Lees verder
Bij het lectoraat Innoveren met Ouderen en de opleiding Toegepaste Gerontologie op Hogeschool Windesheim werken we gelijkwaardig samen met ouderen aan het ontwikkelen van leeftijdsvriendelijke diensten en producten. Op verschillende manieren zijn ouderen actief in de ontwikkeling en uitvoering van onderwijs en onderzoek. Deze participatie draagt bij aan een goed leven van ouderen én aan de ontwikkeling van betekenisvolle diensten en producten.

Co-creatie

De bacheloropleiding Toegepaste Gerontologie: Age-friendly Design & Innovation en het lectoraat Innoveren met Ouderen hebben een nauwe samenwerking als het gaat om co-creatie van leeftijdsvriendelijke diensten en producten met ouderen en andere belanghebbenden. Bij co-creatie gaat het om het samenspel tussen specifieke groepen ouderen en andere relevante belanghebbenden in het vormgeven van een leeftijdsvriendelijke omgeving. We zien co-creatie als een samenwerkingsproces met een unieke en gelijkwaardige inbreng van ouderen en andere belanghebbenden. De verschillende partijen werken aan een gezamenlijk doel en plan, met een waardevol eindresultaat voor de verschillende partners, bijvoorbeeld een dienst, product, beleid, aanpassing in de sociale en/of fysieke omgeving, etc. Dat partnerschap kan in verschillende settingen vorm krijgen, zoals onderzoek, onderwijs, innovatie, zorg- en dienstverlening, en de samenleving. Wij geven hier verschillende voorbeelden over de participatiewijzen van ouderen in ons onderwijs en onderzoek.

Participatie in onderwijs

Toegepaste Gerontologie betrekt ouderen, burgers van 55 jaar en ouder, bij alle facetten van het onderwijs. Op het niveau van ontwikkeling, uitvoer en evaluatie, en zowel incidenteel als structureel. Zie figuur 1 voor een overzicht met voorbeelden hiervan. Ouderen vervullen bijvoorbeeld de rol van sparringpartner bij het formuleren en herzien van onderwijsvisies en curricula, en bij accreditaties. Dit is zowel incidenteel op vraag van docenten (bijvoorbeeld feedback op studiehandleidingen) als structureel via periodieke klankbordgroepen. Ouderen nemen daarnaast deel aan verschillende activiteiten in het lesprogramma, bijvoorbeeld als oudere klasgenoot en ervaringsdeskundige in theorielessen, als gastspreker, als ‘oefenmaatje’ in vaardigheidslessen, als critical friend in stage- en afstudeerprojecten, als (mede)beoordelaar in toetsing, als ‘teamlid’ in student-oudere-teams in ons Living Lab Goed Leven en als deelnemer aan kleinschalige leergemeenschappen in het eerste jaar van de opleiding. De betrokkenheid in toetsing en het Living Lab lichten we hierna verder toe.

Betrokkenheid in toetsing

In een vaardigheidsmodule over ‘effectief communiceren’ in het eerste jaar van de opleiding worden ouderen intensief betrokken bij de toetscyclus. Ouderen zijn daarin zowel gesprekpartner in een gesimuleerde en passende toetssituatie (acteur), als medebeoordelaar van die toetssituatie. De ouderen hebben daarvoor zelf casuïstiek aangereikt en toetscriteria ingebracht, passend bij de gedefinieerde onderwijsdoelen en te behalen (beroeps)competenties. We creëren door deze authentieke beroepssituaties een krachtige leeromgeving met een authentieke toetssituatie. Studenten ervaren dit ook als zodanig.

In het vierde jaar van de opleiding worden afstudeervoorstellen beoordeeld door zowel een oudere, een docent, een onderzoeker als een alumnus (werkveld). De rol van de oudere is om vanuit het ouderenperspectief te bekijken of het onderwerp voldoende relevant is om mee aan de slag te gaan, of het voldoende vanuit het perspectief van ouderen benaderd is, en of ouderenparticipatie voldoende gewaarborgd is. Ook neemt een oudere zitting in het beoordelingspanel van de eindpresentaties. Dit is overigens niet alleen bij afstudeerwerken, maar begint al in jaar één bij de mondelinge eindpresentaties van praktijkgerichte projectopdrachten.

