Lees verder
Mobiel zijn en blijven is voor senioren erg belangrijk. Maar wat als autorijden niet meer gaat of het op de fiets te ver is? Dan zou het openbaar vervoer een goede uitkomst zijn. Echter, hoe toegankelijk is het openbaar vervoer tegenwoordig en in hoeverre wordt het door senioren gebruikt? Studenten van de NHL Stenden hogeschool in Leeuwarden hebben in samenwerking met de seniorenraad van Tytsjerksteradiel hiervoor een onderzoek uitgevoerd.

Aanleiding

De laatste jaren verdwijnen steeds meer buslijnen in landelijke gebieden en dorpen of wordt de dienstregeling ingekrompen. Zo ook in de gemeente Tytsjerksteradiel (Fryslân). Dit is een gevolg van bezuinigingen en teruglopende reizigersaantallen. Daarnaast worden buslijnen verlegd naar de provinciale weg, waar vervolgens ook de halte ligt. De bus rijdt dan niet meer door het dorp. De grotere loopafstand naar de haltes heeft tot gevolg dat het openbaar vervoer voor senioren minder aantrekkelijk wordt. Als senioren zich minder goed kunnen verplaatsen en minder de deur uit komen, wordt de kans op eenzaamheid vergroot. Zij kunnen geen sociale contacten meer onderhouden of zelfstandig naar de winkel omdat deze voor hen te ver weg zijn.

Samenwerking tussen jong en oud

Samenwerking jong en oud

De mobiliteitscommissie van de seniorenraad organiseerde in 2018 een bijeenkomst waarin mobiliteitsvraagstukken centraal stonden. Om deze vraagstukken te kunnen beantwoorden was nader onderzoek noodzakelijk. In maart 2019 vroeg de seniorenraad Tytsjerksteradiel de NHL Stenden hogeschool om onderzoek te doen naar de mobiliteitsbehoefte van senioren en het gebruik van het openbaar vervoer in de gemeente Tytsjerksteradiel. Het Atelier Sociaal Domein van de NHL Stenden hogeschool vroeg vervolgens de opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) om dit onderzoek uit te voeren. Deze opdracht van de Seniorenraad is door verschillende studenten opgepakt en uitgevoerd, waaronder studenten die worden opgeleid tot verkeerskundige of stedenbouwkundig ontwerper.

De opzet van het onderzoek

Voor de uitvoering van het onderzoek is een Plan van Aanpak opgesteld, waarna een knelpuntenanalyse is uitgevoerd. Op basis van deze analyse en bijeenkomsten met de Seniorenraad is een hoofdvraag geformuleerd. Omdat één van de belangrijkste vraagstukken van de Seniorenraad het inzichtelijk maken van het gebruik van en de behoefte aan (openbaar) vervoer in de gemeente Tytsjerksteradielis luidt de hoofdvraag van dit onderzoek:

Op welke wijze kan er in de behoeften en wensen van senioren in de gemeente Tytsjerksteradiel op het gebied van mobiliteit worden voldaan of kan hieraan tegemoet worden gekomen?

Om de hoofdvraag goed te kunnen beantwoorden is deze in vier deelvragen opgesplitst:

  1. Wat is er op dit moment aan vormen van mobiliteit aanwezig in de gemeente Tytsjerksteradiel?
  2. Wie is er verantwoordelijk voor de openbaar vervoer routes, en hebben burgers de mogelijkheid tot inspraak en op welke manier kan er invloed worden uitgeoefend?
  3. Wat zijn de wensen en behoeften van senioren in de gemeente Tytsjerksteradiel op het gebied van mobiliteit?
  4. Welke alternatieve vervoerswijzen zijn er in de gemeente en wat kosten deze?

Vragenlijsten door de hele gemeente

Om erachter te komen hoe de senioren uit Tytsjerksteradiel denken over het openbaar vervoer in hun gemeente, hebben de studenten een vragenlijst opgesteld. In de vragenlijst zijn vragen gesteld als:

  • In welke mate maakt u gebruik van het openbaar vervoer?
  • Als u gebruikt maakt van het openbaar vervoer, waarvan maakt u het meest gebruik?
  • Als u niet of nauwelijks gebruik maakt van het openbaar vervoer, wat is hier de reden van?
  • Wanneer zou u het openbaar vervoer vaker gaan gebruiken?
  • Op een schaal van 1 tot 4, hoe toegankelijk is het openbaar vervoer voor u? Denk hierbij bijvoorbeeld aan of u hulp nodig heeft bij het instappen of de begrijpelijkheid van het reisproduct.

