Lees verder
In meerdere woonwijken is de toename van het aantal kwetsbare ouderen evident; tevens blijkt dat er steeds minder mensen in staat zijn om hun medebewoners bij te staan. In het huidige wonen met zorg heeft de technologische vooruitgang reeds aanwijsbaar zijn intrede gedaan. De tijd is rijp om deze technologie nu ook op wijkniveau toe te passen ten behoeve van ouderen.

Een wijk voor kwetsbare ouderen

In meerdere woonwijken is de toename van het aantal kwetsbare ouderen evident; tevens blijkt dat er steeds minder mensen in staat zijn om hun medebewoners bij te staan. De in de participatiesamenleving beoogde ‘samenredzaamheid’ in deze buurten wordt hierdoor aangetast, wat zijn weerslag heeft op de sociale cohesie en leefbaarheid. Steeds vaker gaat de fysieke en/of cognitieve kwetsbaarheid gepaard met financiële kwetsbaarheid. De lichamelijke en sociale beperkingen kunnen in dit geval nog versterkt worden door het gebrek aan kennis of een gezonde leefstijl. Deze ’dubbele kwetsbaarheid‘, in combinatie met de toename van het aantal alleenwonende ouderen, vergroot het risico op eenzaamheid en sociale kwetsbaarheid.

Momenteel lopen er in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven een aantal projecten in Nederland op het gebied van de ‘slimme wijk’ waarbij ‘slimme’ ingrepen ingezet worden als instrument ter bevordering van gezondheid en sociale cohesie van kwetsbare bewoners.

In het huidige wonen met zorg hebben technologische toepassingen reeds duidelijk hun intrede gedaan. De tijd is rijp om deze ook in onze woon-leefomgeving toe te passen ten behoeve van een optimale dienstverlening aan de kwetsbaren onder ons. Dit gaat met name om een bewonersgerichte aanpak die enerzijds de bestaande sociale en infrastructurele mogelijkheden benut en anderzijds optimaal gebruik maakt van nieuwe technologieën en (ontwerp)oplossingen. Een door alle partijen gedragen governanceplan vormt hiervoor de randvoorwaarde en zorgt voor een juiste balans tussen sociale aanpak en soft- en hardware toepassingen.

Livinglabs

Livinglabs zijn praktijkprojecten en zijn van cruciaal belang om effecten van genomen maatregelen en innovaties om te zetten in een bruikbare set criteria en scenario-based concepten die uiteindelijk resulteren in realistische (ontwerp)oplossingen. Deze oplossingen maken op hun beurt een paradigmaverschuiving mogelijk in de gangbare manier van het inrichten van woonwijken en van ons dagelijks leven. In een achttal projecten van de TU/e worden zulke livinglabs ingezet.

In een ZonMw programma wordt, in samenwerking met andere partners waaronder Tilburg Universiteit, gemeente Helmond en GGD (Gemeentelijke GezondheidsDienst), gewerkt aan een integrale Kennisagenda ‘Ruimte voor gezondheid’ een ‘kompas’ voor het opzetten van een gezonde wijk waarin slim inzetten van technologie en ruimte bijdraagt aan het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen en het verhogen van inclusiviteit. In deze kennisagenda zijn het sociale, digitale en ruimtelijke domein gefuseerd om tot een slimme (ruimtelijk)programmatische strategie voor een inclusieve en gezonde wijk te komen.

Deze Kennisagenda gaat over hoe een gezonde wijk ’slim‘ in te richten en hoe dit te vertalen naar projecten die in de wijk zullen worden uitgevoerd (figuur 1).

 

Figuur 1. Dit project richt zich op het ontwikkelen van een framework voor het ontwerpen van een “inclusieve wijk”.

Figuur 1. Dit project richt zich op het ontwikkelen van een framework voor het ontwerpen van een “inclusieve wijk”.

