Uit de recente resultaten van de bevraging door het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg, de Vlaamse Ouderenraad en het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen (2025), blijkt dat 40% van de bewoners van Vlaamse woonzorgcentra zelden of nooit een persoonlijke band ervaart met het zorgpersoneel. Nochtans biedt de dynamische context van een woonzorgcentrum een unieke omgeving met een woon- en leefklimaat in huiselijke sfeer die uitnodigt tot het opbouwen van een hechte band tussen zorgmedewerkers en personen met dementie.
Maar hoe je die hechte band en de kwaliteit van interacties tussen zorgmedewerkers en bewoners met dementie in woonzorgcentra kan verrijken en mogelijk maken, ondanks de huidige personeelstekorten, onderzoekt de Met VerVe-studie van de onderzoeksgroep Gezondheid & Zorg aan de Arteveldehogeschool, gefinancierd door Stichting Alzheimer Onderzoek.
De onderzoekers voerden een kwalitatief onderzoek uit in zeven woonzorgcentra in Vlaanderen. Daarbij verzamelden ze gegevens via 16 participerende observaties en 27 diepte-interviews. In totaal observeerden ze meer dan 110 uur interacties tijdens vroege, late, dag- en
‘Met Verve’ is een uitdrukking die aangeeft dat iets met enthousiasme, toewijding en vaardigheid wordt gedaan. In de context van het onderzoek impliceert ‘Met Verve’ dat zorgmedewerkers, personen met dementie op een gepassioneerde en vaardige manier benaderen, wat hun interacties wederzijds kan verrijken en verbinden.
nachtdiensten. Ze observeerden een brede groep zorgmedewerkers waaronder zorgkundigen, verpleegkundigen, ergotherapeuten, medewerkers van de schoonmaakdienst en woonleefbegeleiders. De gemiddelde leeftijd van de geobserveerde zorgmedewerkers was 43 jaar. Ze hadden gemiddeld 18 jaar werkervaring, waarvan zo’n 16 jaar in de zorg voor mensen met dementie. De diepte-interviews leverden 26,5 uur gespreksmateriaal op met onder andere zorgkundigen, verpleegkundigen, ergotherapeuten, kinesitherapeuten en logistieke medewerkers. Zij waren gemiddeld 44 jaar oud en hadden gemiddeld 19 jaar werkervaring, waarvan ongeveer 11 jaar in de dementiezorg.
Dankzij deze diverse groep deelnemers en de combinatie van observaties en interviews kregen de onderzoekers een rijk en genuanceerd beeld van de factoren die interacties tussen zorgmedewerkers en personen met dementie in woonzorgcentra beïnvloeden.
Verbinding in de dagelijkse zorg
Uit de studie blijkt dat zorgmedewerkers interacties met personen met dementie nog te vaak benaderen als een professionele taak, eerder dan als een kans tot een wederkerige menselijke ontmoeting. Interacties worden door zorgmedewerkers vaak beoordeeld in termen van succes of falen — bijvoorbeeld: “het is gelukt” of “het is niet gelukt” om een bewoner te verzorgen of te begeleiden. Bovendien blijven gesprekken bij interacties vaak oppervlakkig, met opmerkingen zoals “hoe oud bent u alweer?”, “het is mooi weer hé, vandaag?” of “hoe was het eten?”. Hoewel zulke uitspraken op zich niet verkeerd zijn, dragen ze weinig bij aan het opbouwen van een echte verbinding. Daarbovenop lijkt het alsof zorgmedewerkers vaak aannemen dat zij degenen moeten zijn die initiatief tot een interactie nemen. De observaties tonen echter aan dat bewoners met dementie ook regelmatig zelf initiatief nemen. Ze spreken zorgmedewerkers aan met een koosnaampje, geven een knipoog of tonen oprechte betrokkenheid naar het welzijn van zorgmedewerkers. Ze herkennen emoties bij zorgmedewerkers en reageren daar empathisch op. Sommige bewoners bieden zelfs spontaan hulp aan. Dit soort interacties creëren een gevoel van gelijkwaardigheid en versterken de relatie tussen beide partijen:
“Ze bieden dan ook spontaan hulp aan: kan ik iets doen? Dan denk ik: Oh ja, dat is super lief. Ze helpen dan ook. ‘t Is echt een wederzijds gegeven.”
“Er is een bewoonster met dementie die echt benoemt: jij bent moe, zou je niet wat rusten? Zij pakt mij dan bij zich en zegt: zet u nu een keer, pak een tasje koffie en we gaan een keer babbelen.”
Interacties kunnen kortstondig zijn of zich over langere tijd uitstrekken, maar ze weerspiegelen steeds een dynamische wisselwerking tussen een zorgmedewerker en de persoon met dementie. Uit deze wisselwerking kan verbondenheid ontstaan, die leidt tot wederzijds vertrouwen en emotionele nabijheid.
