Onderzoekers van het Kennis- en Zorgcentrum Genderdysforie van het Amsterdam UMC, locatie VUmc, hebben in samenwerking met Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) het cognitief functioneren van oudere (55+) transgender personen die langdurige genderbevestigende hormoontherapie ontvangen, vergeleken met die van oudere cisgender personen. Ook werd onderzocht of (risicofactoren voor) hart- en vaatziekten en psychosociaal welbevinden de cognitieve verschillen (deels) konden verklaren.
Naarmate mensen ouder worden, kan het cognitief functioneren afnemen, onder andere door factoren zoals hart- en vaatziekten en mentale gezondheidsproblemen (Brailean et al., 2017; Gorelick, 2018). Geslachtshormonen, zoals oestrogenen en testosteron, kunnen hier mogelijk ook een rol in spelen (Yeap, 2014; Zwart, Terra, Linn, & Schagen, 2015). Sommige studies suggereren dat deze hormonen neuroprotectieve effecten hebben, wat betekent dat ze de hersenen kunnen helpen beschermen tegen achteruitgang. Transgender personen zijn personen bij wie het geboortegeslacht niet overeenkomt met de genderidentiteit. Bij cisgender personen komt het geboortegeslacht wel overeen met de genderidentiteit. Een belangrijk verschil tussen oudere transgender en oudere cisgender personen, is blootstelling aan geslachtshormonen. Het duidelijkste verschil zie je terug bij vrouwen: cisgender vrouwen produceren na de overgang nog maar weinig oestrogenen, terwijl transgender vrouwen vanaf die leeftijd vaak nog genderbevestigende hormoonbehandeling in de vorm van oestrogenen krijgen. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat er kleine maar significante verschillen zijn in het cognitief functioneren van transgender vrouwen vergeleken met cisgender mannen en vrouwen (van Heesewijk et al., 2021). Er werd een link gevonden met hart- en vaatziekten en depressieve symptomen. Echter, dit was maar een klein onderzoek waaraan ook geen transgender mannen hadden deelgenomen. Er is dus nog weinig bekend over cognitief functioneren bij oudere transgender personen. Ook over de rol die psychosociaal welbevinden en hart- en vaatziekten hierbij spelen in deze groep, is nauwelijks iets bekend. Dit onderzoek heeft daarom cognitief functioneren, zoals geheugen en informatieverwerkingssnelheid, van een grotere groep oudere transgender mannen en vrouwen die langdurig genderbevestigende hormonen gebruikten vergeleken met cisgender personen van dezelfde leeftijd. Daarnaast is de invloed van hart- en vaatziekten en psychosociaal welbevinden op deze cognitieve verschillen onderzocht.
Onderzoeksopzet
In dit onderzoek werden 73 transgender vrouwen (vrouwelijke genderidentiteit, mannelijk geslacht bij geboorte) en 39 transgender mannen (mannelijke genderidentiteit, vrouwelijk geslacht bij geboorte) tussen de 56 en 84 jaar oud, die langdurige genderbevestigende hormoontherapie (tussen 10 en 47 jaar) ontvingen, vergeleken met cisgender vrouwen en -mannen van LASA die een vergelijkbare leeftijd en opleidingsniveau hadden. Het cognitief functioneren van de deelnemers werd gemeten met neuropsychologische tests op verschillende domeinen, zoals informatieverwerkingssnelheid, episodisch geheugen (het onthouden van een woordenlijst), executieve functies (hogere controlefuncties) en gekristalliseerde intelligentie (aangeleerde kennis en vaardigheden zoals taal). Daarnaast werden gegevens verzameld over hart- en vaatziekten, zoals een voorgeschiedenis van hartziekten en roken, en psychosociaal welbevinden, zoals angst en eenzaamheid. Voor deze factoren hebben we gecorrigeerd in de analyses, wat betekent dat we gekeken hebben naar het cognitief functioneren van de groepen onafhankelijk van eventuele verschillen tussen de groepen in deze factoren. Door de modellen met en zonder correctie voor deze factoren te vergelijken, konden we berekenen welk percentage van de verschillen in cognitief functioneren verklaard kon worden door hart- en vaatziekten en psychosociaal welbevinden.