Vervolgens zijn de papieren vragenlijsten met behulp van weekblad Actief verspreid door de hele gemeente Tytsjerksteradiel (oplage: 12.000). De lezers van het weekblad konden de ingevulde vragenlijst kosteloos opsturen naar NHL Stenden hogeschool. Dit is, gelet op de doelgroep, in groten getale gedaan. Uiteindelijk zijn er circa 500 ingevulde vragenlijsten teruggestuurd. De resultaten op papier werden vervolgens omgezet naar een Excel-bestand. Omdat het aantal ingezonden formulieren erg hoog was, hebben de studenten een aantal leden van de seniorenraad ingeschakeld om te helpen. In een gezamenlijke werkbijeenkomst (zie foto’s) op 11 mei 2022 zijn alle resultaten verwerkt, waarna de studenten het onderzoek voortzetten. De resultaten zijn op 23 juni 2022 gepresenteerd aan verschillende lokale vervoerders, ambtenaren en de wethouder Verkeer van de gemeente Tytsjerksteradiel.

Auto staat nog op nummer 1

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat veel senioren in de gemeente Tytsjerksteradiel nog in het bezit zijn van een auto en rijbewijs. Door het bezit van een eigen auto wordt het openbaar vervoer door de ondervraagden weinig gebruikt. Maar liefst 81% van de senioren is in het bezit van een rijbewijs, waarvan een ruime 74% er op dit moment nog gebruik van maakt. Slechts 5% van de ondervraagden geeft aan dagelijks of wekelijks gebruik te maken van het openbaar vervoer. Het landelijk gemiddelde van de leeftijdsgroep 65 tot 75 jaar is voor het gebruik van openbaar vervoer 4,2% en bij 75 jaar en ouder 3,2% op basis van cijfers van het CBS uit 2019. Het landelijke beeld kent dus veel gelijkenissen met het gebruik van het openbaar vervoer onder de senioren in de gemeente Tytsjerksteradiel. Naast het gebruik van de auto en het openbaar vervoer is de fiets opvallend vaak benoemd als vervoersmiddel bij afstanden onder 20 kilometer. Naar alle waarschijnlijkheid heeft dit te maken met de populariteit van de elektrische fiets onder senioren. Uit de cijfers van het CBS blijkt dat de e-bike het meest wordt gebruikt door 65- tot 75-jarigen: 14 procent van deze leeftijdsgroep gebruikt een elektrische fiets dagelijks. Van de 55- tot 65-jarigen en van de 75-plussers doet 10 procent dit.

Men geeft aan gebruik te maken van het openbaar vervoer bij ‘dagjes weg’, waarbij de trein voor 217 respondenten dan het voornaamste vervoersmiddel is, gevolgd door 114 respondenten die voor dit soort uitjes juist voor de bus kiezen. Als toelichting op de keuze voor het openbaar vervoer worden redenen als een onbekende route, lange reistijd en parkeren in de stad gegeven. Bij het parkeren in de stad zijn zowel de prijs van het parkeren, als het parkeren in parkeergarages reden om bus of trein te kiezen. Daarnaast wordt bij langere reistijden het comfort als reden genoemd om te kiezen voor het openbaar vervoer.

Op de vraag waarom men géén gebruik maakt van het openbaar vervoer, worden verschillende verklaringen gegeven. De meest terugkomende antwoorden zijn: het bezit van een auto en fiets, beperkte beschikbaarheid van het openbaar vervoer in de leefomgeving, onduidelijkheid over gebruik van de OV-chipkaart en corona. Met betrekking tot de beschikbaarheid van het openbaar vervoer in de leefomgeving, wordt het strekken van de buslijnen als onprettig ervaren. Buslijnen komen minder vaak of helemaal niet meer door dorpskernen, waardoor het voor senioren die moeilijk ter been zijn erg lastig is om de haltes te bereiken en mobiel te blijven. Desgevraagd geven de senioren aan dat er meer gebruik van het openbaar vervoer gemaakt zou worden wanneer de bushaltes bereikbaarder zouden zijn, het openbaar vervoer goedkoper zou worden en wanneer men niet meer kan of wil autorijden.