Living Lab Goed Leven

In het tweede jaar van de opleiding vormen studenten en ouderen samen LivingLab teams die een heel collegejaar samenwerken. In de eerste fase gaan de LivingLab teams op zoek naar factoren die een belangrijke rol spelen in Goed Leven. Wat waarderen oudere burgers in hun eigen leven en welke waarde speelt de (leef)omgeving in een goed leven? Wat moet er ‘nu’ gebeuren om ‘straks’ ook goed te kunnen blijven leven? De resultaten van dit onderzoek vormen de bouwstenen voor het ontwerpen van verschillende scenario’s van een toekomst waarin goed ouder worden centraal staat. In de tweede fase gaan de LivingLab teams aan de slag met het ontwikkelen en realiseren van kansrijke producten, diensten of concepten die het beoogde Goede Leven een stap dichterbij brengen. Hier worden ook professionals en relevante stakeholders bij betrokken die in de betreffende wijk werken en/of leven. Het LivingLab is een innovatieve vorm van leren waarin het onderwijs zich verplaatst van hogeschool naar de ouderen in de wijk en beroepspraktijk; we halen de buitenwereld niet alleen naar binnen, maar we treden ook binnen in de leefwereld van ouderen.

Participatie in onderzoek

In onderzoek met, over en voor ouderen hebben ouderen altijd een rol. Bescheiden, als respondent, of als kritisch meedenker in een klankbordgroep, of prominent, als lid van een stuurgroep of als co-onderzoeker.

Ouderen als co-onderzoekers

Het lectoraat Innoveren met Ouderen en Denktank 60+ Noord hebben een co-onderzoek gefaciliteerd over verhuizen op latere leeftijd en de sociale kwaliteit van leven. Vijf individuele ouderen voerden met de lectoraats-onderzoeker het onderzoek uit; van het formuleren van de onderzoeksvraag tot het schrijven van een subsidieaanvraag tot het rapporteren van resultaten. De onderzoeker faciliteerde daarbij en verzorgde een on the job methodologische training. Twee vragen stonden centraal:

  1. Hoe ervaren ouderen het ouder worden in een plaats waar ze na hun 55e zijn gaan wonen?
  2. Hoe kunnen ouderen als co-onderzoeker bijdragen aan beter en meer valide wetenschappelijk onderzoek?

De co-onderzoekers interviewden in totaal twintig ouderen. De co-onderzoekers reflecteerden in semigestructureerde interviews en in een groepsevaluatie op het onderzoeksproject en hun bijdrage. De ervaringen met onderzoek zijn heel positief, maar er zijn ook lessen geleerd zoals verderop in dit artikel beschreven. Die lessen vormen de input voor de aanpak in nieuwe projecten.

Vervolgplannen zijn om het concept van ouderen als co-onderzoekers verder door te ontwikkelen en breder toe te passen in het praktijkgericht participatief actieonderzoek dat we uitvoeren.

Co-creatie met Turkse mantelzorgers

Er is geen scherp onderscheid te maken tussen onderzoek en praktijkinnovatie, zeker als het gaat om actiegericht participatief onderzoek waarbij co-creatie wordt ingezet. Een mooi voorbeeld is het project Samen aan de Slag waarbinnen het lectoraat Innoveren met Ouderen, ProMemo (Expertisecentrum Dementie voor Professionals), Zwolle Doet! en een aantal Turkse mantelzorgers al enkele jaren met elkaar samenwerken. Het project begon met vijf Turkse vrouwen die al jaren hun ouders verzorgden die aan dementie lijden. Als eerste co-creatiestap wisselden ze ervaringen uit, op praktisch, maar vooral op emotioneel niveau. De mantelzorgers ervoeren een zware druk en voelden zich niet gesteund binnen de eigen familie en gemeenschap, maar ook niet door de professionele zorgorganisaties. Vanuit de uitgewisselde ervaringen werd een persona samengesteld: een beschrijving van een fictieve mantelzorger die de ervaringen van de vrouwen weergeeft. Vanuit deze persona kozen de vrouwen doelen die ze wilden bereiken. Na prioritering werkten ze aan het bereiken van hun belangrijkste doel: cultuur-sensitieve dementiezorg in een Zwols verpleeghuis in 2018. Dit doel werd gehaald, met als spin-off erkenning voor de inzet en doelen vanuit de eigen gemeenschap en vanuit de plaatselijke politiek.

Evaluatie en doorontwikkeling

Wat motiveert ouderen om betrokken te zijn in onderwijs en onderzoek? Wat zijn voor hen belangrijke randvoorwaarden? Wat levert het hen en anderen op? Inmiddels hebben we daarop een aantal antwoorden vanuit ervaring en ook vanuit verschillende onderzoeken die gedaan zijn onder ouderen, studenten en professionals die betrokken zijn geweest bij het onderwijs (waaronder de toetsing van vaardigheden), het Living Lab Goed Leven, en ouderen als co-onderzoeker.

