Lees verder
Dit artikel focust op kwetsbaarheid en hoe het D-SCOPE project dankzij drie verschillende onderzoeksfases een methodiek voor vroegtijdige detectie van kwetsbare ouderen ontwikkelde, testte en evalueerde. Lokale overheden en zorgorganisaties kunnen met het D-SCOPE zes-stappenmodel aan de slag om kwetsbare thuiswonende ouderen te detecteren en hen te ondersteunen naar gepaste zorg en ondersteuning.

Langer kwaliteitsvol thuis blijven wonen

Ouderen willen doorgaans zo lang mogelijk blijven wonen in hun eigen woonst en woonomgeving. Naast een wens van ouderen zelf is dit ook een beleidsideaal. Gezien de maatschappelijke kost van ouderenzorg en het toenemende aantal ouderen in de samenleving, krijgt vermaatschappelijking van de zorg steeds meer aandacht, ook in het Vlaamse ouderenzorgbeleid. Kwetsbaarheid erkennen we als een multidimensionaal fenomeen bestaande uit een fysieke, cognitieve, psychische, sociale en omgevingsdimensie. Dit gegeven vraagt een gerichte flexibele aanpak op maat teneinde ouderen op een kwaliteitsvolle manier langer thuis te laten wonen.

Daar waar kwetsbaarheid binnen gangbaar onderzoek vaak onderzocht werd vanuit de tekortkomingen en beperkingen, ofwel ‘harde uitkomstmaten’ zoals mortaliteit en opnames in ziekenhuis of zorgvoorziening, bestudeerde D-SCOPE de positieve uitkomstmaten in de verschillende levensdomeinen. Zo bouwde D-SCOPE mee aan een vernieuwende kijk op kwetsbaarheid. Het onderzoek hield daarom niet enkel rekening met factoren van kwetsbaarheid die gericht zijn op ‘noden’, maar ook met factoren van welbevinden. Het onderzoek keek onder meer naar de levenstevredenheid, zingeving en gevoel van zelfregie van ouderen, ondanks de aanwezigheid van kwetsbaarheid (Duppen e.a., 2018).

Uit interviews met 121 ouderen bleek dat kwaliteit van leven daalt bij kwetsbaarheid. Anderzijds zijn er ouderen die objectief gemeten kwetsbaar zijn maar zich niet kwetsbaar voelen en ouderen die ondanks hun kwetsbaarheid nog steeds een hoge levenskwaliteit ervaren. Het zijn de sterktes en competenties van ouderen en hun omgeving die balancerend werken voor de kwetsbaarheid die ze ondervinden. Dit wil zeggen dat de kwetsbaarheid hierdoor kan uitgesteld of gestabiliseerd worden. Binnen D-SCOPE worden dit de balancerende factoren genoemd. Deze balancerende factoren komen voor op individueel niveau (bijvoorbeeld persoonlijkheidskenmerken), op omgevingsniveau bijvoorbeeld aanwezigheid mantelzorg en professionele zorg) en macroniveau (bijvoorbeeld betaalbare zorg). Als laatste balancerende factor werden kantel- en transitiemomenten meegenomen, zowel positief (geboorte kleinkind) als negatief (verlies dierbare) (Smetcoren e.a., 2017).

“Ik heb al dat wat ik wil, ik eet wat ik wil, ze maken voor mij klaar wat ik wil en ik sta ’s ochtends op wanneer ik wil. Slapengaan, dat is iets anders, want ze komen me om 10 uur in bed helpen, mij uitkleden. ’s Ochtends komt de verzorgster, die helpt mij wassen en die helpt mij aankleden. Maar zo bijvoorbeeld naar het stad gaan en zeggen: Ik ga mij een nieuw kleedje kopen of een nieuw bloesje, dat zit er niet meer in. Dat kan ik alleen niet meer.” (Vrouw, 85 jaar)

