315 Weergaven
4 Downloads
Lees verder
Mirjam de Rijk (2024). Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Pluim. (196 pagina's, € 21,99, ISBN 9789493339392, E-book: 9789493339408, € 12,99)

Winstuitkeringen in de publieke sector verbieden?

Geld van externe investeerders (privaat risicokapitaal; private equity) kan een extra financieringsbron zijn voor investeringen en innovaties in bedrijven en in de publieke sector. Volgens Van Dale is kapen iets “behendig wegnemen”. Dit is precies wat Mirjam de Rijk – gedreven door nieuwsgierigheid – overtuigend en gedetailleerd illustreert in haar boek aan de hand van de Nederlandse praktijk. Een deel van de resultaten van haar speurwerk verscheen eerder in weekblad De Groene Amsterdammer.

Het toegankelijk en helder geschreven boek bestaat uit elf hoofdstukken, verdeeld over drie logische delen. In Deel I: Wat is er aan de hand? wordt in vijf hoofdstukken voor respectievelijk de zorg, het onderwijs, de volkshuisvesting en de kinderopvang – en als laatste voor de particuliere bedrijven, nagegaan welke rol private equity (PE) en andere kapitaalkrachtige partijen spelen in de financiering en het gevoerde beleid.

Het onderwijs, de zorg, woningcorporaties en kinderopvang in Nederland worden met publiek geld gefinancierd. De uitvoering wordt van oudsher door private, niet commerciële, organisaties gedaan. De afgelopen jaren is dat fundamenteel veranderd, laat het boek zien. Grote commerciële internationale bedrijven en PE zijn via zo een geleidelijk en weinig opgemerkt proces business as usual geworden, dat het als vanouds lijkt, maar niet bij het oude en vertrouwde is gebleven. PE-bedrijven gebruiken kapitaal van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen ABP en PGGM, en vermogende particulieren in combinatie met grote schulden om andere niet-beursgenoteerde bedrijven over te nemen. Meestal proberen ze hun aandelen binnen drie tot vijf jaar te verkopen om zo aanzienlijke rendementen te behalen.

Het verdienmodel van PE in de Nederlandse woningmarkt, de zorg en de kinderopvang is niet veel anders dan bij marktbedrijven. Dit verdienmodel vereist dat een volgende koper (nog) meer zal betalen. Er is sprake van een risicovol piramidespel dat slecht uitpakt voor ondernemers, consumenten, werknemers en de samenleving als geheel. De krenten uit de pap halen (cherry picking) als verdienmodel gaat ten koste van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de geleverde publieke diensten. In de curatieve zorg zijn er naast de PE-partijen, zoals de huisartsenketen Centric Health, ook concentraties waar wel sprake is van een commerciële partij, maar geen PE. Bijvoorbeeld de huisartsenketen Co-Med, in 2019 opgericht als oplossing voor het huisartsentekort, is in 2024 failliet verklaard. Winstbejag, fraude en piramidespel met premiegeld speelden hierbij een rol (Nieber & Wester, 2024). In het onderwijs zijn het vrijwel uitsluitend commerciële bureaus, die steeds vaker eigendom zijn van PE-bedrijven, die huiswerkbegeleiding, bijles en examentraining aanbieden. Uitgeverijen van lesmateriaal voor het primair en secondair onderwijs, het registratiesysteem Magister en wetenschappelijke tijdschriften zijn in handen van PE- en beursgenoteerde bedrijven.

In Deel II: Hoe is het zo gekomen? wordt in drie hoofdstukken de groeiende vermogensberg verklaard, onderzocht wat de aantrekkingskracht van de publieke sector voor commerciële partijen is en inzichtelijk gemaakt wie de bezitters van de vermogensberg zijn. Van ‘volkskapitalisme’ is geen sprake. Kapitaalbezit is niet gedemocratiseerd, maar in handen van een kleine groep vermogende Nederlanders, die zich verschuilt achter de beslissingen van vermogensbeheerders en PE.

In tegenstelling tot wat in economieleerboeken staat wordt de netto winst die gemaakt wordt door bedrijven niet meer gebruikt voor investeringen in reële, werkelijke verbeteringen van die bedrijven. Aandeelhouders zijn daarin niet meer geïnteresseerd. Bedrijven zijn verworden tot handelswaar en geldmachines. De winst die gemaakt wordt met bedrijven is een belangrijke oorzaak van de groeiende vermogensberg. Ook geld lenen door vermogenden, het Nederlandse pensioensysteem én de Europese Centrale Bank, die de afgelopen tien jaar miljarden euro in de economie heeft gepompt, leveren een aanzienlijke bijdrage aan de vermogensberg. Geld maken met geld wordt door de Nederlandse overheid gefaciliteerd. Kapitaal wordt niet alleen lager belast dan arbeid; kapitaal is ook vrijer dan arbeid.

Door het beperkte risico zijn investeringen in de publieke sector aantrekkelijk. Bovendien, in het onderwijs en de zorg is de regelgeving rond winst zwaar onvoldoende. In de kinderopvang is niets geregeld over winst; ook de Wet normering topinkomens (Wnt) geldt hier niet. De groei van privaat kapitaal in de publieke sector hangt samen met publieke verwaarlozing, met commerciële partijen die in het gat springen en vervolgens onmisbaar worden en met het bewust toelaten van commerciële aanbieders. Het gebeurt omdat het niet verboden is. En als het wel verboden is wordt het niet gehandhaafd, is de conclusie.

In Deel III: Wat is er aan te doen? wordt in drie hoofdstukken een aantal oplossingen besproken voor de groei van PE in de publieke sector. Er is geen wondermiddel. Voorzieningen uit de publieke sector beschermen tegen rendementsjagers, of dit terugdraaien, kan door te streven naar een echte publieke sector waarin publieke waarden, zoals eerlijkheid en transparantie, centraal staan, en door regelgeving om winst in te dammen: als iets te belangrijk is om failliet te laten gaan, moet je het in publieke handen houden. Het is lastig commerciële partijen te verbieden als zij er eenmaal zijn. Het “verdienmodel lekprikken” door harde randvoorwaarden te stellen, zoals transparantie over de begroting en de ondernemingsstructuur en voldoen aan de Wnt, zijn in dat geval effectief. Naast regelgeving is ook toezicht en handhaving cruciaal. De overheid dient de publieke sector anders aan te sturen dan een bedrijf.

Bedrijven uit de greep van het grote geld halen en houden kan door regelgeving (normering, toezicht en handhaving), verhoging van de winstbelasting, het bestrijden van belastingontduiking en last but not least: door zeggenschap van aandeelhouders te vervangen door zeggenschap van rentmeesters (steward-ownership).

In het laatste hoofdstuk wordt een aantal voorstellen gedaan om de kapitaalberg te verkleinen. Cruciaal daarbij zijn winst- en vermogensbelasting, naast het afremmen of verbieden van geldcreatie door commerciële banken, regulering van toe te laten financiële producten, belasting op financiële transacties en het anders beheren en beleggen van de pensioengelden.

Een uitstekend staaltje onderzoeksjournalistiek! Een aanrader voor politici, bestuurders en directeuren, zorgprofessionals, onderwijspersoneel en personeel in de kinderopvang en voor bibliotheken van opleidingen. Het boek verdient een breed publiek.

Literatuurlijst

  1. Nieber, L. & Wester, J. (2024, 19 & 20 oktober). “Het piramidespel van Co-Med met huisartsenpraktijken.” In: NRC Handelsblad.