1973 Weergaven
28 Downloads
Lees verder
Het ‘oplossen van eenzaamheid’ is een veel gehoorde doelstelling van beleidsmakers en hulpverleners. Dat het zo simpel niet is, blijkt uit gesprekken met eenzame oudere mensen over eenzaamheid. Deze mensen hebben zelf al goed nagedacht en van alles geprobeerd en komen er alsnog niet (geheel) uit. We doen er wellicht beter aan oprecht en onbevooroordeeld te luisteren naar iemands verhaal dan te simpele oplossingen aan te dragen.

Eenzaamheid staat de laatste jaren nadrukkelijk in de aandacht. Zo lanceerde het ministerie van VWS in 2018 het actieprogramma ‘Eén tegen eenzaamheid’. Er is veel bekend over eenzaamheid. Eerdere onderzoeken bediscussiëren bijvoorbeeld definities en vormen van eenzaamheid en ook over oorzaken en gevolgen van eenzaamheid is veel geschreven. Minder aandacht is er voor de beleving van eenzaamheid en voor hoe eenzame mensen met eenzaamheid omgaan. Eerder onderzoek naar de beleving van eenzaamheid toont dat oudere mensen eenzaamheid omschrijven als ‘pijnlijk’, ‘een gebrek aan verbondenheid met de hedendaagse samenleving’ en ‘een staat van niet-zijn’ (Dahlberg, 2007; Hauge & Kirkevold, 2010). Ook mensen voor wie eenzaamheid geen probleem vormt hebben een beleving van eenzaamheid. Hauge en Kirkevold (2010) constateren dat niet-eenzame mensen eenzaamheid zien als iets wat de persoon zelf veroorzaakt door diens negatieve gedrag. Deze beeldvorming, juist of onjuist, maakt dat eenzame mensen zich kunnen gaan schamen voor de eigen eenzaamheid en dat er een taboe op dit onderwerp blijft rusten.

Coping theorie: hoe mensen omgaan met eenzaamheid

Mensen hebben verschillende manieren van omgaan met eenzaamheid. Coping theorie (Lazarus & Folkman, 1984) legt uit hoe het proces van omgaan met een stressvolle situatie, zoals eenzaamheid werkt. Allereerst maken mensen een inschatting over wat ervaren eenzaamheid voor hen betekent en of eventuele stress die hieruit voortkomt samenhangt met het doel dat de eenzaamheid veroorzaakt (primary appraisal). Iemand die zich bewust afzondert, bijvoorbeeld met als doel een boek te schrijven of een verlies te verwerken, kan zich eenzaam voelen. Deze eenzaamheid voelt niet fijn, maar is ook niet per se stressvol, omdat de persoon weet waar deze vandaan komt. Als de situatie niet als stressvol wordt ervaren, is er geen reden tot het vertonen van coping-gedrag.

Wanneer de ervaring van eenzaamheid wel stressvol voelt, wordt een tweede inschatting gemaakt over de oplosbaarheid van de situatie (secundary appraisal). Deze inschatting bestaat uit twee delen. Allereerst moeten mensen verantwoordelijkheid voelen voor de eigen situatie. Mensen die de oorzaken van eenzaamheid en de mogelijkheden tot succesvol omgaan met eenzaamheid buiten zichzelf leggen, zijn niet gauw geneigd tot ‘coping-gedrag’. Vervolgens moeten mensen geloven invloed te kunnen uitoefenen op hun eenzaamheid door middel van verschillende coping-gedragingen. Hierbij worden alle gedragingen als coping gezien, ongeacht of ze positief of negatief uitpakken. Coping-gedragingen worden doorgaans gecategoriseerd in twee categorieën: ‘probleemgerichte coping’ en ‘emotiegerichte coping’ (Lazarus & Folkman, 1984). Probleemgerichte coping refereert aan actieve gedragingen met als doel het probleem actief te bestrijden, zoals deelname aan interventies, eropuit gaan om mensen te ontmoeten of een oude bekende opbellen om bij te praten. Emotiegerichte coping refereert aan cognitieve gedragingen die als doel hebben de impact van het probleem te verminderen, zonder daarbij het probleem direct te bestrijden. Voorbeelden zijn vergelijkingen maken met de situaties van anderen, jezelf overtuigen dat het niet zo erg is en gewoon doorgaan zonder verder na te denken over je eenzaamheid. Eerder onderzoek naar ‘coping’ met eenzaamheid laat zien dat oudere mensen een mix van probleemgerichte en emotiegerichte coping voorstellen voor het omgaan met eenzaamheid (Schoenmakers, Van Tilburg & Fokkema, 2012).

