De eerste keer was in 2014. Ik weet het nog heel goed. Ik had een bloeduitslag gehad die me naar een specialist bracht. Bij binnenkomst zat hij in een hoek achter de computer, aan twee kanten bijna klem tegen de muur. Nadat ik een, voor mijn gevoel, enorme lege ruimte was overgestoken, mocht ik plaats nemen aan de andere kant van het bureau, schuin tegenover hem. Die opstelling voelde ook al ongemakkelijk.
De dokter bleef kijken naar zijn scherm en begon het gesprek met: ik zie dat u in 2012 een tweeling hebt gekregen. “Ik dacht het niet”, zei ik ad rem. Ik was zo verbaasd, dat ik even vergat beleefd te blijven. Hij reageerde, wellicht daarom wat korzelig, met: “het staat hier anders wel”. Ik legde dus, vriendelijker nu, uit dat ik echt geen tweeling heb gekregen in 2012 en verzekerde hem dat ik dat heus wel geweten zou hebben, bovendien, had hij gezien hoe oud ik was in 2012?
Dat ik al ruim middelbaar was, was voor hem geen bewijs. Hij mompelde nog iets over Italië en dat dat best kon tegenwoordig en de sfeer tussen ons kwam niet meer goed. Ik kreeg sterk de indruk dat hij mij niet geloofde.
Kortgeleden had ik een vergelijkbare ervaring. Weer bij een voor mij onbekende specialist. Het bureau stond in dit geval iets vriendelijker midden in de kamer, maar de opstelling van de arts en mij was hetzelfde als in 2012. Schuin tegenover elkaar met de computer voor de dokter. Ik was net onderzocht en gelukkig was er niks naars gezien. Terwijl de dokter naar het scherm keek, opperde ze: “Misschien is het uw blindedarm?” In een deja vu reageerde ik met: dacht het niet, gevolgd door: die is er al lang uit. Ditmaal stond het juist niet in mijn computergegevens en opnieuw kreeg ik een reactie waarin ik ongeloof proefde.
Ik ging dus rekenen. Wanneer was ik ook alweer eindelijk geopereerd na 4 jaar pijn en ellende en elf ziekenhuisopnames? Dat moet ongeveer in 1982 zijn geweest, was mijn conclusie.
Het stond niet in mijn computerdossier. Sterker nog, over voor 2003 stond helemaal niets in mijn dossier. Dat was dan zeker in een ander ziekenhuis geweest, was de conclusie van mijn arts. Maar ook nu moest ik ontkennen. Ik was altijd in dit ziekenhuis geweest. Ik zei dat men vroeger van die gele dossiermappen had en dat die vast nog wel ergens in een kelder lagen. Maar volgens mijn dokter waren die allemaal gedigitaliseerd en opgeruimd.
Met de constatering dat ze verder niets voor me kon betekenen, sloot ze het gesprek af. Ik heb maar niet verteld dat ik in 1993 een tweeling heb gekregen. Ik kreeg niet echt de indruk dat ze dat zou willen weten.