 

Het hier beschreven project ’Brandevoort 2‘ betreft een nieuwe buitenwijk van de stad Helmond. Waar nu een grasveld is, wordt vanaf 2020 een slimme wijk gebouwd. Er komen circa 1500 woningen en 12 hectare business park. Het moet een wijk worden die model staat voor toekomstig slim en gezond wonen, waarin participatie, zelfhulp en eigen regie randvoorwaardelijk zijn. Het gewenste eindresultaat is te komen tot een duurzaam gezondheidszorgsysteem met de focus op preventie door gebruik te maken van technologie en omgeving en door in te zetten op een sterke sociale basis waarin mensen actief deelnemen aan de samenleving. De wijze van inrichting van de omgeving en de integrale samenwerking moeten ervoor zorgen dat de wijk zich ontwikkelt tot een sociale, aantrekkelijke wijk waarin mensen een betere fysieke en mentale gezondheid ervaren dan in wijken elders.

We onderzoeken hiertoe enerzijds de ‘soft side’ van de sociale wijk gericht op het verkleinen van sociaaleconomisch gerelateerde gezondheidsverschillen, de sociale cohesie en integrale samenwerking en anderzijds de ‘slimme’ architectuur op vier ruimtelijke niveaus: de publieke ruimte, de publiek-private ruimte, de privéruimte en op een overkoepelend schaalniveau.

Door de ruimte te voorzien van slimme systemen en van groenplekken, die ontmoeting, sociale interactie en sociale platforms activeren, zetten we in op het vergroten van gezond gedrag en sociale cohesie in deze wijk.

Er wordt gebruik gemaakt van diverse onderzoeks- en interventiemethoden en creatieve planontwikkelingsmethoden. Ze vormen het uitgangspunt voor werkateliers en sessies met de stakeholders en in het bijzonder met de (toekomstige) bewoners.

Dit laatste wordt gedaan met behulp van technieken en methoden waarmee de bewoners zelf de slimme en inclusieve wijk ervaren. Dit met inachtneming van het oud-Nederlandse principe van ‘niet op hoger niveau regelen wat op een lager schaalniveau kan’, waardoor de kans op het ontwerpen van een ‘monofunctionele en geïsoleerde omgeving voor kwetsbaren’ wordt voorkomen.

De bewoners spelen een grote rol bij het opstellen van de Kennisagenda. De focus ligt met name op: wat is er werkelijk nodig en hoe kan op voorhand worden geborgd dat voorzieningen en innovaties die in deze wijk toegepast worden ook aansluiten bij de behoeften van de toekomstige bewoners en door hen worden geaccepteerd? We gaan daarom in diverse focusgroepen actief in gesprek met (potentiële) bewoners.

Technologieën zoals Internet of Things en sensoren op straat worden ook ingezet om dienstverleners een beter inzicht te geven in de wensen van de bewoners, waardoor de afstand tussen bewoners, dienstverleners en beheerders wordt verkleind. Het adagium is: de bewoner is in een slimme wijk aan zet en de technologie dient en ondersteunt hem.

De slimme, inclusieve wijk

Het Smart city-beleid blijkt zich momenteel voornamelijk af te spelen op de domeinen duurzaamheid, mobiliteit, creatieve industrie en (deel)economie. Afhankelijk van de gestelde prioriteiten en gemaakte keuzen wordt de smart city of wijk geconcretiseerd. Kopenhagen,  waar ruim 60% van de bewoners fietst, heeft bijvoorbeeld om de stad te vergroenen en lichaamsbeweging te stimuleren, geïnvesteerd in een smart city-beleid om de reistijd met de fiets te verkorten. De verkeerslichten, die door open data geregeld worden, zorgen voor een aanhoudende groene golf. Als je je houdt aan de op de digitale borden aangegeven adviezen, hoef je als fietser nergens voor een stoplicht te wachten.

En in Brussel wordt de kracht van burgerparticipatie ingezet door met behulp van slimme technologie de stad te inspecteren. Zodra een inwoner een losse tegel, een gevaarlijke boom, een niet functionerend stoplicht of een dergelijk probleem ziet, appt hij/zij een foto naar ‘fix my street’. Inwoners kunnen daarna online volgen wat er met hun meldingen is gedaan en hoeveel problemen opgelost zijn.

Deze voorbeelden laten zien welke keuzen er bij invulling van het begrip ‘smart city’ gemaakt zijn.