Lokale vervoersvormen: bekend, maar weinig gebruikt

De gemeente Tytsjerksteradiel telt in totaal elf verschillende lokale vervoersvormen. Dit zijn bijvoorbeeld het WMO-vervoer en het kerkvervoer. Deze vervoersvormen richten zich voornamelijk op de oudere, minder mobiele inwoners van de gemeente en zorgen ervoor dat ook zij van A naar B kunnen. Dit wordt vaak gedaan in samenwerking met vrijwilligers.  

Eén van de vragen die de Seniorenraad aan de onderzoekers heeft gesteld, is of de inwoners van Tytsjerksteradiel met de vele lokale vervoersvormen bekend zijn en of men deze ook gebruikt. Ongeveer de helft van de ondervraagden is bekend met één of meerdere lokale vormen van vervoer. Onder de 50-plussers is de Burgum Mobiel het meest bekend als regionale vervoersvorm, zo’n 250 van de 500 ondervraagden geeft aan deze vervoersvorm te kennen. WMO-vervoer, georganiseerd door de gemeente, is bij ongeveer 175 ondervraagden bekend. Men weet dus wel van het bestaan van deze vervoersvormen af, er wordt echter weinig gebruik van gemaakt. De Burgum Mobiel wordt door ongeveer 30 ondervraagde senioren gebruikt, dit geldt ook voor het WMO-vervoer. Het gebruik van de andere lokale vormen van vervoer ligt nog lager. De reden daarvoor blijkt uit het onderzoek: de senioren in de gemeente Tytsjerksteradiel zijn nog zeer mobiel, met de auto dan wel met de fiets. Wellicht dat de lokale vervoersvormen wel gebruikt worden door senioren die in aanleunwoningen of een verzorgingshuis wonen, maar mogelijk de vragenlijst niet hebben ontvangen of niet mee wilden/konden doen aan het onderzoek.

Aanbevelingen: meer samenwerking voor betere bereikbaarheid en toegankelijkheid

Om het openbaar vervoer voor senioren toegankelijker te maken, moeten er een aantal zaken veranderen of verbeterd worden. De communicatie tussen de verschillende lokale vervoerders moet verbeterd worden. Men moet van elkaar weten waar en wanneer men rijdt, zodat er geen dubbele diensten gereden worden of er gaten ontstaan in de dienstregeling. Daarnaast is het verstandig om één betalingssysteem te creëren, zodat de senioren met één eenvoudig systeem gebruik kunnen maken van alle lokale vervoersvormen in de gemeente. Dit kan bijvoorbeeld een rittenkaart zijn, iets wat bij veel senioren bekend is. Uit het onderzoek blijkt daarnaast dat ouderen moeite hebben met het gebruik van de OV-chipkaart, onder andere vanwege het in- en uitchecken bij verschillende vervoerders. Om de senioren kennis te laten maken met het (snel veranderende) reguliere openbaar vervoer zou er een cursus georganiseerd kunnen worden. Een voorbeeld hiervan zijn de OV-OpStapDagen, waarbij ouderen in één dag wegwijs worden gemaakt met het reguliere en lokale openbaar vervoer. Tijdens deze cursusdagen wordt per locatie (bijvoorbeeld per gemeente) een lokale invulling gegeven. Er wordt bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan het lokale vervoer, maar ook aan de belbussen die in de omgeving beschikbaar zijn. In verschillende regio’s zijn deze cursussen al gegeven, met een positief resultaat. Een soortgelijke actie zou in de gemeente Tytsjerksteradiel het gebruik van lokale vervoersvormen kunnen stimuleren. Ook zou hierdoor de drempel om gebruik te maken van het OV worden verkleind.
Meer samenwerking tussen de verschillende vormen van (openbaar) vervoer – bijvoorbeeld in het geven van voorlichting over de vormen van lokaal vervoer, over de busdienstregeling en over het gebruik van de OV-chipkaart – kan bijdragen aan het tegengaan van eenzaamheid onder senioren. Hierdoor kan men zelfstandig op bezoek gaan bij familie en vrienden. Ook blijven de voorzieningen, zoals winkels en het ziekenhuis, beter zelfstandig bereikbaar.