Vandaag de dag zijn digitale toepassingen en sociale media niet meer weg te denken uit onze samenleving. Zowat iedereen lijkt een smart-phone te hebben, actief te zijn op Facebook en filmpjes te delen via sociale media. Maar vinden we deze trend ook terug bij ouderen, of kan er nog steeds gesproken worden van een digitale kloof tussen jong en oud waarbij het vooral de jongere generaties zijn die gebruik maken van sociale media?
Vandaag de dag zijn digitale toepassingen en sociale media niet meer weg te denken uit onze samenleving. Zowat iedereen lijkt een smart-phone te hebben, actief te zijn op Facebook en filmpjes te delen via sociale media. Maar vinden we deze trend ook terug bij ouderen, of kan er nog steeds gesproken worden van een digitale kloof tussen jong en oud waarbij het vooral de jongere generaties zijn die gebruik maken van sociale media?
Deze vraag staat centraal in dit nummer van Geron. Maar wat verstaan we onder ‘sociale media’? Een gangbare definitie (Kaplan & Haenlein, 2009) geeft aan dat we sociale media kunnen duiden als alle internetmogelijkheden waarbij je informatie met elkaar kunt delen. Het is dus een verzamelbegrip voor onlineplatforms waar gebruikers zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie de inhoud verzorgen. Het gaat om Twitter, Facebook, Instagram, YouTube, WhatsApp, Lin-kedIn, Facetime, social games en dergelijke. Sociale netwerken zoals Facebook en Instagram vormen een subcategorie binnen de sociale media. Al deze toepassingen veronderstellen het bezit van devices en connecties; immers sociale media zijn slechts mogelijk als er instrumenten beschikbaar zijn zoals toegang tot internet, bezit van een laptop, smartphone of tablet.
Eugène Loos gaat in zijn artikel in op het sociale mediagebruik van ouderen in Nederland. Bart Vanhaelewyn doet hetzelfde voor Vlaanderen. Beide auteurs stellen vast dat ouderen steeds meer openstaan voor de digitale revolutie en allerhande toepassingen effectief gebruiken. Over de praktijk van het gebruik van de sociale media verhaalt Saskia Hamminga–Roest: zij wijst op het belang van het leren omgaan met de digitale apparaten en ziet voor vele ouderen een nieuwe wereld opengaan. Chandra Verstappen zoomt in op moderne communicatiemiddelen en eHealth. Deze ontwikkeling wordt een gouden toekomst voorspeld, maar Verstappen heeft de nodige reserves omdat een aantal ouderen laagopgeleid/laaggeletterd is. Dezelfde waarschuwing voor een al te groot optimisme lezen we in het interview met Gerben Westerhof. Gezondheids-apps kunnen waardevol zijn om het welzijn van ouderen te verhogen, maar het gebruik ervan is nog geen gemeengoed.
Artikelen binnen de vier levensdomeinen leveren verder een waaier aan informatie. Is de aankoop van een assistentiewoning een verzekering voor de oude dag? Welke nieuwe woonarrangementen zijn er voor het verzorgingstehuis? Kan een actieprogramma de eenzaamheid onder ouderen terugdringen? Hoe omgaan met ‘lastige families’ in woonzorgcentra?
Ouderen en sociale media: ze vormen een paar apart! Het sociale mediagebruik bij ouderen groeit en dat is goed nieuws. Waar we wel voor moeten waken is dat deze nieuwe media geen nieuwe kloof doen ontstaan tussen ouderen die als ‘digitale vaardigen’ door het leven gaan en zij die de ‘digitale leken’ uitmaken. Het is belangrijk dat alle ouderen de kans krijgen om tot het digitale tijdperk toe te treden.
Tot slot nog dit: een van de grondleggers van Geron, Gert Leene, overleed in het voorjaar en laat een interessant oeuvre na. Via Theo Schuyt die het In Memoriam schreef, krijgen we zicht op zijn leven en werk.