Motivatie voor ouderenparticipatie

Ouderenparticipatie draagt in feite bij aan een goed en betekenisvol leven van ouderen. Dat motiveert hen om mee te doen in onderwijs en onderzoek. Voor iedere persoon is de motivatie en betekenisgeving van de participatie anders, maar over het algemeen heeft het te maken met:

  • mogelijkheden tot persoonlijke ontwikkeling, leren en uitdaging hebben;
  • mogelijkheden om een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de samenleving en een goed leven voor de nieuwe ouderen (een toekomst die hen zelf soms ook aangaat);
  • nastreven van waardering van de oudere als persoon en diens capaciteiten, gevoel hebben serieus te worden genomen als oudere persoon/groep;
  • interesse in (gerontologie)onderwijs en plezier in (intergenerationeel) werken met studenten en het volgen van hun leerproces;
  • verbonden willen voelen met anderen.

Wat mij onder andere motiveert is de wederkerigheid. Wij zijn niet de wijze ouderen die alles al weten, maar wij leren juist van de jonge studenten. En blijven daardoor op zijn minst geestelijk jong en flexibel.” (betrokken oudere)

Randvoorwaarden

Participatie in onderwijs en co-onderzoeksprojecten vraagt om een goede facilitering door geschoolde onderzoekers, docenten en het hoger management. Zowel inhoudelijk, procesmatig als praktisch. Voor ouderen is het belangrijk dat zij het gevoel hebben dat er vanuit alle partijen een gelijkwaardige inbreng is, dat zij voldoende aansluiting vinden bij elkaar, en dat er duidelijkheid is over het doel en het proces van samenwerking. Uit ervaringen en verschillende (evaluatie-)onderzoeken die we hebben gedaan komt onder andere het volgende naar voren:

  • ouderen trainen en blijvend ondersteunen in methodieken en werkwijzen;
  • zorgen voor een persoon die de bindende kracht is tussen verschillende partijen voor een gevoel van verbondenheid en waardering;
  • structuur van informatievoorziening, communicatie en vaste contactpersoon, monitoring en (tussentijdse) evaluaties organiseren;
  • verwachtingenmanagement: rolafbakening (oudere, docent, student, onderzoeker), hoeveel tijd participatie vraagt, middelen, capaciteiten;
  • reiskostenvergoeding, vrije consumpties;
  • aandacht voor zichtbaarheid, kwaliteit en duurzaamheid van activiteiten; vieren van successen en aandacht voor eigenaarschap.

Waarde van ouderenparticipatie

De inbreng van ouderen tijdens onderwijsactiviteiten draagt bij aan het opdoen van beroepsauthentieke leerervaringen en verrijkt de leercontext voor de student. Studenten die intensief samenwerken met ouderen in het Living Lab Goed Leven ervaren bijvoorbeeld dat hun mind-set over ouderen positief verandert, dat zij bewust worden van de grote diversiteit onder ouderen, en dat zij plezier en de waarde van het sámen ontdekken ervaren.

In onderzoek waar ouderen als co-onderzoeker een rol hebben, zien ouderen het als een meerwaarde dat zij makkelijk contact maken met mensen uit dezelfde levensfase, wat ten goede kan komen aan de kwaliteit van de verzamelde data.

In bijvoorbeeld het Living Lab ervaren ouderen dat zij meer zelfvertrouwen krijgen en dat deelname energie geeft, dat zij sociaal wakker worden, geactiveerd worden en van betekenis zijn, dat ze meer generatiebewust worden en over bepaalde thema’s die bij het ouder worden horen meer bewust gaan nadenken.

De kans die er ligt om ouderenparticipatie door te ontwikkelen, is om de groep ouderen die wij bereiken meer divers te laten zijn (nu bijvoorbeeld relatief vitaal en relatief hoge sociaal-economische status).

Practice what you preach

We willen met ons onderwijs en onderzoek bijdragen aan competentieontwikkeling van ‘future-proof’ studenten en professionals ten aanzien van co-creëren en innoveren met ouderen. Daarvoor vinden we het van groot belang dat we het co-creëren en co-innoveren met ouderen ook in het onderwijs en onderzoek zelf duurzaam integreren, en continu evalueren en bijstellen.

Literatuurlijst

  1. Aanvullende informatie en materialen zijn op te vragen bij de auteurs.