Lees verder
In onze vergrijzende samenleving is kennis over gerontologie onontbeerlijk. Desondanks zijn er weinig opleidingen in Nederland en Vlaanderen waar gerontologie een studieonderdeel vormt (Schoenmakers, 2017). Zijn onze toekomstige professionals voldoende voorbereid op de ouder wordende samenleving? Hoe zou het spectrum aan opleidingen er uit moeten zien?

Kennis over veroudering is essentieel

De Nederlandse en wereldbevolking vergrijst en daarmee neemt de gemiddelde leeftijd van de gebruikers van de diensten en producten in onze samenleving toe. Dit geldt uiteraard niet alleen voor gebruikers in de zorg, maar ook in het verkeer, bankwezen, toerisme, etcetera. Vrijwel alle sectoren in onze economie krijgen in toenemende mate te maken met een ouder wordend gebruikersbestand. Met het toenemen van de leeftijd ontwikkelen mensen zich op sociaal, psychologisch en biologisch gebied. Oudere mensen zijn in die zin anders dan volwassenen, zoals volwassenen anders zijn dan kinderen.

Gerontologie is de wetenschap die het proces van ouder worden in de brede maatschappelijke context bestudeert. Gerontologische kennis is dan ook essentieel om diensten en producten te ontwikkelen en realiseren die passen bij de vergrijzende samenleving. Dit is niet enkel in het belang van de oudere gebruiker, maar ook in het maatschappelijke én commerciële belang van organisaties, bedrijven en overheden die diensten en producten aanbieden.

Gerontologie als aparte (onderwijs) discipline

We kennen de gerontoloog als (wetenschappelijk) onderzoeker. De kennis die uit gerontologisch onderzoek naar voren komt, dient te worden toegepast in het leven van alledag om van maatschappelijke waarde te zijn. Om deze toepassing te stimuleren dienen professionals te worden opgeleid. In Nederland bestaan een aantal hoger onderwijs opleidingen welke zich bezig houden met gerontologie (Schoenmakers, 2017). In het volgende onderdeel gaat het over deze opleidingen, namelijk de opleidingen Toegepaste Gerontologie, die studenten opleiden om gerontologische kennis toe te passen in de breedte van levensdomeinen waarin oudere mensen zich bewegen.

In het landelijke opleidingsprofiel voor de opleiding Toegepaste Gerontologie, genaamd ‘Leeftijdsvriendelijke dienstverlening in co-creatie met oudere mensen’ (Schoenmakers & Harps-Timmerman, 2017) wordt de missie van de toegepast gerontoloog als volgt omschreven: “De toegepast gerontoloog ontwikkelt en realiseert leeftijdsvriendelijke diensten, producten en beleid welke bijdragen aan de kwaliteit van leven van oudere mensen.” Deze diensten, producten en beleid dienen ertoe de maatschappij in te richten zodat deze beter aansluit bij de wensen en behoeften van oudere mensen. Dit kan gaan van een heel tastbaar product zoals beter hanteerbaar verpakkingsmateriaal van etenswaar tot een abstracte dienst als levensloopbestendig personeelsbeleid.

Het woord ‘leeftijdsvriendelijk’ is afgeleid van het Engelse ‘age-friendly’ wat wordt gebruikt door de WHO in hun project ‘age-friendly cities/ communities’ (WHO, 2007). Dit woord illustreert dat diensten en producten idealiter voor mensen van alle leeftijden bruikbaar zijn. Een samenleving enkel ingericht op oudere mensen is ook niet wenselijk. Een simpel voorbeeld van leeftijdsvriendelijkheid betreft brede stoepen met voldoende open afloop mogelijkheden. Wanneer deze toegankelijk zijn voor iemand met een rollator, zijn ze ook makkelijker toegankelijk voor iemand met een kinderwagen en veiliger voor spelende kinderen. Anderen hebben er bovendien geen last van dat de stoep breder is. Een ander voorbeeld is de inrichting van een supermarkt. Door deze zo in te richten dat boodschappen goed vindbaar zijn en dat looproutes efficiënt zijn, wordt een supermarktbezoek voor iedereen makkelijker. Leeftijdsvriendelijk is daarmee als woord veel inclusiever dan een woord als seniorvriendelijk.