“Ik vind dat iets bieden of geven, verbindt. Die mensen laten weten dat ze mens zijn.
Dan voel je de connectie met een bewoner.”
Wederzijdse verbondenheid
Verrijkende en verbindende interacties tussen zorgmedewerkers en bewoners met dementie kunnen ontstaan door een diepe laag van menselijk contact. Zorgmedewerkers geven aan dat zij er zijn als professional, maar steeds ook als persoon en als mens. Als zorgmedewerkers zichzelf kunnen tonen, kan de basis worden gelegd voor een wederzijdse verbondenheid waarin professionele relaties tussen zorgmedewerkers en bewoners met dementie overeind blijven en waar ook plaats is voor wederzijdse warmte en genegenheid.
“Als de avond valt, dan zien ze het donker worden, dan maken ze een klik van ‘Oei, ik ga niet meer thuis geraken’, dan zijn ze vaak nog meer op zoek naar dat kleine beetje veiligheid. Je voelt de warmte en dankbaarheid dan het meest.”
De zes voorwaarden van SLEUTEL
Bovenstaande impliceert dat zorgmedewerkers zichzelf tonen – met eigen zekerheden en kwetsbaarheden, maar ook tonen wie ze zijn als persoon met veelzijdige interesses en raakvlakken. Dit nodigt uit tot een gelijkwaardige relatie van mens tot mens. Want wie zich laat zien, nodigt de ander uit om hetzelfde te doen.
Op basis van de data-analyse heeft de Met VerVe-studie zes voorwaarden geïdentificeerd die noodzakelijk zijn om verrijkende en verbindende interacties mogelijk te maken. Deze zes vereisten vormen samen het acroniem SLEUTEL, dat zowel als metafoor en als praktische leidraad dient om deze interacties te faciliteren.
Net zoals een sleutel een deur opent, biedt dit acroniem toegang tot interacties die gekenmerkt worden door verbinding en betrokkenheid.
S – Samen in het nu
In interacties met personen met dementie is het van groot belang om volledig aanwezig te zijn in het moment. Wanneer zorgmedewerkers samen in het nu zijn met bewoners met dementie, ontstaat er een ruimte waarin de ander zich gezien, gehoord en veilig voelt. Dit betekent dat de buitenwereld even wordt losgelaten en er volledige aandacht geschonken wordt. Zoals iemand het treffend verwoordde in de diepte-interviews:
“Wij zijn hier nu samen met ons, laat de rest maar doen wat ze willen.”
Een-op-een contact creëert rust, vertrouwen en de mogelijkheid tot werkelijke ontmoeting. Het gaat niet alleen om wat je zegt, maar vooral om met aandacht en met nabijheid aanwezig te zijn. Samen in het nu zijn is ook meer dan een houding, het is een bewuste keuze om echt contact mogelijk te maken. Het biedt veiligheid en bevestiging: “ik ben hier bij jou”.
L – Liefdevol
Liefdevol omgaan met mensen met dementie betekent dat je je niet alleen als zorgmedewerker opstelt, maar ook met je hart handelt als mens. Het is de kunst om je houding – zowel verbaal als non-verbaal – te vullen met warmte, respect en tederheid. Deze liefdevolle benadering roept vertrouwen op.
Fysieke nabijheid maakt het liefdevolle voelbaar. Sommige mensen hebben echt nood aan een knuffel, een arm om zich heen, of een schouder om even op te leunen. “Omgaan met deze mensen met liefde” is niet iets extra’s, het is de essentie van hoe interacties verbindend en verrijkend worden.
E – Echtheid
Echtheid betekent dat je je laat zien zoals je bent — als mens, niet alleen als zorgmedewerker. Personen met dementie voelen vaak feilloos aan of iemand oprecht is of ‘een rol speelt’. Daarom is authenticiteit zo belangrijk: het opent de deur naar vertrouwen, verbinding en wederzijds respect. Echt contact ontstaat pas wanneer je aanwezig bent met je echte zelf zonder afstand.
Dat betekent: je mag geraakt worden, je mag lachen, stil zijn, zoeken, twijfelen. Door echt te zijn, in plaats van alleen te doen, geef je ruimte aan een ander om ook zichzelf te mogen zijn. Echtheid gaat ook voorbij aan protocollen en handelingen. Natuurlijk zijn structuur en zorgvuldigheid belangrijk, maar menselijke verbinding ontstaat niet vanuit regels — die ontstaat in de kleine momenten waarin de zorgmedewerker als persoon zichtbaar is.
“Dat is een sympathieke man als je daar binnenkomt, ik had een verkeerde opmerking gegeven [man is blind] maar hij moest er om lachen. Dat geeft me ook al een goed gevoel. Ik mocht even verstrooid zijn.”
