246 Weergaven
6 Downloads
Lees verder

Sinds 2001 is het aantal medische beslissingen rond het levenseinde toegenomen. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat artsen sinds 2010 in meer dan de helft van de sterfgevallen onder 65-plussers een medische beslissing namen. Een medische beslissing rond het levenseinde (MBL) is een beslissing waarbij rekening gehouden wordt met overlijden, of die overlijden als (mede)doel heeft. Het CBS onderscheidt drie vormen van MBL-handelwijzen: het niet-instellen of staken van een behandeling, het toedienen van pijn- en symptoombestrijding, en het toedienen van een middel met overlijden als uitdrukkelijk doel. In figuur 1 geeft de grijze lijn weer in hoeveel procent van de sterfgevallen onder 65-plussers een arts een medische beslissing rond het levenseinde nam. Opvallend is vooral de stijging tussen 2005 (43 procent) en 2010 (60 procent). Het aandeel MBL-handelwijzen nam in 2021 iets af, van 60 procent in 2015 naar 54 procent. Omdat deze meting plaatsvond tijdens de COVID-19-pandemie, is niet duidelijk hoe het aandeel MBL-handelwijzen zich zal blijven ontwikkelen.

Figuur 1. Toepassing van verschillende MBL-handelwijzen en het totaal aandeel van MBL-handelwijzen bij sterfgevallen onder 65-plussers in Nederland (2001-2021). Bron: CBS Statline.

Naast de algemene toename van MBL-handelwijzen, laten de staven in het diagram de verdeling tussen de verschillende MBL-handelwijzen per jaar zien. Deze verdeling is uitgedrukt als percentage van het aantal sterfgevallen waarbij een arts een medische beslissing rond het levenseinde nam. Hieruit blijkt een tweede ontwikkeling: het aandeel van het niet instellen of staken van een behandeling is afgenomen ten opzichte van de andere twee categorieën. Hoewel het aandeel van het toedienen van een middel met overlijden als uitdrukkelijk doel in 2021 met 10 procent bescheiden lijkt, is dat bijna een verdubbeling ten opzichte van 2001 (6 procent). Binnen deze categorie wordt gesproken van euthanasie en hulp bij zelfdoding wanneer een patiënt hiertoe zelf een verzoek indient. Anno 2021 is dat in meer dan 95 procent van deze MBL-handelwijzen het geval, tegenover zo’n 78 procent in 2001 (niet weergegeven). Al met al suggereren deze cijfers dat het voor 65-plussers gebruikelijker is geworden zelf te beschikken over het levenseinde.