Stappenplan

Stap 1: Gerichte casefinding

Vandaag de dag worden er door verschillende organisaties reeds preventieve huisbezoeken georganiseerd. Zo bezoekt men in sommige gemeenten alle 80-plussers of ouderen in de weduwstaat. Hoewel dit heel waardevol is, wordt het vaak ervaren als zeer tijdsintensief voor het personeel en niet altijd effectief en efficiënt. Waar kunnen organisaties best preventieve huisbezoeken organiseren? Dankzij D-SCOPE werden deze huisbezoeken efficiënter gemaakt door ervoor te zorgen dat de ouderen die bezocht worden daadwerkelijk een hoge(re) kans hebben kwetsbaar te zijn en meer nood te hebben aan hulp en ondersteuning. Niet alle ouderen uit de gemeente/regio/buurt, maar enkel zij met een hoger risico op kwetsbaarheid worden gezocht op basis van de ontwikkelde risicoprofielen. Door het uitvoeren van kwantitatief onderzoek op de data van het ouderenbehoefteonderzoek, waaraan meer dan 20.000 thuiswonende ouderen hebben deelgenomen, kon D-SCOPE risicofactoren en -profielen formuleren voor fysieke, psychische, sociale en omgevingskwetsbaarheid (Smetcoren e.a., 2018). Deze profielen (tabel 1) kunnen gebruikt worden om de te detecteren ouderen te selecteren uit het bevolkingsregister van de gemeente of het ledenbestand van een zorgverzekeraar.

 

tabel 1 duppen

 

Daarnaast kunnen kwetsbare ouderen worden doorverwezen via evidente sleutelfiguren zoals zorgprofessionals maar ook via minder evidente sleutelfiguren zoals een postbode, apotheker, bakker of andere professionals die vanuit hun beroep in contact komen met kwetsbare ouderen.

“Ik denk dat het waardevolle ervan is dat je een breed publiek bereikt en dat je zeker kwetsbare mensen kan bereiken om van daaruit een soort van hulpverleningsproces uit te rollen.” (Professional)

Stap 2: Preventief huisbezoek 1

Een huisbezoekvrijwilliger legt een preventief huisbezoek af. Tijdens dit preventief huisbezoek wordt bij de oudere gepeild naar een multidimensionele kwetsbaarheidsbalans aan de hand van een snel en gebruiksvriendelijk instrument. Als de kwetsbaarheidsbalans negatief is, zal er een tweede huisbezoek plaatsvinden, als het positief is niet. Dit instrument is online beschikbaar en de bijhorende ICT-tool kan gratis gebruikt worden nadat de gemeente of organisatie van D-SCOPE een inlogcode kreeg. Deze ICT-tool genereert automatisch een rapport met de score voor welbevinden en elk kwetsbaarheidsdomein waarna een aanbeveling voor volgende actie(s) wordt voorgesteld.

“Ik vond dat project wel interessant, in die zin dat je zicht krijgt hoe dat de mensen leven in uw stad. Er zijn mensen die blij zijn dat ze u zien. Blij voor het gesprek. Ze zeggen dan zelf: Kom nog maar eens terug voor een babbeltje te doen.” (Vrijwilligster, 64 jaar)

Stap 3: Huisbezoek 2

Wanneer uit het preventieve huisbezoek blijkt dat er een hoge kans is op een negatieve kwetsbaarheidsbalans, gaat een beroepskracht langs. Deze bespreekt samen met de oudere zijn interesses, “goestingen”, noden en wensen.

“Ik had al veel beslissingen zelf genomen van wat met mijn verdere leven te doen. Dus ik ben eigenlijk zelf vooruitziend. Maar van de informatie die ik heb gekregen (tijdens het huisbezoek), waren er toch punten bij waar ik nog niet aan gedacht had.” (Vrouw, 73 jaar)

Stap 4: Warme doorverwijzing

Eens beslist is welke vorm van interventie gepast en gewenst is voor de oudere, wordt de oudere persoonlijk begeleid in de connectie met de interventie. Concreet houdt deze warme doorverwijzing in dat ouderen niet zelf de stap moeten zetten naar het zoeken van ondersteuning, en dat deze ondersteuning opgevolgd wordt zodat hulpweigering geminimaliseerd wordt.