Cognitief functioneren en risicofactoren
Transgender vrouwen presteerden slechter dan cisgender vrouwen en -mannen op informatieverwerkingssnelheid, episodisch geheugen en gekristalliseerde intelligentie (zie Figuur 1.1 & 1.2 – zwarte stippen), maar hadden vergelijkbare scores op executieve functies. Lager psychosociaal welbevinden, vooral depressieve klachten, speelde een grote rol in de lagere scores, dit is te zien is aan de groene stippen in Figuur 1: als de cisgender en transgender groepen vergelijkbaar psychosociaal welbevinden zouden hebben, dan zouden de verschillen op cognitief functioneren tussen de groepen een stuk kleiner zijn. Dit suggereert dat het lagere cognitief functioneren van transgender vrouwen grotendeels kan worden verklaard door lager psychosociaal welbevinden. Echter, de slechtere prestaties op episodisch geheugen konden maar voor een klein deel verklaard worden door andere factoren.
Transgender mannen hadden een vergelijkbaar cognitief profiel als cisgender mannen en vrouwen (zie Figuur 1.3 & 1.4). Dit kan betekenen dat langdurig testosterongebruik geen positieve, maar ook geen negatieve invloed heeft op cognitief functioneren.
Figuur 1. Verschillen in cognitief functioneren tussen transgender en cisgender groepen per cognitief domein met (groen) en zonder (zwart) correctie voor hart- en vaatziekten en psychosociaal welbevinden.
Elk figuur geeft 1 groepsvergelijking weer. Wanneer de stippen of de lijntjes eromheen overlappen met de stippellijn, is er geen verschil tussen de groepen gevonden. Wanneer ze lager of hoger liggen dan de stippellijn, betekent dit dat de transgender personen respectievelijk slechter of beter presteerden dan de cisgender personen. Bij de zwarte stippen is geen rekening gehouden met de hart- en vaatziekten en psychosociaal welbevinden. De groene stippen geven de verschillen in cognitief functioneren weer zonder beïnvloeding door deze factoren.
Definities: Transvrouw: vrouwelijke genderidentiteit, mannelijk geslacht bij geboorte; Transman: mannelijke genderidentiteit, vrouwelijk geslacht bij geboorte; Cisvrouw: vrouwelijke genderidentiteit, vrouwelijk geslacht bij geboorte; Cisman: mannelijke genderidentiteit, mannelijk geslacht bij geboorte.
Duiding: Episodisch geheugen bij transgender vrouwen
Het episodisch geheugen, het geheugen voor levensgebeurtenissen, hebben we getest met een woordenlijst die op korte en langere termijn onthouden moest worden. Uit de literatuur weten we dat verschillen in prestatie op dergelijke taken met geslachtshormoonverschillen te maken kunnen hebben. Vrouwen presteren vaak beter op deze test dan mannen (Asperholm, Hogman, Rafi, & Herlitz, 2019). Zoals eerder benoemd is er op latere leeftijd een duidelijk verschil in hormoonblootstelling tussen transgender vrouwen en, in het bijzonder, cisgender vrouwen. Dit zou kunnen suggereren dat deze verschillen in hormoonblootstelling nadelig zijn voor het cognitief functioneren bij oudere transgender vrouwen, maar er is verder onderzoek nodig om hier meer duidelijkheid over te krijgen.
Andere verklaringen
Het verschil in cognitief functioneren tussen transgender vrouwen en cisgender individuen kan ook deels worden verklaard door sociale en maatschappelijke factoren. Transgender personen ervaren vaak meer stress, discriminatie en sociale uitsluiting vanwege het feit dat ze transgender zijn (Pellicane & Ciesla, 2022). Dit wordt ook wel minderheidsstress genoemd. Transgender vrouwen zijn vaker slachtoffer van discriminatie en geweld (Glick, Theall, Andrinopoulos, & Kendall, 2018). Dit kan allemaal bijdragen aan een slechtere mentale gezondheid, wat mogelijk ook het cognitief functioneren kan beïnvloeden.
Toekomstig onderzoek en praktische implicaties
Het is belangrijk om verder onderzoek te doen naar de gezondheid in bredere zin van grotere groepen van oudere transgender personen. Onderzoek met meerdere metingen in de tijd is cruciaal om conclusies te kunnen trekken over oorzaak-gevolgrelaties tussen genderbevestigende hormoonbehandeling op latere leeftijd, cognitief functioneren, hart- en vaatziekten en psychosociaal welbevinden. De bevindingen van deze studie benadrukken hoe belangrijk het is dat zorgverleners aandacht hebben voor zowel de psychosociale als de cognitieve gezondheid van oudere transgender personen. Het is essentieel dat zorgverleners zich bewust zijn van de uitdagingen die deze groep, in het bijzonder transgender vrouwen, kan ervaren.