Lees verder
Ad Pijnenborg & Freya Pijnenborg (2018). Burgers doen het zelf! De zorgcoöperatie Hoogeloon. Amsterdam: Uitgeverij SWP. (157 bladzijden, € 21,00, ISBN 978 90 8850 801 1)

Boekbespreking burgers-doen-het-zelf cover

De burgers van Hoogeloon zijn er in geslaagd ouderen in het dorp te laten blijven wonen en er bovendien ook aanvullende zorg en andere diensten op te zetten kort bij de mens, in de eigen habitat. Dit boek beschrijft het proces naar een zelfredzame ouderenzorggemeenschap om daarmee anderen te inspireren en te laten leren van de ervaringen van de burgers bij deze realisatie in Hoogeloon.

Het burgerinitiatief Zorgcoöperatie Hogeloon komt tot stand uit onvrede van de burgers over de ouderenzorg en de uitdrukkelijke wens om op oudere leeftijd in het eigen dorp te blijven wonen, ook als het ouder worden eventueel gepaard gaat met uitvalsverschijnselen en behoefte aan hulp en zorg. De bal ging aan het rollen naar aanleiding van de vraag van de wethouder wat er met de verouderde seniorenwoningen moest gebeuren. De dorpsraad legde de vraag voor aan de inwoners. Daarop volgde algauw een eerste werkgroep rond huisvestingswensen en wordt de hulp ingeroepen van een kenniscentrum PON, het instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant, voor een onderzoek ter plekke. De inwoners beseffen daaruit dat verandering bij henzelf begint en dat ze er zelf de schouders moeten onder zetten.

Bottom up komt een veranderingsproces op gang in Hoogeloon. De missie van de zorgcoöperatie is dat mensen langer in het dorp kunnen blijven wonen en liefst tot de dood. De visie bepaalt dat de zorgcoöperatie ‘aanvullend’ zorg en diensten levert, niet meer dan nodig en zelf doen wat kan. Deze duidelijke missie en visie werden constant voor ogen gehouden. Er ontrolt zich een constructief en participatief proces dat de kritische noten op verpleeghuizen en op overheidsregels omzet in een normale leefwijze zoals de ouderen in de gemeente altijd geleefd hebben. De burgers zijn niet langer afhankelijk van en onverschillig voor zorg in tegenstelling tot een onpersoonlijke, afstandelijke overgereguleerde zorg met wachttijden. Na verloop van jaren evolueren de burgers met de zorgcoöperatie tot een integraal zorgpakket voor de ouderen, gegroeid door overleg, raadpleging en informatie naar gedragenheid.

Burgers denken anders over wonen en zorg dan de overheid en de zorginstanties. Wonen is voor hen het uitgangspunt, aangevuld door welzijn en in laatste instantie door zorg. De coöperatie van burgers waartoe besloten werd in 2004, is geënt op wat de burgers wensen, hoe zij de ouderenzorg zien. Burgers hebben daardoor eigenaarschap, zelfregie en eigen verantwoordelijkheid opgenomen.

In dit boek wordt het hele proces dat de Zorgcoöperatie doorlopen heeft in al zijn aspecten uitgelegd. Alle relevante beleids- en zorgorganisaties werden betrokken en er werd gezocht naar mogelijke samenwerking. Dat lukte echter niet met alle stakeholders. Indien opgezette samenwerking later misloopt, wordt een nieuwe formule uitgewerkt in plaats van op te geven. Een van de conclusies is dat het kan helpen om de logica van de burgers als uitgangspunt te nemen om problemen scherp te stellen en tot een vergelijk te komen.

Doorheen het hele proces worden de inwoners, de leden van de Zorgcoöperatie, het gemeentebestuur, de zorgdiensten en geïnteresseerden regelmatig geïnformeerd en gehoord. Bij problemen wordt steeds het bestuur samengeroepen en eventueel ook de ledenvergadering.

Dit burgerinitiatief is gegroeid vanuit de wensen van de burgers en onderbouwd vanuit onderzoek en ondersteund door kenniscentra om via een participatief proces voorstellen en beslissingen te nemen. De gemeente speelt een belangrijke ondersteunende rol via de verantwoordelijke wethouder welzijn die participatie genegen is. Ook materieel wordt er enigszins bijgesprongen.

Bij dit succesvol burgerinitiatief zijn er toch nog vragen.

Hoe zal de toekomst van de zorgcoöperatie verzekerd worden? Slechts 11% van de inwoners is lid. Hoe zullen de trekkers en bestuurders opgevolgd en aangevuld worden? Wat als vrijwilligers en familie het laten afweten? Is dit vele werk en verantwoordelijkheid gratuit vol te houden?

Het geheel van de zorgcoöperatie, gegroeid vanuit sociale motieven, is door de financiering en het werken met onderaanneming een sociale onderneming geworden. Om de zorgcoöperatie slagkracht te geven en een financiële zekerheid te hebben, wordt eraan gedacht om een verbreding te maken naar andere domeinen. Wordt de coöperatie dan niet gelijkaardig aan de fusies van vele zorginstellingen? Blijft de zorgcoöperatie dan gespaard van bureaucratie en vergaderitis? Het allerbelangrijkste is dat de duidelijke missie en visie blijft voortbestaan, maar moet deze ook niet geëvalueerd, bevestigd of bijgesteld worden?

Wat de burgers in Hoogeloon hebben opgezet en wat ze sinds enkele jaren samen met een aantal professionele medewerkers zelf runnen, is mogelijk voor vele ouderen een wensdroom. Of dit in andere gemeenten gerealiseerd kan worden, is afhankelijk van gedreven initiatiefnemers, van positief en constructief ingestelde bestuurders, van vele burgers, vrijwilligers en mantelzorgers die er voor blijven gaan, van professionelen die willen meewerken aan zorg- en dienstverlening waarin het doelpubliek centraal staat.

In Vlaanderen is het niet anders, ouderen willen meestal in hun huis of appartement blijven wonen of in de vertrouwde omgeving. De mantelzorgers willen eveneens volwaardige partners in de zorg zijn. De overheid schrijft in haar beleid buurtzorg en vermaatschappelijking van de zorg voor, wat eveneens besparingsmaatregelen inhoudt. Of gelijkaardige burgerinitiatieven gaan lukken in Vlaanderen, meer nog of burgers intense ouderzorgtrajecten zoals in Hoogeloon zullen opzetten, is een open vraag want nu reeds voelen vele burgers zich onder druk gezet. Een burgerinitiatief vraagt overtuiging, inzet en volharding om het doel te bereiken. Als de overheid dit waardeert en faciliteert, kunnen de kansen gemaximaliseerd worden ten voordele van de bevolking.

De auteurs hebben met dit boek het proces naar een zelfredzame ouderenzorggemeenschap beschreven om daarmee anderen te inspireren en te laten leren van de ervaringen van de burgers bij deze realisatie in Hoogeloon. Om het werkbaar te maken voor wie een gelijkaardig traject wil opzetten, zal het handig zijn om bij het lezen van dit boek een werknota voor zichzelf op te starten.
Dit boek is tevens interessant voor zorg- en hulpverleners, maar ook voor beleidsmakers omdat naast de wensen van de oudere burgers ook de problemen geschetst worden met het huidige beleid en de organisatie van de zorg.

Met de beschrijving van het jarenlange proces in al zijn aspecten geven de auteurs zeker een totaaloverzicht van alle stappen, te betrekken mensen en organisaties, van problemen en de wijze van aanpak, de noodzaak van een duidelijke visie, het bevragen, overleggen en informeren, de noodzaak van gedragenheid.