1338 Weergaven
3 Downloads
Lees verder
Het aantal initiatieven van ondernemers in de particuliere woonzorg voor ouderen neemt de laatste jaren toe. Particuliere woonzorg wordt vaak gerealiseerd in bestaand vastgoed: een monumentale villa of schoolgebouw waar ouderen volledig verzorgd kunnen wonen. Welke ouderen wonen daar en waarom, wat kost het hen en wat levert het hen op?

Bemiddeld en zorgbehoevend

Een dame loopt met haar boodschappen op de rollator het voormalig schoolgebouw binnen, waar zij een smaakvol ingericht appartement bewoont. In de tuin van een zorgcentrum in een statig grachtenpand rookt een heer met hoed een sigaar, met zijn voeten op tafel. Een verzorgende rijdt een dame in haar rolstoel naar de serre van de villa met uitzicht op de stadsvijver. Dit zijn enkele indrukken van de decors waarin ouderen wonen bij particuliere woonzorgaanbieders. De tafereeltjes schetsen een beeld van de bewoners van particuliere woonzorg: tamelijk bemiddelde ouderen met veelal een zorgbehoefte. Experts en ondernemers bevestigen dit beeld: in particuliere woonzorghuizen wonen vooral ouderen uit de hogere inkomensgroepen die vaak een (lage) indicatie hebben voor zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz).

Om in een particulier woonzorghuis te kunnen wonen is een indicatie voor zorg niet altijd nodig. Ouderen kunnen er terecht omdat zij bijvoorbeeld behoefte hebben aan gezelschap, kleiner willen wonen met een dienstenpakket of zich wat meer beschermd willen voelen. Maar doorgaans melden ouderen zich pas als zij zorg nodig hebben; zij blijven het allerliefst zo lang mogelijk in hun eigen huis wonen. Een ondernemer die luxe appartementen realiseerde voor ‘betergesitueerde en hoogopgeleide ouderen’ kreeg vooral aanmeldingen van zeer kwetsbare mensen die vaak al een Wlz-indicatie hadden. Ook waren het niet de allerrijksten die zich meldden: ‘zij regelen particuliere verpleging in hun eigen huis’, was zijn ervaring.

De volwassen kinderen spelen vaak een belangrijke rol in de keuze voor een particulier woonzorghuis, vertelden verschillende mensen die wij spraken. De kinderen zijn bezorgd om moeder of vader maar vinden de stap naar een regulier verpleeghuis te groot. Zij hebben vaak een negatief beeld van het verpleeghuis: ‘waar ouderen vroeg naar bed moeten, het eten matig is en het personeel onvoldoende tijd heeft’, zo lichtte een geïnterviewde toe. Een kleinschalige woonvorm waar meer mogelijk lijkt te zijn, in het dorp of de streek waar hun vader of moeder een leven lang heeft doorgebracht, is een aantrekkelijk alternatief. Bovendien is hier meer te kiezen, is de wachtlijst minder lang en zijn er meer mogelijkheden voor echtparen om samen een appartement te betrekken. De hond mag soms ook nog mee.

Kostenplaatje voor ouderen

Bewoners van particuliere woonzorg betalen vaak een flinke prijs voor hun gehuurde appartement. Twee à drieduizend euro huur per maand is niet ongebruikelijk, en daar komen de kosten voor zorg nog bovenop. Uitschieters naar boven en naar onder zijn er ook. Een huur van rond de 700 euro per maand wordt gevraagd voor een eenvoudige kamer met eigen sanitair in een voormalig schoolgebouw in het centrum van een dorp in Gelderland. Voor het tienvoudige bedrag is een appartement bij een andere aanbieder beschikbaar, maar wel een met drie kamers gelegen aan een Amsterdamse gracht, gloednieuw sanitair, bladgouden ornamenten en personeel dat les krijgt in etiquette.

In de servicekosten die bovenop de kale huur worden gerekend, vallen vaak maaltijden en ook de beschikbaarheid van zorg. Het daadwerkelijk gebruik van de zorg wordt doorgaans bekostigd uit publieke middelen via een persoonsgebonden budget (pgb) of Volledig Pakket Thuis (VPT), waar ouderen een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor moeten betalen.

Ouderen zonder vermogen en met alleen een uitkering uit de Algemene Ouderdomswet (AOW) en eventueel een klein pensioen kunnen (vooralsnog) amper terecht bij particulier aanbod. Ondernemers kunnen dit moeilijk realiseren omdat geschikt vastgoed ontbreekt – al helemaal in de Randstad – of omdat flink geïnvesteerd moet worden om bestaand vastgoed geschikt te maken voor de ouderenzorg. Investeerders willen rendement zien, ondernemers moeten dat in de huur doorberekenen. Toch zeggen ondernemers dat ouderen zich niet altijd realiseren dat zij meer kunnen besteden dan zij denken. De kosten voor het levensonderhoud zijn grotendeels inbegrepen. Bovendien heeft een groep ouderen een hypotheekvrije woning die zij kunnen verkopen. Dit betekent wel dat een eventuele erfenis voor de kinderen aan woonzorg opgaat. Daar hebben veel ouderen, die de verzorgingsstaat hebben zien opbouwen, vaak geen rekening mee gehouden.

Waar voor het geld?