U – Unieke afstemming
Unieke afstemming betekent dat je echt kijkt naar wie iemand is, naast de dementie. Het vraagt om individuele aandacht, nieuwsgierigheid en respect voor iemands persoonlijke voorkeuren, levensverhaal en karakter. Wanneer je afstemt op datgene waarmee iemand vertrouwd is, wat hem of haar blij maakt of ooit heeft gevormd, zie je vaak een opmerkelijke verandering. Mensen komen in hun element — ze worden actiever, openen zich, en je merkt dat er ruimte komt voor echte communicatie.
“Ze staan meer open voor communicatie, omdat het heel vertrouwd voelt voor hen en iets is waarin zij uitblinken.”
“Ze vraagt dan hoe het met mij is, en met het weer; ik vind de verhalen van vroeger ook zalig als ik die hoor. Soms heeft ze het al wel eens verteld, maar dat maakt mij niet uit. Ze begint dan te vertellen over vroeger toen ze kind was. Ze heeft niemand op bezoek, ze heeft geen kinderen. Ik ga haar missen als ze er niet meer zou zijn. Op een bepaald moment heb je een band met de bewoners.”
Unieke afstemming gaat om luisteren en afstemmen op wat er op dat moment leeft. Het is een manier van werken die ruimte biedt aan autonomie, waardigheid en verbondenheid.
T – Traag maar gestaag
In het contact met mensen met dementie is tijd nemen een noodzaak. Het betekent vertragen, verstillen en ruimte maken voor wat er écht nodig is. Personen met dementie leven vaak in een ander tempo. Door hen daarin te volgen, ontstaat er rust, veiligheid en verbinding.
“We zaten in de living. Ik nam dan een dekentje en we kropen er samen onder. Dat was best gezellig, we zaten in ons eigen coconnetje.”
“Je kent ook de bewoners hun avondrituelen. Sommigen hebben graag dat je even blijft zitten. Dat moet niet lang zijn. Gewoon: je zit hier bij mij en we zijn nu even samen hier, met ons twee. Dat geeft een soort rust.”
Een belangrijk aspect van tijd nemen is het bewaken van de prikkelbalans. Te veel prikkels kunnen leiden tot onrust, verwarring of terugtrekgedrag. Maar te weinig stimulatie kan leiden tot verveling of apathie.
Een rustige, huiselijke omgeving helpt daarbij. Het geeft mensen de mogelijkheid om zich veilig te voelen en in hun eigen ritme aanwezig te zijn. Storende factoren worden best uitgeschakeld om interacties te bevorderen; flikkerende lichtjes uitzetten, luide radio’s op stil zetten, televisieprogramma’s uitschakelen in de leefgroep.
E – Er zijn
Er zijn betekent: zonder haast, zonder iets te moeten oplossen — gewoon aanwezig zijn voor de ander. Voor mensen met dementie is die eenvoudige, warme aanwezigheid vaak belangrijker dan welk zorgplan ook. Het gaat hier om een kwaliteit van aanwezigheid: dat je je echt richt op de ander, niet als taak, maar als mens.
“Er gewoon zijn is vaak al genoeg.”
L – Luisteren
Luisteren is misschien wel het krachtigste dat je kunt doen in het contact met iemand met dementie. Niet alleen horen wat iemand zegt, maar echt luisteren — met je volle aandacht, met geduld en met een open houding. Luisteren betekent dat je afstemt op wat iemand bedoelt, ook als de woorden niet altijd kloppen of volledig zijn.
“Een beetje in korte termen herhalen wat hij zegt en doorvragen naar wat ze bedoelen, om het gevoel te geven dat hij gehoord wordt, dat er naar hem geluisterd wordt.”
Luisteren vraagt om empathie en nieuwsgierigheid. Je stelt vragen, je checkt of je iets goed begrepen hebt, je vraagt door zonder te duwen. Het gaat om het willen begrijpen van de ander, ook als dat betekent dat je even stil moet zijn, moet wachten, of moet aanvoelen wat er tussen de regels gezegd wordt.
Wederkerigheid creëert tijd
Echte interacties met personen met dementie ontstaan wanneer zorgmedewerkers de moed hebben om elkaar als mens te ontmoeten, in oprechte en natuurlijke situaties. Daarbij staan gelijkwaardigheid en wederkerigheid tussen zorgmedewerkers en personen met dementie centraal. Pas wanneer de zorg niet enkel gericht is op zorgen voor, maar ook op samen zijn met, ontstaat ruimte voor echte verbinding.
Dit is mogelijk, zelfs binnen de uitdagende realiteit van personeelstekorten en beperkte middelen. Interacties vinden immers voortdurend plaats, ook zonder een volledig team. Bovendien loont het investeren in wederkerigheid doorheen de dag: wie ermee experimenteert, ontdekt welk effect diepere connecties kunnen teweegbrengen. Wie zich verbonden voelt – zowel de zorgmedewerker als de bewoner – ervaart meer welzijn en geluk. Om zorgmedewerkers hierin te ondersteunen, worden in de tweede fase van de Met VerVe-studie tools ontwikkeld die deze interacties faciliteren zonder extra tijd te vragen.