“Voor een dame die ouder was dan 85 jaar, die had eigenlijk wat financiële problemen, en moest een aardgasketel aankopen, maar had daar op dat moment helemaal de financiën niet voor en het was midden in de winter. En dan hebben we via premies, ben ik dan, samen met haar, op weg gegaan om die aan te vragen.” (Professional)

Stap 5: Interventie

De oudere krijgt hulp en ondersteuning op maat, rekening houdende met zijn eigen regie en wensen. In de testfase gingen de meeste interventies over financiële hulp (bijvoorbeeld aanvragen zorgverzekering of bekijken recht op sociaal telefoon- of energietarief), gevolgd door huishoudelijke hulp (bijvoorbeeld opstart maaltijdbedeling) en psychosociale hulp (bijvoorbeeld het zoeken naar vrijwilligerswerk of toeleiding naar activiteiten van het lokale dienstencentrum).

“We deden ook kleine interventies die heel wat konden betekenen. Die ene man had nog heel wat video’s van reizen die hij vroeger gemaakt had, maar hij vond zelf geen videospeler meer want het zijn overal dvd-spelers. En we zijn daar echt naar op zoek gegaan, we hebben die gevonden en eigenlijk heeft dat voor die man heel veel betekend. We voelden dat we daardoor veel meer vertrouwen kregen van die man.” (Professional)

Stap 6: Follow-up

De dispatcher volgt regelmatig op via de telefoon of de oudere nog voldoende hulp krijgt, of alles naar wens is.

“We hebben toch wel gemerkt dat er op zes maanden, dat er nog heel wat gebeurt en dat mensen dan veel sneller de stap zetten (bij follow-up telefoon). Omdat ze uw vertrouwen hebben. Na twee maanden, bij een tweede telefoontje zeggen ze dan: maar ik heb toch nog wel iets te vragen hoor.” (Professional)

De dispatcher is de spilfiguur van het project. Hij/zij organiseert de gerichte casefinding, rekruteert en selecteert de huisbezoekvrijwilligers, begeleidt de huisbezoekvrijwilligers, organiseert huisbezoek 2, bepaalt het type interventie en doet de follow-up tijdens het hele verloop.  Een projectcoördinator behoudt het overkoepelend overzicht van het project in functie van duurzaamheid op lange termijn. Hij/zij ondersteunt de dispatcher, werkt zowel op beleidsniveau als op beheerniveau en is een netwerker.

 

Foto cover Geron 2019-1: Claudia Kamergorodski in: ‘100 % leven. Levenslessen van honderdplussers’ (2018) van Yvonne Witter. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Literatuurlijst

  1. Duppen, D., Lambotte, D., Smetcoren, A.S., Dierckx, E., Fret, B., Switsers, L.& De Donder, L., D-SCOPE. (2018). Ageing well in place: kwaliteitsvol thuis wonen met 24-uurszorggarantie. Verpleegkunde, 33(2), 6–13.
  2. Smetcoren, A.S., Dury, S., De Donder, L., Dierckx, E., De Witte, N., Engelborghs, S., De Deyn, P.P., van der Vorst, A., Van der Elst, M., Lambotte, D., Hoeyberghs, L., Fret, B., Duppen, D., De Roeck, E., Kardol, M., Schoenmakers, B., De Lepeleire, J., Zijlstra, G.A.R., Kempen, G.I.J.M., Schols, J.M.G.A. & Verté, D. (2018). Detectie en preventie van kwetsbaarheid: Op zoek naar risicoprofielen voor fysieke, psychische, sociale en omgevingskwetsbaarheid. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, 49(1), 1–11.
  3. Smetcoren, A.S., Dury, S., De Donder, L., & Dierckx, E. (2017). D-SCOPE: naar een positieve kijk op preventie bij kwetsbare ouderen. Geron, 19(1), 35–38.