Een toegepast gerontoloog werkt altijd in het belang van de oudere mens. De producten en diensten die hij ontwikkelt, dienen daarom bij te dragen aan behoud of verbetering van kwaliteit van leven. Gerontologische kennis kan natuurlijk ook worden ingezet om meer producten te verkopen, welke niet bijdragen aan de kwaliteit van leven van de oudere gebruiker of zelfs averechts werken daarop, dat is niet hoe toegepast gerontologen worden opgeleid. Overigens hebben de meeste organisaties, bedrijven en overheden het beste voor met hun gebruikers. Kwaliteit van leven nastreven en gelijktijdig geld verdienen gaan doorgaans prima samen.

De toegepast gerontoloog werkt niet alleen in deze product- en dienstontwikkeling, maar in co-creatie met relevante betrokken. Co-creatie wordt gedefinieerd als zijnde het proces waarin bedrijven, netwerken, organisaties of overheden samen met de doelgroep een waardevolle dienst of een waardevol product creëren (Prahalad & Ramaswamy, 2004). Voor de toegepast gerontoloog betreft het hier dus zowel co-creatie met professionals en vrijwilligers uit andere disciplines als met oudere gebruikers en diens netwerken. Co-creatie veronderstelt dat alle partijen daadwerkelijk een bijdrage leveren aan het creatieproces. Het gaat hier dus verder dan het ophalen van informatie. Co-creatie met de doelgroep is essentieel omdat alleen zij precies weten waar ze behoefte aan hebben en dus wat aansluit daarop. Co-creatie met professionals en vrijwilligers is essentieel omdat ook zij essentiële kennis hebben die relevant is voor de product- en dienstontwikkeling én omdat ontwikkelde diensten en producten doorgaans moeten worden ingepast in de normale organisatiestructuren waarin professionals en vrijwilligers actief zijn. Een toegepast gerontoloog geeft leiding aan het proces van co-creatie en maakt afwegingen tussen de belangen van de verschillende belanghebbenden. Co-creatie zorgt voor een betere ‘match’ tussen vraag en aanbod en heeft als doel meer waardevolle producten en diensten te creëren.

Met zijn kennis over het proces van veroudering kan de toegepast gerontoloog een waardevolle bijdrage leveren aan het ontwikkelen en realiseren van diensten. Hij heeft daarmee een rol in de dienst- en productontwikkeling van organisaties, bedrijven en overheden.

Gerontologie als essentieel onderdeel van al het onderwijs

Met de introductie van de toegepast gerontoloog op de arbeidsmarkt is in potentie een flinke stap gezet richting het creëren van een leeftijdsvriendelijke samenleving in de breedst denkbare zin van het woord. De toegepast gerontoloog kan het echter niet alleen. In onze vergrijzende samenleving komen vrijwel alle professionals in aanraking met oudere mensen. Zo zullen architecten in hun ontwerpen rekening moeten houden met de ouder wordende gebruiker van gebouwen en ruimtes, zullen human resource medewerkers te maken krijgen met een ouder wordend personeelsbestand en advocaten met een ouder wordende clientèle, zal ICT gebruikt moeten kunnen worden door oudere mensen, enzovoort. Er is bijna geen studierichting te bedenken waarvoor kennis over veroudering niet (mede) van belang is. Tijdens hun opleiding kunnen studenten een minor volgen gericht op ouderen (Schoenmakers, 2017), maar dat is in mijn opinie onvoldoende. Voor de professional van nu is het nauwelijks een keuze om wel of niet met oudere mensen te maken te krijgen. Dat zou voor de student van nu ook niet het geval mogen zijn. Gerontologie moet bovendien niet als apart onderdeel worden gezien, zoals een minor wel is. Omgaan met oudere mensen en aansluiten bij hun behoeften moet geïntegreerd zijn in bestaande studieonderdelen.

