Aarde, hier komt een eenzaam lichaam aan
waarin koninklijke zon is opgegaan.
Achter de ogen scheen een zomermaand,
het middenrif liep vol zacht avondlicht
en bij de hartstreek rees een tovermaan.
De handen voelden water, streelden dieren,
de voeten kusten stranden, kusten steen. Inzicht,
er sloop vreemd inzicht in het hoofd, de tong
werd scherp, er huisden vuisten in de vingers,
de hand bevocht brood, geld, liefde, licht.
Je kunt er heel wat boeken over lezen.
Je kunt er zelf een schrijven. Aarde wees niet streng
voor deze man die honderd sleutels had,
nu zonder reiskompas een pad aftast
en hier zijn eerste nacht doorbrengt.
Menno Wigman
Uit: Slordig met Geluk
Uitgeverij Prometheus, 2018
Het gedicht in Gerōn wordt door- of in overleg met- Aafke de Groot gekozen. Aafke de Groot is specialist ouderengeneeskunde in Naarden en docent/ onderzoeker Geriatrische Revalidatie, VUmc Amsterdam. Zie ook: www.dichterbijdezorg.nl