De kans op slechthorendheid neemt aanzienlijk toe met de leeftijd, zo blijkt uit gegevens van het RIVM. Figuur 1 laat zien dat 70- tot 74-jarigen ruim tweemaal zoveel kans hebben op een gehoorstoornis dan 60- tot 64-jarigen (113,6 tegenover 55 gevallen per 1000 personen, respectievelijk). Op hogere leeftijden stijgt het aantal gehoorproblemen nog sneller. Opvallend is dat gehoorproblemen onder mannen eerder toenemen dan onder vrouwen. Mannen in de leeftijdscategorie 70-74 jaar hebben ongeveer anderhalf keer zoveel kans op gehoorproblemen als vrouwen van dezelfde leeftijd (136,1 tegenover 92,2 gevallen per 1000 personen, respectievelijk). Hierna neemt het relatieve verschil tussen mannen en vrouwen iets af, maar gehoorproblemen komen ook in de hoogste leeftijdscategorieën vaker voor onder mannen dan onder vrouwen.
Door demografische ontwikkelingen, zoals stijgende levensverwachting en het groeiende aandeel van ouderen in de bevolking, verwacht het RIVM dat de prevalentie van gehoorstoornissen tussen 2018 en 2040 met 43% zal stijgen. Voor mannen zal deze stijging iets hoger liggen dan voor vrouwen (46% tegenover 40%, respectievelijk). Factoren die van invloed kunnen zijn op het voorkomen (bijvoorbeeld screening) van gehoorschade zijn niet meegenomen in deze verwachting.
Figuur 1. Prevalentie slechthorendheid in huisartsenpraktijken in 2021. Bron: RIVM VZinfo. Gehoorstoornissen. https://www.vzinfo.nl/gehoorstoornissen.
De groeiende prevalentie van slechthorendheid, en de daarmee gepaarde klachten, stimuleren snelle technologische ontwikkelingen op het gebied van hoortoestellen. Niet alleen worden hoortoestellen minder zichtbaar, ook zijn ze steeds beter in staat achtergrondgeluid te onderdrukken en automatisch het volume aan te passen. Des te beter gehoorapparaten slechthorenden kunnen ondersteunen in hun dagelijkse activiteiten, des te meer de apparaten bijdragen aan het voorkomen van neveneffecten van slechthorendheid, zoals depressie en cognitieve achteruitgang. Hoewel de prevalentie van slechthorendheid in de toekomst waarschijnlijk zal toenemen, zal het aandeel slechthorenden dat last heeft van de neveneffecten van slechthorendheid dus mogelijk afnemen.