Wat is de Decade of Healthy Ageing en waarom nu?
Oprecht werken aan een duurzame toekomst voor onze wereld moeten we met alle wereldbewoners samen doen, arm en rijk, man en vrouw, jong en oud. Op het einde van het huidige decennium, in 2030, zal naar verwachting meer dan één derde deel van de wereldbevolking 60 jaar of ouder zijn. Dat aandeel zal in de decennia die volgen verder toenemen (WHO, 2020). Deze toename is zowel in westerse als niet-westerse landen een gegeven. In niet-westerse landen gaat de toename het snelst. Teneinde een duurzame wereld te realiseren, zijn al deze oudere mensen hard nodig. Een duurzame wereld kan niet zonder hen worden gerealiseerd. Gezond ouder worden is een belangrijke voorwaarde voor mensen om een bijdrage te kunnen leveren aan een duurzame wereld.
De WHO omschrijft de Decade of Healthy Ageing als zijnde een kans om regeringen, het maatschappelijk middenveld, internationale agentschappen, professionals, de academische wereld, de media en de particuliere sector gedurende een tien jaar durende periode samen te laten werken aan gecoördineerde acties om de levens van ouderen, hun gezinnen en de gemeenschappen waarin ze leven te verbeteren (WHO, 2020). Hiertoe formuleert de WHO een aantal fundamentele uitgangspunten die zich laten samenvatten in termen als inclusiviteit, gelijkheid en een integrale aanpak. Hiermee beoogt de WHO recht te doen aan de complexiteit van wereldwijde vraagstukken op het gebied van gezond ouder worden en stellen zij dat ‘acties ten behoeve van één groep niet kwalijk mogen zijn voor andere groepen’.
Sustainable Development Goals
De WHO is de ‘gezondheidstak’ van de Verenigde Naties (VN) of United Nations. Diezelfde VN formuleerde in 2015 een ontwikkelagenda voor mondiale duurzaamheid, bestaande uit zeventien doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, ook wel bekend als de ‘sustainable development goals’ (United Nations, 2015). De zeventien doelstellingen zijn opgenomen in figuur 1. Deze doelen gaan de hele wereldbevolking aan en daarmee vanzelfsprekend ook het oudere deel daarvan. Het gaat te ver om in dit artikel voor alle zeventien doelstellingen uitwerkingen op te nemen over hoe deze betrekking hebben op oudere mensen. Dat is bovendien niet voor alle zeventien doelstellingen even helder. Ik kies er daarom voor hier een aantal voorbeelden te benoemen. Zo is het met betrekking tot het eerste doel ‘geen armoede’ van belang om aandacht te hebben voor pensioneringsvoorzieningen en voor toegang tot gezondheidsdiensten. Kwaliteitsonderwijs (het vierde doel) zou beschikbaar moeten zijn voor mensen van alle leeftijden en ‘een leven lang leren’ zou gestimuleerd en gefaciliteerd moeten worden. Mogelijke barrières zoals (digitale) laaggeletterdheid dienen hiertoe weggenomen te worden. Er dient speciaal aandacht te zijn voor oudere vrouwen (gendergelijkheid; doel 5) omdat veel van hen voor hun inkomen, in het bijzonder na de pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk zijn van mannen. Met betrekking tot duurzame energie (doel 7) is het van belang dat ook oudere mensen meegaan in de energietransitie. In Nederland moeten we bijvoorbeeld van het gas af. Veel woningen dienen daarom te worden aangepast. Oudere bewoners van die woningen moeten daarvoor open staan. Dat betekent dat het essentieel is hen te overtuigen dat zij moeten overstappen op duurzame energiebronnen, willen we de energiedoelen halen.
Figuur 1 De duurzame ontwikkelingsdoelstellingen of sustainable development goals.
Bron: https://www.sdgnederland.nl/wp-content/uploads/2020/08/Vlag-NL.jpg
Vier speerpunten
Teneinde in 2030 de Sustainable Development Goals te realiseren, is het essentieel in te zetten op het betrekken van oudere mensen en rekening te houden met het proces van ouder worden. De WHO (2020) formuleert in haar rapport vier speerpunten voor de Decade of Healthy Ageing die hierbij de aandacht verdienen.
Het eerste speerpunt betreft het bestrijden van ageism oftewel leeftijdsdiscriminatie. Ondanks dat er sprake is van een grote diversiteit aan oudere mensen in onze samenleving en ondanks dat oudere mensen veel bijdragen hieraan, bestaan er veel stereotypebeelden en vooroordelen over oudere mensen en vindt op basis hiervan leeftijdsdiscriminatie plaats. Dat gebeurt zowel expliciet, bijvoorbeeld in directe bejegening, als impliciet in de vorm van systemische discriminatie, bijvoorbeeld wanneer wet- en regelgeving dusdanig is ingericht dat mensen met een bepaalde leeftijd worden achtergesteld. De WHO roept op een meer positief, realistisch begrip te creëren over ouder worden en oudere mensen, en om kritisch te kijken naar wetgeving waarbij leeftijd een rol speelt, zoals rondom de pensionering, hypotheken en studiefinanciering.