De particuliere ondernemers zeggen stuk voor stuk dat zij ouderen de beste zorg willen bieden, aangepast aan de behoeften. Door ‘wonen met zorg’ te bieden willen zij zich onderscheiden van ‘zorg met verblijf’. Bewoners zijn klanten die naar het woonzorghuis zijn verhuisd, terwijl zij bij reguliere zorgaanbieders ‘patiënten’ zouden zijn die er zijn ‘opgenomen’. Medewerkers van twee particuliere zorgorganisaties vertelden ons dat zij iets ruimer in het personeel zitten dan reguliere zorgaanbieders, en hun bewoners daardoor meer kunnen bieden. Of de kwaliteit van zorg in werkelijkheid beter is dan bij reguliere aanbieders is moeilijk te zeggen. Particuliere zorgaanbieders moeten net als ‘reguliere’ aanbieders voldoen aan kwaliteitseisen voor de zorg die zijn vastgelegd in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en in het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg, en vallen onder toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Particuliere woonzorgaanbieders die de zorg via een VPT leveren staan daarnaast ook onder toezicht van het zorgkantoor. Bewoners die hun zorg uit een pgb betalen moeten er zelf op toezien dat zij de zorg krijgen waar zij voor betalen. Er is een risico dat een bewoner, of diens familie, dat onvoldoende doet, bijvoorbeeld omdat zij het niet (meer) kunnen of omdat zij geen andere woonplek willen of kunnen vinden. Bewoners bevinden zich in een afhankelijke positie van de ondernemer. Dat kan een risico zijn als een ondernemer vooral het doel heeft om winst te maken.

De grenzen van particuliere woonzorg

Er zitten grenzen aan wat particuliere woonzorgondernemers hun bewoners kunnen bieden. Op het moment dat een oudere besluit naar een woonzorghuis te verhuizen, is niet te voorspellen hoe diens gezondheid zich zal ontwikkelen. Ouderen kunnen zeer complexe gezondheidsproblemen ontwikkelen waar gespecialiseerde zorg voor nodig is, maar die vaak niet beschikbaar is in kleinschalige particuliere woonzorghuizen. De ouderen daar zijn aangewezen op de huisarts, omdat zij worden beschouwd als ‘zelfstandig wonend’. Omdat in de meeste kleinschalige woonzorghuizen niet standaard specialistische zorg aanwezig is, kunnen ontwikkelingen bij een oudere gemist worden die in een regulier verpleeghuis eerder zouden opgemerkt worden. Daar worden bewoners namelijk door een specialist ouderengeneeskunde (SO) gevolgd.

Met ingang van 1 januari 2020 kan de huisarts ook gebruik maken van een SO in de eerste lijn. Maar buiten de consulten van een specialist, heeft een oudere met complexe gezondheidsproblemen ook dagelijkse zorg nodig van verzorgenden en verplegenden met de juiste expertise en wellicht daarnaast van paramedici zoals een ergotherapeut, diëtist, of fysiotherapeut. Bij kleinschalige particuliere woonzorgcentra zijn deze professionals niet intern voorhanden en moeten zij worden ‘ingevlogen’. Dat kan problemen opleveren bij de samenwerking en bijvoorbeeld het delen van informatie. Bij de grotere reguliere verpleeghuizen zijn de verschillende disciplines en de specialistische kennis standaard aanwezig en zijn de lijnen korter. Bovendien zijn die locaties speciaal gebouwd voor het verlenen van zorg, geschikt voor verpleegkundige apparatuur zoals tilliften en is domotica aanwezig. Dat is bij omgebouwde villa’s in de particuliere sector niet altijd het geval. Hoogcomplexe zorg blijft daarom voorbehouden aan het reguliere verpleeghuis. Zorgkantoren sluiten voor dit type zorg meestal contracten met reguliere verpleeghuizen waar het complete pakket van wonen, zorg en behandeling wordt geboden. Voor ouderen betekent dit dat zij soms alsnog moeten verhuizen naar een verpleeghuis als zij een hoogcomplexe zorgbehoefte ontwikkelen.

De garantie om voor het leven in een particulier woonzorghuis te kunnen blijven is er ook niet voor echtparen als na overlijden van een van hen een partner zonder zorgindicatie overblijft. Het wegvallen van een budget voor zorg heeft direct gevolgen voor het financieren van voldoende zorg(personeel) in een kleine organisatie. Daarom nemen particuliere woonzorgaanbieders vaak een koppelbeding op in het huurcontract: de bewoner mag er alleen wonen als deze er ook zorg afneemt.

Kansen en uitdagingen

Door het scheiden van wonen en zorg valt er voor (een deel van) de ouderen meer te kiezen. Zij kunnen zich daarmee als het ware meer individueel wooncomfort veroorloven. Particulier aanbod zou daarnaast kunnen inspelen op specifieke behoeften in regio’s, bijvoorbeeld de krimpregio’s zodat ouderen in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Ook kunnen goede voorbeelden uit de particuliere sector een positief effect hebben op de gehele langdurige zorg. Op dit moment liggen de voordelen echter niet voor alle ouderen binnen handbereik. Wie onvoldoende inkomen of vermogen heeft om in de particuliere woonzorg terecht te kunnen, heeft meestal weinig te kiezen. Het is een maatschappelijke opgave om het comfort van deze groep ouderen op een aanvaardbaar niveau te houden en keuzemogelijkheden te bieden, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van meer betaalbare woonzorgvoorzieningen. Tegelijkertijd moeten ouderen die wel de financiële mogelijkheden hebben, kunnen rekenen op een goede kwaliteit van zorg, ook als hun zorgbehoefte complex wordt. Dit alles vraagt om een afgewogen beleid met aandacht voor alle ouderen.

Literatuurlijst

  1. Plaisier, I. & den Draak, M. (2019). Webpublicatie: Wonen met zorg. Een verkenning van de particuliere woonzorg voor ouderen. Den Haag: SCP. Het gehele rapport is te downloaden via: https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Wonen_met_zorg