Praten over omgaan met eenzaamheid

Teneinde mensen te ondersteunen in het omgaan met eenzaamheid is het van belang om goed te begrijpen wat eenzaamheid voor mensen betekent en welke coping opties zij zien. Daarom stellen we de vraag wat belevingen, gedragingen en behoeften zijn van oudere mensen ten aanzien van hun eenzaamheidsgevoelens. Dit onderzoek is uitgevoerd bij elf individuen (75+) in de gemeente Peel en Maas (2016-2017). Werving is verlopen via lokale hulpverleners. Er is gesproken met vijftien respondenten bij wie eenzaamheid werd vermoed. Vier respondenten zijn uitgesloten uit het onderzoek, omdat zij het gevoel van eenzaamheid niet herkenden. Een eerste bevinding in dit onderzoek is dat de geïnterviewde mensen geen moeite hadden om over hun eenzaamheid in gesprek te gaan. Dit is in zekere zin verrassend omdat vaak het idee leeft dat eenzaamheid een moeilijk bespreekbaar onderwerp is. Succesfactoren in het aangaan van het gesprek over eenzaamheid zijn oprechte interesse in de mens, geen goedbedoelde adviezen over oplossingen geven en goed luisteren naar de verhalen van mensen.

Beleven van- en omgaan met eenzaamheid

Eenzaamheid wordt door de geïnterviewde ouderen beleefd als een enorme leegte en een groot gemis wat gepaard gaat met gevoelens van pijn, verdriet, angst en troosteloosheid:

 

“Wij deden altijd alles samen (…). Je bent zo met elkaar vergroeid eigenlijk, dat is een amputatie.”

“daar kom je nooit meer uit, dat is niet te begrijpen, niet te snappen.”

 

De geïnterviewde eenzame ouderen ervaren een gemis aan sociale aspecten als wederkerigheid, affectie, waardering en bezorgdheid:

 

“Ik kan niet meer met mijn vrouw spreken, alleen nog maar tegen. Mensen die dementie hebben, daar is niet meer mee te praten. Als ik iets vertel, luistert ze niet (…). Dat is zo vermoeiend (…), continu strijden om iets te vertellen wat je meegemaakt hebt.”

“Eenzaamheid is bij mij heel iets anders aan het worden. Dat alleen thuis is voor mij geen onprettig gevoel. Maar ik ben eenzaam in een gezelschap en dat wordt steeds erger. Ik ben er ook wel bang voor dat ik mij dat veel meer ga aantrekken en dat ik dadelijk nergens meer heen ga.”

 

Tevens drukken de geïnterviewde ouderen veelal gevoelens van minderwaardigheid uit:

 

“De zoon van mijn zusje zegt dan: Zondag kom ik langs bij jou. Dan zeg ik: Ja is goed, maar stiekem denk ik bij mijzelf wat moet die met zo’n oud mens iedere zondag.”

 

Uit de gesprekken blijkt dat deze mensen eenzaamheid als stressvol beoordelen (primary appraisal).

Het merendeel van de ouderen hanteerden probleemgerichte coping-gedragingen. Alle ouderen hanteerden emotiegerichte coping-gedragingen (secundary appraisal). In de meeste gevallen werden copingstijlen dus gecombineerd. Probleemgerichte coping betreft bijvoorbeeld deelname aan verenigingen, het doen van vrijwilligerswerk en meedoen met georganiseerde uitstapjes:

 

“Ik probeer iedere uitnodiging van buitenaf aan te grijpen om daar heen te gaan. Bijvoorbeeld op donderdag ga ik met een boot over de Maas.”

 

Deze vormen van tijdbesteding bieden verlichting en afleiding, maar mensen benoemen ook dat dit de gevoelens van eenzaamheid voor hen niet wegneemt. In sommige gevallen is er weerstand tegen goedbedoelde inmenging van buitenaf:

 

“Ik denk dat ze mij naar de dagopvang proberen te krijgen, maar ik moet zelf een wil hebben” en “Ze gaan lokaal gezien veel te ver dat ze mensen gaan betuttelen. (…) Ze denken, je bent oud, je bent alleen dus wemoeten die in de gaten houden.”