Het tweede speerpunt is dat gemeenschappen de vaardigheden van oudere personen gaan koesteren en inzetten. We kijken veel te vaak naar wat oudere mensen niet (meer) kunnen in plaats naar wat zij wel kunnen. Oudere mensen voegen veel toe aan onze samenlevingen, bijvoorbeeld door hun bijdrage in formeel werk, vrijwilligerswerk en informele zorg. Door samenlevingen meer leeftijdsvriendelijk in te richten, zowel op sociaal, economisch als ruimtelijk vlak, kan de toegevoegde waarde nog groter zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het organiseren van sociale activiteiten op locaties en tijdstippen die passen bij de wensen van oudere mensen, het verbeteren van het ondernemersklimaat voor oudere ondernemers en het wegnemen van fysieke hindernissen in de publieke ruimte. Dit zijn voorbeelden die participatie en daarmee mogelijk de toegevoegde maatschappelijke en economische waarde van oudere mensen, vergroten.
Het derde en vierde speerpunt zijn beide gericht op zorgsystemen. Het is essentieel dat oudere mensen volledige toegang hebben tot betaalbare preventieve, curatieve en palliatieve zorg van goede kwaliteit. Het derde speerpunt stelt dat eerstelijnszorgsystemen dusdanig moeten worden georganiseerd dat deze aansluiten bij de behoeften van oudere mensen en op het proces van het ouder worden. Eerstelijnszorg is vaak het eerste formele contactpunt voor mensen met zorg. Veel (eerstelijns) zorgsystemen zijn ingericht op acute gezondheidsproblemen. Veel gezondheidsklachten van oudere mensen zijn echter chronisch van aard en kennen niet één specifieke aanleiding maar zijn het gevolg van verschillende factoren behorende bij het proces van ouder worden. Onze systemen zijn hier minder op ingericht en daarmee krijgen oudere mensen niet altijd de zorg die zij behoeven. Het vierde speerpunt stelt dat langdurige zorg toegankelijk moet zijn voor oudere mensen die deze nodig hebben.
Wat is het vervolg?
De VN en WHO zijn grote, mondiale organisaties. Ondanks de – in mijn beleving – mooie plannen om stappen te maken met betrekking tot gezond ouder worden, is het legitiem de vraag te stellen hoe zij daadwerkelijke verandering teweeg denken te brengen. Dat gebeurt op verschillende manieren. Allereerst heeft de WHO een platform ingericht waarbinnen de stem van oudere mensen, hun naasten en hun vertegenwoordigers beter hoorbaar moet worden. Het platform ondersteunt bovendien leidende personen en organen in het ondernemen van actie gericht op healthy ageing door wereldwijd de kennisuitwisseling tussen verschillende stakeholders te faciliteren met als doel onderzoek en innovatie te versnellen (zie: https://www.who.int/publications/i/item/9789240023307
De rapporten van de WHO zijn bovendien richtinggevend voor overheden. Landen die zich hebben verbonden aan de WHO (194 anno 2021) committeren zich in principe aan het handelen naar de inhoud van de rapporten. Als direct gevolg van de actiepunten van de ‘decade of heatlhy ageing’ heeft de Europese Commissie bijvoorbeeld een ‘green paper’ geschreven om meer aandacht te vragen voor de positie van oudere mensen in de Europese lidstaten (European Commission, 2021). Deze ‘green paper’ zal leiden tot Europese wetgeving waar de lidstaten zich aan zullen moeten houden.
Een gerelateerde gebeurtenis betreft de inspanningen van de ‘UN Open-Ended Working Group on Ageing’, die erop gericht zijn om te waarborgen dat de universele rechten van de mens ook gewaarborgd zijn voor oudere mensen. Ter illustratie, voor kinderen geldt een apart mensenrechtenverdrag omdat deze groep in verschillende aspecten meer kwetsbaar is. Ook oudere mensen zijn in de regel op aspecten meer kwetsbaar. De werkgroep acht een apart verdrag voor de rechten van oudere mensen vooralsnog niet nodig, hoewel zij het in de toekomst als een mogelijk pad ziet. Op landelijk niveau wordt in Vlaanderen wél gelobbyd voor een ouderenrechtencommissaris om de mensenrechten van oudere mensen te borgen (zie: Initiatief ORC – coalitie voor ouderenrechten).
Lezers van Geron, we hebben de demografie aan onze zijde. Ageing is een wereldwijd issue waar mondiale organisaties zich om bekommeren en dat onlosmakelijk verbonden is aan de grote uitdagingen van onze tijd. Vroeg of laat sijpelt dat besef door in de haarvaten van onze samenleving. Een duurzame wereld – het realiseren van de sustainable development goals – is ondenkbaar zonder betrokkenheid van oudere mensen. En die oudere mens, dat zijn wij zelf, nu of in de toekomst. Laten we de Decade of Healthy Ageing gebruiken om gezond ouder worden voor onszelf en anderen mogelijk te maken.