & Opheij, W. (2019). Samenwerken van idee naar afspraak. Aan de slag met jullie samenwerking. Management IMPACT. Deventer, Tim Dees & Wilfrid Opheij.
  3. Eelderink, M. (2020). Handboek Participatief Actieonderzoek: Samen bouwen aan een betere wereld. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
  4. Huber, M. (2014). Towards a new, dynamic concept of health. Its operationalization and use in public health and health care, and in evaluating health effects of food. Proefschrift. Maastricht, Maastricht University.
  5. IKNL Integraal Kankercentrum Nederland (2017). Kwaliteitskader palliatieve zorg.
  6. Beschikbaar via https://www.pallialine.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=41722&richtlijn_id=1078 , geraadpleegd op 15 september 2021.

Een complete literatuurlijst is op te vragen bij de auteurs: a.damsma@viaa.nl of a.zandbergen@viaa.nl