Van andere opleidingen kan niet worden verwacht dat zij hun studenten volledig scholen in de gerontologie. Natuurlijk zit hier een range in. Van opleidingen tot beroepen die regelmatig in contact staan met oudere mensen, zoals een verpleegkundige, sociaal werker of HR-professional mag meer worden verwacht op dit gebied dan van opleidingen tot beroepen die verder weg staan van deze groep, zoals IT-medewerker of architect. Geen van deze opleidingen hoeft een volledig gerontologische opleiding te worden. Echter, wat wel voor alle professionals van belang is, is dat zij kunnen herkennen wanneer iets een gerontologisch vraagstuk betreft en op dat moment weten van het bestaan van een gerontoloog, zodat ze deze kunnen betrekken bij hun werk. Op het juiste moment de juiste andere professional kunnen inschakelen is voor alle professionals een belangrijke kwaliteit. De gerontoloog moet bekend zijn als één van die professionals.

Naast tijdig kunnen signaleren en anderen betrekken bij hun werk, zouden professionals ook geschoold moeten worden in communicatieve vaardigheden voor gespreksvoering met oudere cliënten. Voor veel opleidingen zijn communicatieve vaardigheden een bestaand onderdeel van het curriculum. Door in deze vaardigheden aandacht te hebben voor aspecten die specifiek zijn voor communicatie met oudere mensen, zoals een veranderend gehoor en veranderingen in prikkelverwerking, zullen professionals in hun werk beter in staat zijn de juiste informatie op te halen bij de oudere klant. Daarbij is het van belang dat stereotype beelden over oudere mensen (ageism) worden geadresseerd.

Rising Star Early Career Faculty Award

In november 2017 werd bekend dat dr. Eric Schoenmakers van Fontys Hogescholen de ‘Rising Star Early Career Faculty Award 2018’ heeft gewonnen. Deze award wordt jaarlijks uitgereikt aan een persoon die ondanks een beperkt aantal dienstjaren al veel heeft betekend voor de ontwikkeling van gerontologisch onderwijs. De uitreiking vindt plaats in maart 2018 tijdens het congres van de Association for Gerontology in Higher Edcation (AGHE), onderdeel van de Gerontological Society of America (GSA). Schoenmakers krijgt de prijs vanwege zijn bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep van (toegepast) gerontoloog. Het opleidingsprofiel ‘Leeftijdsvriendelijke dienstverlening in co-creatie met oudere mensen’ wordt internationaal beschouwd als een grote stap richting een eigen professionele identiteit voor de gerontoloog.

De inhoud van dit Gerōn-artikel is gebaseerd op de ontvangstspeech behorend bij de award.

Gerontologie nu!

De samenleving vergrijst. De vergrijzing maakt dat professionals vanuit vrijwel alle beroepen in aanraking komen met oudere mensen en gerontologische vraagstukken. Opleidingen dienen toekomstig professionals hierop voor te bereiden. Gerontologie en verouderingsvraagstukken zouden een centrale rol moeten hebben in de opleidingen van onze toekomstige professionals, willen we een goed functionerende samenleving in de breedste zin van het woord in stand houden.

Literatuurlijst

  1. Prahalad, C. K., & Ramaswamy, V. (2004). Co-creation experiences: The next practice in value creation. Journal of interactive marketing, 18(3), 5-14.
  2. Schoenmakers, E. C. (2017). Gerontologie in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Geron, 19(1), 27-30.
  3. Schoenmakers, E. C., & Harps-Timmerman, A. (2017). Leeftijdsvriendelijke dienstverlening in co-creatie met oudere mensen. Eindhoven/Zwolle: Fontys Hogescholen/Windesheim Hogeschool.
  4. WHO. (2007). Global age-friendly cities: A guide: World Health Organization.