 

Soms maakt (angst voor reacties van) de omgeving probleemgerichte coping (onbedoeld) moeilijk:

 

“Ik denk wel eens, waarom zou ik eigenlijk niet een vrouw als vriendin pakken. Maar ik zal je zeggen ik denk dat ik mijn familie in het harnas jaag”, ‘’In het begin (…) zeggen ze: Wij komen een keer. Anderhalf jaar verder moeten ze nog altijd komen. Dan denk ik zeiden ze maar niks (…). Je verwacht wat, maar het wordt niet gedaan. Dat vind ik heel moeilijk”

“Maar zij hebben een gezin. Zij hebben kinderen en dat heb ik ook niet en dat mis ik dan. Zij kunnen dan vertellen over hun kinderen en zo. Dan zit ik er eigenlijk een beetje verloren bij.”

 

Emotiegerichte coping wordt vaker toegepast. Het doel is niet om eenzaamheid op te lossen, maar eerder om een manier te vinden er goed mee om te gaan. Een aantal respondenten benoemt het bijstellen van de eigen verwachtingen van de omgeving als strategie voor het omgaan met eenzaamheid:

 

“Je moet tevreden zijn met wat je hebt anders heb je ook geen leven meer. En daar moet je je een beetje toe zetten, maar dat kan ik wel goed.”

“De acceptatie dat je alleen bent, die krijg je terug. Je wordt je bewust en berust in het feit dat je alleen bent.”

 

Een andere manier van emotiegericht coping is het zoeken van afleiding. Afleiding biedt een tijdelijke verlichting van eenzaamheid. Bijna alle respondenten benoemen dat zij individuele activiteiten ondernemen als televisie kijken, internetten, schilderen, puzzelen, lezen, een stuk wandelen of computeren:

 

“Tegenwoordig ga ik dikwijls op zondag als ik weet dat er niemand komt een stuk lopen, dan vergeet ik dat.”

Leren van belevingen en gesprekken: maatwerk, beeldvorming en luisteren

De mensen waarmee is gesproken voelen zich (soms) eenzaam en ervaren dat als stressvol. Ze zoeken zelf naar manieren om hiermee om te gaan en passen deze toe. Deze manieren moeten passen in hun sociale contexten en aansluiten bij hun behoeften. Ze hebben hier doorgaans goed over nagedacht en zijn er toch niet (geheel) uitgekomen. Simpele oplossingen bestaan (vaak) niet. Omgaan met eenzaamheid is moeilijk. Als samenleving moeten we hier niet te makkelijk over denken, maar deze mensen ervaren dat de samenleving dit wel doet. Te simpele beeldvorming is een potentieel struikelblok voor succesvol omgaan met eenzaamheid. De geïnterviewde ouderen hebben de ervaring dat er anderen denken en handelen vanuit de vooronderstelling dat ouderen die alleen thuis zitten en geen bezoek krijgen eenzaam zijn. Dit maakt praten over eenzaamheid niet gemakkelijker.

Deze mensen vonden het fijn dat er iemand was die naar hun verhaal luisterde, zonder oplossingen, zonder oordelen. Dat lost de eenzaamheid niet op, eenzaamheid is soms onlosmakelijk verbonden aan het leven, maar het gesprek wordt wel als waardevol ervaren in het omgaan met eenzaamheid.

Literatuurlijst

  1. Dahlberg, K. (2007). The enigmatic phenomenon of loneliness. International Journal of Qualitative Studies on Health and Well-being, 2(4), 195-207.
  2. Hauge, S., & Kirkevold, M. (2010). Older Norwegians’ understanding of loneliness. International Journal of Qualitative Studies on Health and Well-being, 5(1), 4654. doi:10.3402/qhw.v5i1.4654
  3. Lazarus, R. S., & Folkman, S. (1984). Stress, appraisal and coping. New York: Springer.
  4. Schoenmakers, E. C., Van Tilburg, T. G., & Fokkema, T. (2012). Coping with loneliness: What do older adults suggest? Aging & Mental Health, 16(3), 353-360.