Lees verder
In welke mate en waarom gebruiken Vlaamse en Nederlandse ouderen sociale media, zijn er evoluties in het gebruik op te merken en hoe is het gesteld met de zogenaamde digitale kloof? Hierbij enkele reflecties.

Het digitale tijdperk: ook voor ouderen?

Het gebruik van digitale toepassingen en sociale media is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Zowat iedereen lijkt een smart-phone te hebben, actief te zijn op Facebook en filmpjes te delen via sociale media. Maar vinden we deze trend ook terug bij ouderen, of kan er nog steeds gesproken worden van een digitale kloof tussen jong en oud waarbij het vooral de jongere generaties zijn die gebruik maken van sociale media? Eugène Loos stelt in het eerste hoofdartikel dat de digitale kloof, voor wat betreft leeftijd, vrijwel gedicht is in Nederland. Dit blijkt onder andere uit het gegeven dat het percentage 65- tot 75-jarigen dat nog nooit internet gebruikt heeft, op amper acht jaar tijd gedaald is van 43% in 2009 naar 11,7% in 2017 (http://statline.cbs.nl).

Ook in Vlaanderen lijken 65-plussers steeds digitaler te worden, al wijst Bart Vanhaelewyn er in het tweede hoofdartikel op dat dit niet per se betekent dat de digitale kloof helemaal gedicht is. Binnen de groep van 65-plussers zijn er namelijk een aantal subgroepen te onderscheiden waarbij kennis over en gebruik van sociale media nog steeds beperkt is. Zo blijken vrouwen, ouderen met een lager inkomen of lagere opleiding en 75-plussers, minder vaak mee te surfen op de digitale golf. Ook Eugène Loos wijst erop dat er verschillen zijn binnen de groep van 65-plussers inzake het gebruik van relatief nieuwe media, zoals chatten en het gebruik van sociale netwerken. Zo geeft Nederlands onderzoek aan dat 34% van de 65- tot 75-jarigen sociale netwerken zoals Facebook gebruikt; bij de 75-plussers is dat 17,3% (situatie in 2017). Dit lijkt ons een belangrijke kanttekening: ouderen vormen namelijk geen homogene groep; binnen de doelgroep van 65-plussers zijn er grote verschillen, waarbij leeftijd slechts een van de relevante parameters is.

Chandra Verstappen, die specifiek inzoomt op het gebruik van digitale middelen in het kader van eHealth, oordeelt in haar bijdrage dat het stijgend gebruik van internet en sociale media bij ouderen een goede zaak is die we met z’n allen kunnen toejuichen. Zij plaatst echter kanttekeningen bij de optimistische uitkomsten van onderzoek. 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Onder hen zijn er 1,2 miljoen 65-plussers die vaak moeite hebben met digitale vaardigheden omwille van lagere opleiding/laaggeletterdheid. Voor deze ouderen is bijvoorbeeld het opzoeken van relevante informatie over zorg en gezondheid moeilijk. Zij stelt vast dat bij het maken en het gebruik van websites, apps en andere toepassingen te weinig rekening wordt gehouden met deze ouderen. Het maakt dat de toepassingen dan ook niet kunnen worden ingezet om deze ouderen te begeleiden of te behandelen. Net hier is een vertaalslag belangrijk, want de inzet van eHealthtoepassingen groeit. Indien er niets verandert en de samenleving niet inzet op het optrekken van de beperkte digitale vaardigheden van laagopgeleide ouderen, zullen de gezondheidsverschillen tussen ouderen alleen maar toenemen. En laat het nu zo zijn dat er precies bij ouderen met een lage opleiding nog heel wat gezondheidswinst kan worden geboekt.

Saskia Hamminga-Roest wijst in haar artikel op het grote belang van het aanleren van digitale vaardigheden door ouderen via onlinecursussen. Velen onder hen hebben de weg naar de digitale samenleving reeds gevonden via SeniorWeb, een organisatie die sterk inzet op het vergroten van de kennis rond nieuwe ontwikkelingen waardoor senioren zich ook veiliger en zekerder voelen. Ouderen die dergelijke cursussen volgden, getuigen dat hun wereld letterlijk groter is geworden. In Vlaanderen worden ouderen eveneens aangemoedigd om kennis te maken met de mogelijkheden van het digitale. Tal van organisaties helpen ouderen op weg met cursussen.

Andere doeleinden voor het gebruik van sociale media bij ouderen dan bij jongere generaties?

Inzake motivatie voor gebruik, ziet Bart Vanhaelewyn een duidelijke evolutie, waarbij ouderen aanvankelijk eerder uit noodzaak gebruik maakten van digitale toepassingen, maar dat vandaag steeds meer doen in het kader van of met het oog op ontspanning en netwerkvorming of –onderhoud. Specifiek voor Vlaanderen vertaalt dit zich onder andere in het feit dat de meest gebruikte toepassingen bij 65-plussers de berichtendiensten zijn, zoals Facebook Messenger en Whatsapp. Deze worden gebruikt om in contact te komen én te blijven met vrienden, kennissen en familie, maar we zouden ook verder kunnen denken: zijn er mogelijkheden voor professionals om via de digitale weg in contact te blijven met ouderen? Zeker wanneer we denken aan eenzame ouderen, lijkt het ons een interessante piste om te verkennen.

De trend naar digitalisering is niet meer te stoppen, ook al kunnen hier bezwaren tegen worden opgeworpen. Het is dan ook zaak om ouderen te ondersteunen hun weg hierin te vinden. Op dat vlak ziet Bart Vanhaelewyn enkele uitdagingen bij 65-plussers. Het blijkt dat bij een deel van de 65-plussers, het niet-gebruik maken van sociale media te maken heeft met angst voor technologie. Hoewel Eugène Loos terecht aanhaalt dat we nooit te oud zijn om te leren, mogen we niet onderschatten dat ouderen mogelijk uit angst voor het nieuwe en onbekende van de digitale wereld, vermijden om de stap te zetten naar gebruik van digitale toepassingen en sociale media. Om hieraan tegemoet te komen, is er nood aan heldere informatie voor ouderen, en ondersteuning bij gebruik. Echter, naast de technische vaardigheden (wat is er ter beschikking en wat kan ik er mee doen?), moeten we ook mediawijsheid als een aan te leren vaardigheid erkennen. Mediawijsheid wordt vaak geassocieerd met jongeren, maar ook voor ouderen is het belangrijk om te weten hoe bijvoorbeeld nieuwsoverzichten op sociale netwerken zoals Facebook worden weergegeven: wat je te zien krijgt, hangt af van wat je eerder ‘geliked’ hebt, de zogenaamde filterbubbel. In tijden van fake news is het essentieel om, zoals Bart Vanhaelewyn het verwoordt, niet enkel aandacht te besteden aan ‘knoppenkennis’ maar ook aan de achterliggende mechanismen.

Opportuniteiten en beperkingen

Dat de digitale kloof tussen jongeren en ouderen verkleint zowel in Vlaanderen als in Nederland, is een vaststaand gegeven, maar het mag duidelijk zijn dat er binnen de ouderenpopulatie nog steeds subgroepen zijn voor wie het gebruik van sociale media niet mogelijk is, omwille van technische aspecten (gebrek aan ‘knoppenkennis’) of sociaaleconomische factoren zoals een lage opleiding. Bijgevolg mogen we niet alle heil verwachten van sociale media, ook al bieden ze interessante mogelijkheden.