Afscheid Van Mijn Lichaam
Waarom, mijn lichaam, was je me zo weinig waard?
Waarom bleef ik zo koppig tronen in mijn hoofd
en woonde ik mezelf zo hevig uit?
O ja, ik hield van wijn, van zwaar doorrookte feesten,
lucide katers en oneindig gulle lakens.
Zo leefde ik verlicht mijn tijd aan stukken.
Nu lig ik op een zaal, mijn hart, die logge spier,
verlaat me, laf als een gedicht laat het me staan
en voor het eind van deze avond zakt de dood
mijn longen in.
De zon was mij nooit opgevallen als hij niet
steeds onderging. Geen lucht, geen flonkering, geen hoop.
Waarom, mijn lichaam, heb ik nooit in je geloofd?
Menno Wigman
Uit: Slordig met geluk (2016). Amsterdam: Uitgeverij Prometheus.
De keuze voor het gedicht in Gerōn wordt -tenzij anders vermeld-verzorgd door Aafke de Groot, specialist ouderengeneeskunde in Naarden en docent/onderzoeker Geriatrische Revalidatie, VUmc Amsterdam. Zie ook:www.dichterbijdezorg.nl