Dit geldt ook voor de slimme wijk in dit project: uitgaande van bestaande oplossingen, in combinatie met de beoogde doelen gericht op positieve gezondheid, worden keuzen gemaakt en wordt invulling gegeven aan het begrip inclusieve slimme wijk. Hiervoor zijn een viertal thema’s opgesteld. De slimme wijk:

  • (a) stimuleert een gezonde leefstijl,
  • (b) ondersteunt preventie en daardoor preventieve dataverzameling,
  • (c) focust op een inclusieve en vitale samenleving en
  • (d) haalt ziekenhuis- en verpleegzorg naar de wijk.

Macht en vertrouwen

Het voorgaande houdt niet in dat wij argeloos zijn ten aanzien van de ‘gevaren’ die gemoeid zijn bij het invoeren van digitale technologieën, zoals de data-lek issues, de ontwikkelingen in smart cities in China waar met behulp van gelaatsscreening het sociaal gedrag van burgers wordt gemonitord, het ‘Big Brother is watching you’ principe.

Aan aspecten zoals de bescherming van de privacy van de gebruiker dient dan ook de grootste aandacht te worden besteed. Tevens moeten we oppassen met de inzet van technologie waardoor het tegenovergestelde wordt bereikt van wat oorspronkelijk beoogd was. Technologie kan bijvoorbeeld lichaamsbeweging overbodig maken en tot een inactieve leefstijl leiden. Ook kan bepaalde technologie die niet voor iedereen bereikbaar of toegankelijk is, eenzaamheid of grotere gezondheidsverschillen veroorzaken.

Daarnaast wordt er veel ‘macht’ in handen van de overheid, een organisatie of persoon gelegd: dat berust op vertrouwen. Hoever kunnen we gaan met ons vertrouwen? Hoe is controle mogelijk? Anderzijds is de toekomst nu begonnen en heeft de realiteit ons ingehaald. ‘Being watched’ is al normaal geworden; per dag worden we tientallen keren geregistreerd door vele bewakings- en observatiecamera’s.

Inmiddels wordt er gewerkt aan betrouwbare oplossingen (zoals privacy by design, virtual data safe) die een juiste balans tussen macht en vertrouwen in het systeem bevorderen.

Droom in uitvoering

De droom van de Slimme wijk gaat over andere zaken dan het experimenteren met technologische mogelijkheden en hobbyisme van techneuten, ontwerpers of bestuurders. In het huidige wonen met zorg heeft de technologische vooruitgang reeds aanwijsbaar zijn intrede gedaan. De tijd is rijp om, ten behoeve van de kwetsbaren onder ons, deze nu ook op wijkniveau in onze woonomgeving toe te passen.

De droom is het ontwikkelen van een ‘Empathische woonwijk’ die bewoners ‘kent’, met hen meevoelt en waar mogelijk en gewenst ook voor hen zorgt. De opkomende technologieën (bijvoorbeeld slimme sensoren ingebed in straten) vormen dan de technische infrastructuur voor 24/7 veiligheidsmonitoring in de wijk, of kunnen de mogelijkheid creëren voor meer sociaal contact en inclusie. Er wordt beoogd een wijk te creëren waarin de bewoners significant meer dan elders empowered en ondersteund zijn.

 

Artikel Mohammadi figuur 2

Figuur 2. In de “Empathische woning” in Arnhem ontwikkelen en testen de (kennis)partners de nieuwe technologische mogelijkheden om toe te passen in de reële woonomgeving van de gebruikers.

 

Dit vergt vanzelfsprekend, naast bewaking van de privacy, een door alle partijen gedragen plan dat coherent gerealiseerd moet worden, met monitoring van de gezondheid en het welzijn van de bewoners. Longitudinale studies onderzoeken de effecten.

Dat dit een grote droom is met nog een lange weg te gaan, zal duidelijk zijn. Maar de perspectieven zijn veelbelovend en motiveren het inslaan van deze weg. Voor het team, samengesteld uit de kennis- en praktijksector, is de vraag niet meer of dit gaat lukken maar wat de meest adequate aanpak is om dit vergezicht te vertalen naar uitvoerbare plannen met het oog op de realisatie ervan.

Masi Mohammadi is initiatiefnemer van de ‘Empathic LivingLabs’, waar zij in samenwerking met industriële en maatschappelijke partners wetenschappelijke kennis in de dagelijkse praktijk toepast.

Literatuurlijst

  1. De literatuurlijst is op te vragen bij de auteur.